Omgevingswet en bruidsschat

Met het invoeren van de Omgevingswet gaan veel rijksregels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving naar lokale overheden, zoals gemeenten en waterschappen verhuizen. Dit gaat vooral om lokale vraagstukken. Denk aan geur, horeca of lozingen van huishoudens. De gemeenten besluiten voortaan hoe ze die onderwerpen regelen. Omdat het onwaarschijnlijk is dat alle gemeenten al deze onderwerpen op tijd in het omgevingsplan kunnen verwerken, levert de rijksoverheid deze regels als een voorbereid pakket aan. Dit pakket van regels dat wordt overgedragen aan de lokale overheden wordt de bruidsschat genoemd.
Deze regels moeten op den duur in het omgevingsplan verwerkt worden. Om dit mogelijk te maken is een overgangstermijn vastgesteld in de Invoeringswet Omgevingswet. Deze wet stelt dat omgevingsplannen pas vanaf 2029 de enige geldende regels bevatten. In 2029 moeten alle regels uit de bruidsschat samen met de oude verordeningen en de oude bestemmingsplanen verwerkt zijn in één omgevingsplan per gemeente.

Er zijn vier soorten onderwerpen waarvoor algemene regels in de bruidsschat staan:

  • regels voor milieubelastende activiteiten en indirecte lozingen, zoals horeca, recreatie en detailhandel;
  • regels over immissie van geluid, geur en trillingen;
  • regels over directe lozingen;
  • regels op het gebied van bouwen.

Geen bruidsschat voor provincies
Provincies streven ernaar hun omgevingsverordening af te hebben als de Omgevingswet in werking treedt en hebben dus geen bruidsschat nodig.


Recente gerelateerde artikelen