De gemeenten krijgen met de Omgevingswet, die in 2021 in werking treedt, een andere set wetsinstrumenten. Alle gemeenten moeten een omgevingsvisie vaststellen. Deze omgevingsvisie wordt uitgewerkt in programma’s en geeft richting aan een integraal omgevingsplan. Dit omgevingsplan omvat alle regels voor de fysieke leefomgeving die gelden in een bepaald gebied. Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning voor een project, verbouwing of ander initiatief wordt getoetst aan het omgevingsplan.
Omgevingsvisie
Gemeenten gebruiken de volgende kaders bij het opstellen van een Gemeentelijke Omgevingsvisie (GOVI):
- de omgevingsverordening van de provincie
- de algemene rijksregels
- de waterschapsverordening
Omgevingsplan
De Gemeentelijke Omgevingsvisie (GOVI) wordt aan de hand van het gemeentelijke programma vertaald in een omgevingsplan. In dit omgevingsplan worden alle regels voor de fysieke leefruimte vastgesteld. De regels in dit plan worden gehanteerd bij het verlenen van een omgevingsvergunning. Uitganspunten bij de behandeling van deze vergunning is het mogelijk maken en stimuleren van burgerparticipatie en daarmee zoveel mogelijk meedenken in oplossingen. Het streven is dan ook dat bij het beoordelen van initiatieven de houding van ‘nee, tenzij’ verandert in ‘ja, mits’. Met deze omslag, in zowel het denken als de juridische kant, is het de bedoeling dat de gemeenten bij nieuwe projecten meer een facilitator worden dan een belemmering.
De grote ruimtelijke opgaven vragen om een steviger optreden van de Rijksoverheid, stelt Friso de Zeeuw. Hij gelooft dat alleen enkele provinciebestuurders daar nog principieel moeilijk over doen, onder verwijzing naar hun eigen heldendaden. >>
We krijgen te vaak signalen uit de praktijk dat wethouders, gedeputeerden en waterschapsbestuurders nog weinig belangstelling hebben voor de Omgevingswet. Dat leidt bij de implementatie van de wet geregeld tot een kloof tussen ambtenaren en bestuurders. Toch biedt de nieuwe wetgeving juist mogelijkheden om de grote opgaven gerichter aan te pakken met meer draagvlak, betogen Sarah Ros en Arjan Nijenhuis. >>
Het College van Rijksadviseurs is van mening dat er spoedig een minister van Ruimte moet komen om de grote ruimtelijke opgaven waar Nederland voor staat in goede banen te leiden. Volgens het college is er een integrale aanpak nodig om Nederland succesvol door de komende periode te loodsen. >>
Nu, omdat nu nog kan. Als het niet nu gebeurt ontstaat een gedane zaak en valt er niets meer te beslissen, schrijven Diana Frikkee en Peter Overwater. Niet over het wel of niet in voeren en ook niet meer over wel of niet nog weer uitstellen van de Omgevingswet. >>