Omgevingswet en welstand

De Omgevingswet verplicht gemeenten een omgevingsplan op te stellen. Dit gemeentelijke omgevingsplan moet alle algemene regels bevatten die voor een gebied gelden. Waar het bestemmingsplan zich nu enkel ontfermt over de ‘ruimtelijk relevante’ regels, moet het omgevingsplan ook rekening houden met het uiterlijk van bouwwerken, het geluidsniveau, de maximale duur van een evenement of de begroeiing in het park. In dit nieuwe systeem hoeven regels niet langer als verboden geformuleerd te worden. De regels gelden nu als stimulansen.

Oude situatie (bestemmingsplan)

‘Een bouwwerk mag niet in strijd zijn met redelijke eisen van welstand.’

Nieuwe situatie (omgevingsplan)
‘De gemeente vraagt in deze straat om extra aandacht voor het uiterlijk van bouwwerken. In de oude situatie zijn welstandsregels verplicht, maar is er ruimte om het welstandsbeleid af te schaffen. In de nieuwe situatie is niets verplicht en kan de gemeente besluiten om regels over ruimtelijke kwaliteit in het omgevingsplan op te nemen. Ook kan de gemeente kiezen voor een generieke open norm. Zo'n norm houdt in dat het uiterlijk van een bouwwerk moet voldoen aan redelijke eisen van welstand. In de beleidsregels legt de gemeente criteria vast waarmee de beoordeling kan plaatsvinden of het uiterlijk van een bouwwerk in strijd is met redelijke eisen van welstand. Voor deze beoordeling kan de gemeente een onafhankelijke toetsingscommissie, zoals de welstandscommissie, inschakelen.


Recente gerelateerde artikelen