Met het invoeren van de Omgevingswet, die 26 wetten omvat, wordt participatie in de breedste zin mogelijk gemaakt. Zo is in de Omgevingswet een motiveringsplicht opgenomen. Dit houdt in dat het bevoegd gezag bij het besluit aan moet geven hoe het de omgeving bij de voorbereiding heeft betrokken en wat het met de resultaten heeft gedaan. De motiveringsplicht verplicht daarmee bijvoorbeeld gemeenten om burgers te betrekken.
De motiveringsplicht geldt voor:
Bij het projectbesluit en het omgevingsplan geeft een overheid in een kennisgeving aan hoe het participatietraject eruit komt te zien. Voor de omgevingsvergunning, die dé vergunning wordt voor partijen die iets willen ondernemen, is het de bedoeling dat de initiatiefnemer in de aanvraag moet aangeven of – en hoe – er overleg is geweest met belanghebbenden. Op deze manier is het de bedoeling dat ook op projectniveau participatie gewaarborgd wordt.
Omgevingsvergunning
Ook voor partijen die een initiatief op willen starten biedt de Omgevingswet nieuwe mogelijkheden. Initiatiefnemers van participatieve projecten kunnen een aanvraag doen voor een omgevingsvergunning. Met deze omgevingsvergunning kunnen zij toestemming verkrijgen voor de door hen gewenste activiteiten. Dit moet na de invoering van de Omgevingswet mogelijk zijn via één aanvraag bij één loket. Bij deze vergunningen is het de bedoeling dat de gemeente bij het verstrekken van de vergunning denkt vanuit de ‘ja, mits’-gedachte. Deze aanpak moet zorgen dat oplossingen gezocht worden om een plan uitvoerbaar te maken. Ook wordt de tijd voor de aanvraagprocedure verkort van 26 naar 8 weken.
De Eerste Kamer heeft met 41 voorstemmen en 29 tegen ingestemd met het voorstel om de Omgevingswet op 1 januari 2024 in te laten gaan. Er waren vier leden afwezig. De tegenstemmers, waaronder de fracties van GroenLinks, PvdA, PvdD, Fractie Otten en 50Plus, vinden dat het digitaal stelsel (DSO) niet op orde is en het te ingewikkeld is voor de burger. >>
Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) is inderdaad lastig te doorgronden voor burgers, reageert minister Hugo de Jonge op zorgen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij wil daarom dat burgers ‘expliciet worden meegenomen’ bij testen. De Afdeling wijst er ook op dat er ‘witte vlekken’ kunnen ontstaan, ofwel het gebrek aan actuele rechtspraak in de systemen. Daarover is De Jonge minder meegaand. >>
Na een urenlang debat heeft de Eerste Kamer gisteren een datum geprikt voor de stemming over de invoering van de Omgevingswet. Op 14 maart stemmen de parlementariërs of de Omgevingswet op 1 januari 2024 ingaat. Het wordt een hoofdelijke stemming. Het is nog niet helemaal duidelijk of de beoogde invoeringsdatum op voldoende steun kan rekenen. >>
Burgers moeten kunnen oefenen met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), anders wordt de rechtsbescherming uitgehold. Dat schrijft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een brief aan de Eerste Kamer. Die debatteert dinsdag over de Omgevingswet. >>