Een van de grootste factoren die de versnelling van de energietransitie tegenhoudt is het Not In My Back Yard-effect (nimby). Dit effect houdt in dat er vanuit de maatschappij wel veel vraag is naar het gebruik van duurzame energieopwekkingsmethodes, maar dat niemand bereid is om daar iets voor op te geven. Dit effect treedt vooral op bij projecten in de ruimtelijke ordening bij personen, organisaties of zelfs gemeenten die niet direct profijt hebben bij de ingreep. De (vaak ruimtelijke) ingreep schaadt de belangen van deze groep. De Nederlandse term voor nimby is nivea: Niet In Voor- En Achtertuin. Deze term is echter minder bekend.
Behoud van ruimtelijke kwaliteit
Veel burgers zien nimby echter als iets goeds. Zij zien dit als verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leefomgeving. Bij deze burgers leeft de angst dat na verloop van tijd heel Nederland onleefbaar is geworden door alle ingrijpende aanpassingen in het (energie)landschap.
Het nimby-effect is onder andere te voorkomen door participatie mogelijk te maken. Door het bieden van vrijheid om zelf activiteiten te ondernemen, zoals met de Omgevingswet gedaan wordt, ontstaat er meer maatschappelijk draagvlak voor duurzame projecten en gebiedsontwikkeling.
'Elk bedrijventerrein zal plaats moeten bieden aan een tot maximaal drie distributiecentra. Hiervoor pleit Tim Beckmann, een van de grondleggers van de belangenorganisatie Dutch Industrial & Logistics Association (Dilas) in vakblad BT. >>
Bedrijven in de regio Groot-Amsterdam en Eindhoven lopen voorop in de transitie naar een duurzame economie. Beide regio's profiteren met name van stedelijke dichtheid en de nabijheid van veel kennisintensieve bedrijven. Verschillen met andere regio's zijn volgens het onderzoek van de Rabobank niet groot. >>
Door personeel- en expertisetekort hebben gemeenten en provincies moeite met de uitvoering van de energietransitie. Adviesbureaus nemen het werk daarom vaker over. Experts waarschuwen voor ontbrekend toezicht en commerciële invloeden. >>
De deelauto breekt door in Utrecht. Het aantal deelauto’s groeide in de afgelopen drie jaar van 500 naar bijna 900. De gemeente Utrecht wil het succes van het deelgebruik uitbouwen met een zogeheten 'free-floating'-pilot, waarmee auto's na gebruik niet verplicht terug moeten worden gebracht naar het opstappunt. >>