Met de geplande invoering van de Omgevingswet in 2021 worden 26 wetten gebundeld en worden alle procedures omgevormd tot één procedure. Die procedure gaat bovendien van 26 naar 8 weken. De Omgevingswet gaat meer ruimte genereren voor burgers en maakt het mogelijk om initiatieven sneller op te starten.
De inzet van (nieuwe) energiesystemen, zoals zonneweides, windturbines op land, gasvrije wijken en bodemenergie hebben impact op de fysieke leefomgeving. Deze ingrepen vragen om keuzes; waar gaan we de fysieke leefomgeving benutten en waar juist beschermen? Met de invoering van de Omgevingswet krijgen overheden nieuwe instrumenten, waaronder bestuurlijke afwegingsruimte, flexibiliteit en vereenvoudiging om beter maatwerk te leveren. Overheden kunnen met de Omgevingswet integrale afwegingen vastleggen in het omgevingsplan en de omgevingsverordening. Juist díe juridische mogelijkheid is een enorme meerwaarde ten opzichte van de oude situatie. Daarnaast wordt energie een integraal onderdeel van het omgevingsbeleid.
Burgerinitiatieven
Voor het bedrijfsleven en voor burgers biedt de Omgevingswet meer mogelijkheden om zelfstandig energie-gerelateerde projecten te starten. De Omgevingswet stimuleert participatie en maakt het opstarten van burgerinitiatieven makkelijker. Een concreet voorbeeld is het gemak om energiecoöperaties op te richten. Ook kan met de Omgevingswet en de daarbij behorende omgevingsvisie duidelijker gekeken worden welke energetische maatregelen waar in ons landschap mogen, kunnen en gewenst zijn.
In een brief aan demissionair minister Bas van ’t Wout van Economische Zaken en Klimaat roepen het IPO, de VNG, de Unie van Waterschappen en het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord op tot betere landelijke communicatie over de RES’en richting bewoners. Hun draagvlak is onmisbaar om de klimaatdoelen te halen, maar volgens de briefschrijvers wordt ‘het verhaal over het belang van de grootschalige opwek van hernieuwbare energie’ niet verteld. >>
De productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen is in 2020 vergeleken met een jaar eerder met 40 procent gestegen. Van het Nederlandse elektriciteitsverbruik kwam vorig jaar iets meer dan een kwart uit hernieuwbare bronnen van eigen bodem. Een jaar eerder was dat nog 18 procent. Dit blijkt uit nieuwe, voorlopige cijfers van het CBS over hernieuwbare elektriciteit. >>
Kansen voor de biodiversiteit op zonneparken kunnen beter benut worden dan nu gebeurt. Dat blijkt uit onderzoek dat Wageningen Environmental Research (WENR) uitvoerde in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar de bodem en vegetatie op zonneparken. Gemeenten kunnen op biodiversiteit sturen door randvoorwaarden te formuleren. >>
De grootste drempels in de overgang naar aardgasvrije wijken bevinden zich buiten de invloed van het initiatief in de wijk. Om ‘structurele knelpunten’ op te lossen zijn daarom keuzes en acties van het Rijk nodig. Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) aan de hand van interviews met betrokkenen van veertien wijken in transitie. Zicht op de complexiteit is een noodzakelijke eerste stap in het versnellen in de transitie, stelt transitieonderzoeker Marloes Dignum. >>