De kosten van de energietransitie zijn enorm. Onze infrastructuur moet veranderen, onze manier van energieopwekking moet veranderen en we moeten minder verbruiken. In een onderzoek van het PBL uit 2017 wordt geconstateerd dat een emissiereductie van 95 procent te halen is met een bedrag van 3,5 tot 5,5 miljard euro per jaar. Maar wie betaalt de energietransitie?
In Nederland zijn de burgers de voornaamste geldschieters voor de energietransitie. Consumenten, voornamelijk kleingebruikers, betalen sinds 1 januari 2013 Opslag Duurzame Energie. Deze opslag wordt gebruikt voor de subsidiëring van duurzame energie. Daarnaast betalen burgers vastrecht voor de netaansluiting. Dit geld wordt gebruikt voor de aanpassingen aan het netwerk.
Een veel besproken maatregel is een CO2-heffing. Bij discussies over het invoeren van deze heffing wordt verwacht dat bedrijven die deze heffing moeten betalen over hun uitstoot in CO2, deze kosten gaan doorberekenen aan de consument. Hier schuilt het gevaar dat de burger zelfs voor het bedrijfsleven de energietransitie betaalt.
Van de 7,7miljoen woningen die Nederland telde in 2018, was 4,4 miljoen particulier eigendom. Deze huiseigenaren moeten op eigen kosten verduurzamen. Voor veel verschillende maatregelen zijn subsidies te krijgen maar deze dekken in veel gevallen de kosten niet.
Vervoer op batterijen is de efficiëntste manier om mobiliteit CO2-neutraal te maken. De ruimtevraag voor een volledig elektrisch wagenpark is relatief klein. Waterstof en synthetische brandstoffen zijn een alternatief voor grotere vervoersmiddelen, maar daarvoor is veel meer ruimte nodig. Dat blijkt uit onderzoek door het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. >>
In Noorwegen is 80 procent van de nieuw-verkochte auto’s elektrisch. Dat is extreem hoog, maar in Nederland is het aandeel elektrische auto’s ook al bijna een kwart. Terwijl het een paar jaar geleden nog maar 3 procent was. Als al die elektriciteit duurzaam wordt opgewekt, raken we echt op streek met de energietransitie in Nederland. >>
Op Ameland wordt een test gedaan met opslag van zonne-energie via waterstof. Daarmee wil de gemeente kijken of het eiland deels zelfvoorzienend kan worden. Een verzwaring van het elektriciteitsnet naar het vasteland zou door energieopslag met een waterstofaggregaat niet nodig zijn. De pilot maakt onderdeel uit van het Duits-Nederlandse Interreg-project H2Watt. >>
Om de veiligheid van windmolens te garanderen, is een APK-keuring nodig voor oudere turbines. Die moet worden gedaan door een onafhankelijke instantie, bijvoorbeeld de Inspectie Leefomgeving en Transport. Dat bepleit emeritus hoogleraar windenergie Gerard van Bussel op Nu.nl. Afgelopen week brak een windmolen in Zeewolde en vielen de brokstukken op een verlaten dijk. >>