Als je in deze tijden met een familielid, vriend(in) of collega afspreekt voor een wandeling is een park in de buurt niet zelden onderdeel van de tour. In die gesprekken gaat het altijd over corona. In die gesprekken wordt de link tussen corona en park slechts zelden gelegd. Toch is die er wel degelijk. ‘Dat kan, nee moet, gepaard gaan met verdichting van steden. ‘De stad moet zorgdragen voor meer en ruimer woonomgevingsgroen waar de ontmoetingsfunctie centraal staat,’ schrijft Jos Gadet. ‘En dat betekent weer dat hoogbouw een belangrijke rol gaat spelen in de vergroening van de stad.’ >>
Achterstandswijken ontstaan mede als de ruimte niet goed is geordend. Dus is het ook een taak voor de ruimtelijke ordening om een einde te maken aan achterstandswijken. Is er in deze redenering sprake van ruimtelijk determinisme? Welnee, schrijft planoloog Jos Gadet. Het kan beter. >>
‘De coronacrisis luidt het einde in van de compacte stad. Een betoog met deze strekking laat zich moeiteloos onderbouwen’, aldus Friso de Zeeuw recent op Stadszaken. Is het heus? Planoloog Jos Gadet is een tegenovergestelde mening bedeeld. Hij zet graag de feiten eens op een rijtje. >>
Waarom kent Nederland geen metropool? Vanwege de anti-stedelijke politiek sinds het ontstaan van onze natie. Denk alleen maar aan het gebundelde deconcentratiebeleid! Exemplarisch is ook dat de politiek het aanleggen van substantiële metronetwerken tot op de dag van vandaag heeft afgehouden. Het ontbreken van fijnmazige metronetwerken in de drie grote steden is niet te wijten aan de geringe omvang van de steden, nee, de geringe omvang van de steden is te wijten aan het ontbreken van fijnmazige metronetwerken in de stedelijke regio’s. >>
Als een blitzkrieg wordt het antistedelijk offensief uitgevoerd. NRC Handelsblad, Het Parool, Algemeen Dagblad en Stadszaken bombarderen ons de laatste week met interviews met niet onbelangrijke personen in het ruimtelijk debat. Jos Gadet, hoofdplanoloog Ruimte en Economie bij de gemeente Amsterdam, snapt weinig van de opportunistische omwenteling. >>
De Nederlandse stadjes hebben het sinds 1900 hard te verduren. Het begon met de Woningwet (1901). Naast een enorme vooruitgang in de woonkwaliteit van laaggeschoolde Nederlanders, betekende de sociaaldemocratische interventie ook een bevoogdende houding ten opzichte van de verworpenen der aarde. >>
Bij steeds maar dalende transportkosten wordt menselijk kapitaal de belangrijkste productiefactor. Of omdat het goedkoop is, of omdat het gespecialiseerd is. Dat brengt grote geografische verschuivingen met zich mee. Bijvoorbeeld: in internationaal opzicht wordt de welvaartskloof minder, maar vanuit nationaal perspectief wordt die juist groter. >>
De storm die door de hoogbouwdiscusie in Amsterdam is veroorzaakt, is nog steeds niet gaan liggen. Binnenkort organiseert Arcam (Architectuurcentrum Amsterdam) zijn derde hoogbouwdebat. Werden in de voorafgaande twee debatten nog podiumplekken ingeruimd voor planologen, nu spreken enkel architecten met elkaar. Jammer, dat schiet niet echt op. >>
De reacties op het nieuwe boek van Richard Florida zijn op één punt unaniem: een deel van de negatieve effecten van het succes van steden is dat er niet genoeg centrumstedelijk gebouwd wordt. >>