'Dat is een andere manier van denken, een andere manier van kijken. Tegelijkertijd is het mijn ambitie om de traditie waarbij ontwerpers zich bezighouden met maatschappelijke vraagstukken te herstellen.’ Op het Landelijk Congres Openbare Ruimte op 15 juni in Hilversum zal Alkemade verder ingaan op zijn ambitie.

U heeft vanaf het begin van uw Rijksbouwmeesterschap een maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen. Wat is daarvoor de aanleiding?
‘Diverse onderzoeken tonen aan dat er flinke uitdagingen liggen op sociaal-maatschappelijk vlak. Kijk naar een ouder wordende bevolking, toenemende sociale segregatie, ongezondere leefstijlen. Dat uit zich inmiddels in onze politieke systemen. Onze openbare ruimte, de plek waar men elkaar op een vanzelfsprekende manier tegen het lijf loopt, heeft een sleutelrol in het tegengaan van mechanismen die deze trends in de hand werken.’
‘Echter, de plekken waar mensen elkaar ontmoeten nemen alleen maar af. De winkelstraten ondergaan een devaluatie door ons veranderend winkelgedrag. Maar ook voorheen toegankelijke openbare gebouwen zijn nu niet meer toegankelijk. Kijk naar alle treinstations. Het belang van de openbare ruimte neemt toe, maar tegelijkertijd neemt het aantal plekken af. Het is goed om te realiseren: wat betekent openbare ruimte?’

Waar liggen volgens u de oplossingen als we kijken naar het ontwerp van de openbare ruimte?
‘Het moet zo zijn dat mensen er op een vanzelfsprekende manier gebruik van maken. Kijk bovendien met een brede blik naar openbare ruimtes, een goede woonstraat is net zo goed openbaar gebied als een centraal plein. En denk aan programmering. Hoe kunnen publieke functies zo worden ingericht dat mensen een reden hebben om gebruik te maken van de openbare ruimte?’
‘Een goed ontwerp vraagt betrokkenheid van de ontwerper, het is geen anonieme opdracht. Zo laten we studenten nu letterlijk meelopen met bejaarden op hun weg naar de binnenstad. Om te zien welke obstakels ze tegenkomen. Vergis je daar niet in, er zijn een heleboel mensen die niet buiten de deur komen vanwege het feit dat er bepaalde details in het ontwerp van de openbare ruimte niet goed zijn uitgewerkt.’

De oproep van de Rijksbouwmeester aan gemeenten is duidelijk:
‘Pak de transformatieopgave niet alleen als een fysiek project aan. Kijk breder, kijk naar de 40 procent alleenstaanden, naar mensen met zoveel verschillende etnische achtergronden, het wegvallen van het verenigingsleven. Dat zijn ontwikkelingen die verstrekkende gevolgen kunnen hebben. Het is van belang dat we fundamenteel anders gaan nadenken over hoe we het anders kunnen doen. Er zit een ongelofelijke urgentie in de opgave.’

Het meenemen van meerdere opgaven past waarschijnlijk niet in het beschikbare budget.
‘Je hebt voor dit soort projecten enthousiaste trekkers nodig. Die niet alleen op geld sturen, maar redeneren vanuit het meest logisch resultaat: hoe krijgen we bepaalde opdrachten écht voor elkaar? Wat financiering betreft moet je niet alleen kijken naar de post openbare ruimte, koppel meerdere domeinen.’

Ten slotte: ‘Repair with gold’
‘Hoe kunnen we met meer trots, met meer waardigheid, meer zorgvuldigheid over onze openbare ruimtes nadenken? Ik nodig iedereen uit om betere oplossingen te bedenken. Dat mag best radicaal zijn. Wat niet wil zeggen dat overal de sloopkogel doorheen moet. Alhoewel dat soms een oplossing is.’
‘De opdracht om de wijken te transformeren kan gezien worden in het licht van één metafoor. Het is een Japanse techniek om gebroken keramiek te repareren, maar onzichtbaar door juist de reparatie als een eigen kwaliteit in te zetten. Repair with gold. Toevoegingen die een kwaliteitsverbetering teweegbrengen zonder dat je die hele wijk wegveegt. Dat is wat wij van ontwerpers verwachten als zij met die woonwijken aan de slag gaan.’
 

Floris Alkemade is hoofdspreker op het Landelijk Congres Openbare Ruimte