De onderzoekers van Goudappel Coffeng hebben in totaal 20 indicatoren in beeld gebracht, geordend in de categorieën Bereikbaarheid, Demografie, Ruimtelijke Kwaliteit en Voorzieningenaanbod. Deze indicatoren zijn afkomstig uit databronnen en in een enkel geval van expertschattingen. De onderzochte steden zijn afgebakend in binnensteden, grote centrumgebieden en middelgrote centrumgebieden.
Tim van Huffelen, adviseur locatieontwikkeling en ruimtelijke economie: 'Met dit vitaliteitsprofiel krijgt de gemeente, een ondernemersvereniging, een centrummanager, retailer en/of vastgoedeigenaar inzicht in de onderdelen waarop goed of minder goed wordt gescoord en op welke aspecten gezamenlijk kan worden ingespeeld om het centrum vitaler te maken. Door te spiegelen aan succesvolle voorbeelden ontstaat het fundament voor ingrepen. Moet het parkeerbeleid worden aangepast of schuilt er in de toeristische aantrekkingskracht misschien extra potentie?'
Onderscheidend vermogen
De economische vitaliteit van Binnensteden is vrijwel overal hoog, met Amsterdam als grote uitschieter. Amsterdam voert de stedenlijst aan, gevolgd door Utrecht en Den Haag. Op demografisch gebied scoort de hoofdstad uitstekend vanwege de grote bevolkingsgroei, een extreem lage vergrijzing en veel inwoners binnen kort bereik. Maar ook met een uitstekende ruimtelijke kwaliteit en een prima voorzieningenaanbod. Alleen de bereikbaarheid is matig (vooral met de auto) en in beperkte mate zijn de loopafstanden dat ook in het centrum van Amsterdam.
Steden als Vlaardingen en Hengelo laten een minder vitaal beeld zien vanwege naburige concurrentie en een minder eigen onderscheidend vermogen. Zwolle, Groningen, Utrecht en Maastricht onderscheiden zich juist weer positief. Guido Scheerder, adviseur locatieontwikkeling en ruimtelijke economie: 'Deze steden trekken een grote consumentenstroom aan en hebben een ‘monopolie’ binnen hun gebied. Uit ons onderzoek blijkt ook dat historische studentensteden als Leiden, Delft en Nijmegen meer te bieden hebben dan louter de aanwezigheid van grote winkelketens.'
Veel winkelmeters
Bij de Grote Centrumgebieden voeren Hoofddorp en Amstelveen de lijst aan, vooral vanwege hun voordelige demografisch karakter: veel inwoners binnen bereik, bevolkingsgroei, relatief beperkte vergrijzing, een verhoudingsgewijs hoog bestedingsniveau en sterke voorzieningen (veel winkelmeters en leegstand die meevalt). Bovendien weten zij zich te onderscheiden van de binnensteden in de buurt. Kwetsbaar wat betreft vitaliteit zijn steden als Lelystad, Almelo, Spijkenisse en Heerlen, ondanks het feit dat er op het gebied van leegstand en samenwerking met andere partijen binnen de centra de afgelopen twee jaar veel is verbeterd.
In de categorie Middelgrote Centrumgebieden valt op dat veel centra het nog steeds zwaar te verduren hebben, zeker in de perifere gebieden waar krimp aan de orde van de dag is. De middelgrote centrumgebieden van Barneveld (demografisch profiel en specifiek aanbod), Katwijk (toeristen), Kampen (historie) en Houten (bereikbaarheid met alle vervoersmiddelen) ontwikkelen zich daarentegen positief, terwijl de vitaliteit in middelgrote centra als Kerkrade, Terneuzen en Den Helder kansen biedt voor verbetering. 'De slag om de bezoekers en bestedingen is nog steeds gaande', aldus Guido Scheerder. 'Ondanks de verbeterslagen die zijn gemaakt is er nog veel werk aan de winkel.'
Vitaal Top-5 per categorie:
Binnensteden | Grote centrumgebieden | Middelgrote centrumgebieden |
Amsterdam | Hoofddorp | Barneveld |
Utrecht | Amstelveen | Houten |
Den Haag | Hoorn | Wageningen |
Rotterdam | Alphen aan den Rijn | Harderwijk |
Haarlem | Middelburg | Kampen |
Meer informatie is te vinden in het Rapport Vitaliteitsbenchmark Centrumgebieden 2017