Herbestemmen/inbreiden is het nieuwe bouwen en het vak van de toekomst, zeker voor 'mijn' studenten. Ik ben dan ook blij dat private, publieke en maatschappelijke organisaties hun verantwoordelijkheid hebben genomen en zelf met een breed gedragen Manifest Binnenstedelijke Gebiedstransformatie zijn gekomen. Nadruk ligt op grootschalige woningbouw op verouderde terreinen binnen de steden. Het staat er wel niet met zoveel woorden, maar het Manifest is een duidelijke signaal dat de bouw- en ontwikkelsector een bijdrage wil en moet leveren aan onze Klimaat- en energieafspraken. Letterlijk is binnenstedelijk bouwen nodig omdat: "energiezuiniger en duurzamer gebouwd wordt, het gebruik van de auto wordt teruggedrongen, nieuwe banen gecreëerd worden en er meer betaalbare woningen beschikbaar komen voor huishoudens die graag in de stad willen wonen. Van belang is ook dat door meer woningen binnen de steden te bouwen, er minder huizen in nieuwe buitenwijken aan de randen van de steden gebouwd hoeven te worden". Ik vraag me wel af wat enerzijds de klimaat- en energie- en ook ruimtelijke baten en -kosten zijn van nieuw bouwen buiten de stad. Anderzijds zullen we ook de baten en kosten mee moeten nemen als de bestaande voorraad en ruimte in het stedelijk gebied niet wordt verduurzaamt en benut.
Geen papieren tijger
In het verleden zijn natuurlijk wel vaker dergelijke brede coalities gesloten tussen private, publieke en maatschappelijke organisaties rond de verduurzaming van bijvoorbeeld bedrijventerreinen en kantoren (de zogenaamde Kantorentop). Hier is veel te weinig uitgekomen en dergelijke 'manifesten' bleken vooral papieren tijgers. Toch ben ik in het verlengde van wat er gebeurt rond de Retailagenda positiever gestemd over het Manifest binnenstedelijke gebiedstransformatie. Net als de Retailagenda levert het Manifest een voorname bijdrage aan de noodzakelijke cultuurverandering in de bouw- en ontwikkelsector. Op steeds meer plekken en in steeds meer regio's wordt veel meer gekeken hoe we de bestaande voorraad beter en anders kunnen benutten, verbeteren en vernieuwen. Van meer naar beter dus. Bouwen voor leegstand is uit den boze. De klimaat- en energieafspraken zullen zeker nog meer ingrijpende stappen en afspraken vragen van de sector, maar de eerste stap is gezet. Partijen gaan voor nieuwe vormen van samenwerking en willen elkaar meer zekerheid geven. Doel is meer geld en menskracht vrijmaken om in de binnenstedelijke woonopgave te investeren.
Het is goed dat ook Rijk en IPO meedoen aan het bepleite Intensiveringsprogramma Binnenstedelijke Gebiedstransformaties waar het Manifest voor pleit en waarin duidelijke afspraken staan over doelstellingen, randvoorwaarden en gelden. Noodzakelijke verduurzaming is gewoon niet gratis en alle private, publieke en maatschappelijke partijen zullen een bijdrage moeten leveren aan zo'n verduurzamingsfonds. Het Kabinet zal hier zeker ook stappen in gaan zetten willen we de afspraken uit Parijs serieus nemen. Ik zou op deze plek wel willen oproepen dat de VNG en de G5 dit manifest met IPO en Aedes ook moeten omarmen.
Iets dichter nog misschien?
Ik denk dat het Manifest te voorzichtig is wat betreft de te realiseren binnenstedelijke woningbouwaantallen. Volgens het onderliggende onderzoek van Brink kan namelijk één derde van de totale woningvraag van Nederland in bestaand stedelijk gebied plaatsvinden. Brink gaat hierbij uit van erg voorzichtige stedelijke dichtheden, terwijl zeker in steden als Amsterdam, Den Haag en Eindhoven veel hogere dichtheden en dus aantallen woningen mogelijk zijn. Bovendien is er ook vraag naar centrumstedelijke en hoofdstedelijke woonmilieus. Per binnenstedelijke woning zou sprake zijn van een verlies van €30.000 per woning op basis van relatief lage dichtheden. Toch staat de markt in onder meer de G5 te trappelen woningen binnenstedelijk te bouwen en daalt de leegstand van kantoren eindelijk als gevolg van transformatie naar wonen. Over circulaire woningbouwambities en gevolgen van echt stevige klimaatambities lees ik helaas weinig.
Eerder erkende het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voor dat de komende decennia 35% tot 80% van de woningbehoefte kan worden gerealiseerd binnen bestaand stedelijk gebied. De ondergrens wordt in ieder geval bevestigd door dit prima manifest, maar er is nog werk te verzetten door scherp te krijgen wat de bovengrens is. Dit huiswerk is nodig, wil de bouw- en ontwikkelsector komen met serieus bod richting de klimaat en energieagenda.