Een pepernotenwinkel, een nostalgische speelgoedzaak en kneuterige koffietentjes. De synagoge waar een schat aan geschiedenis verborgen ligt en Huis de Beurs, waar vluchtige voorbijgangers vermaakt worden met jazzmuziek van de pianist op de stoep. Hoe staat 'de Folkinge' er eigenlijk voor? De straat leeft, maar dat is niet altijd zo geweest. Het succes van de hippe winkelstraat kent bovendien een keerzijde. Een portret aan de hand van een wandeling door de Jordaan van Groningen. Start: het Zuiderdiep.
Terug in de tijd
De Folkingestraat leeft, maar dat is niet altijd zo geweest. "Het is van oorsprong een Joodse volkswijk", vertelt Willeke Broekema, vrijwilliger van de synagoge. Voor de Tweede Wereldoorlog gonsde het in de Folkingestraat van bedrijvigheid. Joodse slagers, bakkers en fietsenmakers dreven er handel en verkochten hun groenten, fruit en textiel op de markten langs het Zuiderdiep."
Maar tijdens de oorlog werd bijna de gehele Joodse gemeenschap gedeporteerd en de wijk verpauperde. Pas sinds de bouw het nieuwe Groninger Museum en de museumbrug in 1994 bloeide de straat weer echt op. Broekema: "Toen ik kind was, was er niks te doen in de Folkingestraat."
Het geheim van een goede winkelstraat
Volgens Eva Ruijter van NLStreets bestaat een goede winkelstraat uit een mix van zelfstandige ondernemers en ketens. "Het liefst ziet het winkelend publiek 70% aan lokale ondernemers en 30% ketens in een winkelstraat." En de kracht van het aanbod? "Originele producten die niet online te vinden zijn. De Folkinge heeft bijzondere zaakjes en het is er gezellig. Bovendien trekt de straat daardoor niet alleen Groningers, maar ook publiek van buitenaf." De Folkingestraat werd in 2014 door NLStreets uitgeroepen tot beste winkelstraat van Nederland.
Zilversmid Willem Tredgett zit sinds 1990 met zijn zaak in de Folkingestraat. "Toen ik me hier vestigde zeiden mensen: 'Daar zijn drank, moord en vrouwen, ben je wel goed bij je hoofd?' Ik kwam hier in een transitieperiode. Het werd toen net erg gezellig hier. Mensen hier hadden een passie. Er zat een paardenslager, een basbouwer..." Luister hoe de Folkingestraat er twintig jaar geleden uitzag volgens Willem Tredgett:
Maar er is veel veranderd volgens Tredgett: "Halverwege de jaren negentig hebben we met de gemeente gekeken hoe we de straat konden verbeteren. De sexshops en coffeeshops zijn toen veelal verdwenen. De kleine eigenwijze winkeltjes zijn weggegaan omdat er een autoverbod kwam. Als je als contrabassen repareert wordt het toch lastig als je met de auto de straat niet in mag", zucht Tredgett.
"Het was een heel leuk hier, met hele chique kledingzaken die je in de rest van de stad niet vond. Het was een fucking elitaire straat."
"Het was een fucking elitaire straat."
Maar over het beheer van de panden in de straat en de daaruit voortvloeiende huurprijzen is veel te doen geweest. "We hebben halverwege de jaren negentig gepraat met woningcorporaties die grote projecten hadden in deze straat. Zij beheerden een veertiental panden. We hebben gekeken of deze in het beheer van de straat konden krijgen om de huur betaalbaar te houden", vertelt Tredgett.
"Dat is toen gebeurd, maar in 2006 zakte de economie weer in. Vastgoedinvesteerder Bo-Invest gooide alle huurprijzen in de stad omhoog en kleine ondernemers hadden het nakijken. Woningcorporatie Lefier wilde toen opnieuw acht panden kwijt en wij wilden deze als straat graag hebben." Maar de gemeente wilde deze panden op de vrije markt. "PvdA-wethouder De Vries zei toen: het wordt tijd dat de Folkingestraat zelf zijn broek gaat ophouden."
Inmiddels beheert vastgoedinvesteerder Bo-Invest zo'n veertien, vijftien panden in de straat. "De huurprijzen gingen van 700, naar 1400, naar 2100 naar 2800 euro per maand", vertelt Tredgett. De vrije markt bleef dus en daardoor kwam er bijvoorbeeld weer veel horeca in de straat. "Tot 2006 hebben we redelijk in stand kunnen houden wat we voor ogen hadden met deze straat. Daarna is er veel veranderd."
Toch kan het misschien ook een voordeel zijn dat het huidige winkelaanbod veel publiek trekt. "We hebben wel veel meer publiek, als doorloopstraat van het station naar de binnenstad. Maar naar mijn idee is het zwaar overschat. Koopzondagen zouden goed zijn, maar ik denk dat er nog geen tiende van het normale winkelend publiek overblijft."
"De bijzondere winkeltjes zijn er allang niet meer, dus je krijgt veel teleurstelling bij klanten. Maar dat kan ook mijn visie zijn want dat zijn misschien de klanten die mij weten te vinden. Je zou het aan meer mensen moeten vragen."
Wat Tredgett wel hoort is dat sommige ondernemers het sinds 2008 erg zwaar hebben. "Een aantal hebben de mazzel internet erbij te hebben. Zij dubben: blijven we nog in bricks of gaan we in bits verder? Hun spullen zijn zo specifiek dat ze hun pandje niet meer nodig hebben. De spullen gaan toch de wereld wel over. Maar mijn spullen moet ik zelf heen en weer brengen."
Tussen vier plankjes
En dus gaat Tredgett voorlopig niet weg uit de Folkingestraat. "Als het aan mij en mijn klanten ligt ga ik hier tussen vier plankjes de deur uit", lacht hij. "Maar ik denk wel dat de geschiedenis zich herhaalt. We hadden een prachtige straat maar dat hebben we weggeflikkerd en we staan erbij en kijken ernaar. We krijgen straks weer leegstand en dan vindt het zichzelf weer opnieuw uit."
De Jordaan van Groningen of de Folkinge van Amsterdam
De Folkingestraat wordt regelmatig vergeleken met de Amsterdamse Jordaan. Maar is het eigenlijk niet andersom? "Halverwege de jaren negentig hebben we een delegatie uit de Jordaan op bezoek gehad", vertelt Willem Tredgett. "Ze zochten naar de succesformule voor de Negen Straatjes. Ook qua karakterisering en huurstructuur hebben ze geloof ik veel overgenomen van ons."
De straten hebben inderdaad wat gelijkenissen: "De Folkingestraat lag in het centrum van een Joodse volkswijk", vertelt Broekema van de synagoge. Ook de Jordaan was van oorsprong een echte volksbuurt. De Amsterdamse wijk hing bovendien hetzelfde lot boven het hoofd in de jaren zeventig; de wijk verpauperde en zou gesloopt. Gelukkig is dit niet doorgegaan, en ook de Folkinge bleef gespaard.
Het woningaanbod is bovendien vergelijkbaar: "Het zijn hier in de Folkinge vooral veel kleine eengezinswoninkjes. Daar wonen van oudsher middenstanders. In de straten eromheen woonden vroeger vooral de arme joodse families, zoals kippenplukkers en voddenverzamelaars", aldus Broekema. Ook in de Jordaan zijn de woningen over het algemeen niet al te ruim.
Wie in de Jordaan winkelt, loopt ook de ene na de andere authentieke winkel in. "Ook daar heb je veel zelfstandige ondernemers, kleine zaakjes met ambachtelijke producten", trekt Eva Ruijter van NLStreets de vergelijking tussen de Jordaan en 'onze' Folkinge op winkelgebied.
"Maar net als hier slaan de ondernemers ook daar niet altijd hard genoeg op tafel om het karakter van de straat te behouden. Je ziet ook daar steeds meer commercialisering", verzucht Tredgett.
De oudste van het stel
Theo Butterhof zit het langst in de Folkinge met zijn antiquaat Isis. "Ik ben allang blij als m'n ramen 's ochtends schoon zijn", lacht hij even voorzichtig, doelend de op mensen die de godin Isis waarnaar zijn winkel vernoemd is verwarren met de Arabische terreurgroep.
Ook Butterhof betreurt de huidige stand van zaken in de Folkingestraat. "Ik geloof in samenwerking, met z'n allen moeten we het doen. Maar de betrokkenheid onder winkeliers is laag. Het is ieder voor zich door de snelle wisselingen... In de jaren negentig hadden we bovendien nog zeggenschap over welke winkels er in de straat kwamen, nu bijna niet meer."
Mythe en het museum
Het is volgens hem bovendien een mythe dat de Folkingestraat een winkelstraat is. "Er komt woon- en werkverkeer, het is een doorloopstraat. Er blijft weinig écht winkelend publiek over."
De beste klanten in de straat komen volgens Butterhof van het Groninger Museum: "De Folkingestraat valt of staat met wat het museum aanbiedt. De mensen die daar voor een bezoek komen zijn onze beste klanten."
"Je struikelt hier over de kledingzaken en koffietentjes"
Publiek van buitenaf doet dus een flinke duit in het zakje volgens Butterhof. "Groningen is een relatief arme stad, een derde is student. En dan zijn de parkeertarieven na Amsterdam de hoogste van het land... We hebben bovendien een best eenzijdig winkelaanbod in Groningen, 70% is modegerelateerd. Je struikelt hier bijna over de kledingzaken en koffietentjes."
Toch heeft Butterhof zelf niet te klagen over klandizie in zijn antiquariaat: "Wat langer is dan een A4'tje printen mensen uit, zo is mijn ervaring. Studenten komen hier ook. Ze kunnen dingen op internet vinden, maar niet alles. Ik vind het mooi om kennis over te dragen."
Welke winkels Butterhof graag in de straat zou zien? "Het liefst overal iets van, duurzame producten bijvoorbeeld. Ik ben erg blij met Le Souk. En een koffiebranderij zou ook niet misstaan", aldus Butterhof.
De vluchtige voorbijganger fietst ze vaak voorbij: de verborgen monumenten in de Folkingestraat die ons herinneren aan de geschiedenis. Wat dacht je van de bronzen deur schuin tegenover de synagoge of de maantjes in de straatstenen? Door de hele Folkingestraat liggen elf manen in de straatstenen. "Hoe verder je naar het midden van de straat, hoe voller de manen worden. Ze staan symbool de vele Joden die kwamen (halve maantjes), van de Folkinge een grote gemeenschap en levendige buurt maakten (de volle maan in het midden van de straat) en uiteindelijk vrijwel allemaal gedeporteerd werden (opnieuw halve maantjes). De Joden leven bovendien hoofdzakelijk volgens de maankalender", aldus Willeke Broekema.
Opnieuw bewijzen
Pol de Bruin is de voorzitter van de winkeliersvereniging en eigenaar van brasserie Midi. Ook hij ziet de straat veranderen, maar ruikt ook potentie: "Er zijn een paar panden die het moeilijk hebben. Het ambacht verdwijnt hier, maar het verdwijnt overal. Nederland hechtte een tijd lang geen waarde aan ambacht. Dan kan het ook niet bestaan."
De huren zijn hoger geworden, erkent ook hij: "Er is geen winkelier die niet zeikt over z'n huur, natuurlijk doen we dat allemaal. Maar niemand zit hier volgens mij ten onrechte."
De komende jaren moet de Folkinge zichzelf volgens De Bruin opnieuw bewijzen. "We hebben het de laatste jaren heel makkelijk gehad, het ging altijd goed. Nu wordt het ondernemerschap op de proef gesteld. De identiteit van de straat moet blijven, maar we moeten ook de identiteit van 2020 omarmen."
Volgens De Bruin moeten de winkels een meer uniforme uitstraling hebben. "Er is nu weinig noodzaak tot samenwerking. We staan qua aanbod nu gelijk aan de Zwanestraat, niet meer erboven. Je moet mensen trekken en niet denken 'het is een drukke straat, dus het komt wel goed'".
Daarvoor zijn al verschillende plannen in werking gezet: "We willen meer tegemoet komen aan de rustige fietser en voetganger, zo wordt de voorkant van de straat alleen nog maar stoep. Ook komen er straks in de lente allemaal planten voor de winkels voor de uitstraling. En we zijn hard aan het werk om ons als straat beter online te profileren."