De economie trekt aan, de logistieke markt is booming en er is behoefte aan sterke locaties die inspelen op nieuwe huisvestingseisen van bedrijven. Tegelijkertijd zijn er veel gemeenten en regio’s met een grote overcapaciteit aan terreinen en plannen. Ze moeten keuzes maken om de goede plekken op de markt te krijgen en op middellange en lange termijn een goede programmering te hebben, die niet op bestaande terreinen kan worden gerealiseerd.

Uiteraard heeft het oplossen van de overprogrammering veelal financiële gevolgen. Zo zal er soms moeten worden afgeboekt op eigen exploitaties en zijn er risico’s op plan- en contractschade als plannen van derden worden gedeprogrammeerd. Het is vooral de vraag hoe je deze risico’s minimaliseert. Zorgvuldige actie is vereist, maar deprogrammeren is nodig om een flexibelere, adaptievere bedrijventerreinenplanning te krijgen.

Regionaal en provinciaal?

Voor de plannen die zich richten op doelgroepen met een regionaal of bovenregionaal zoekgebied zijn regionale afspraken een must. Bij bedrijventerreinen is dat al snel aan de orde. De regionale samenwerking en programmeringsafspraken kunnen worden onderstreept door een regionale thematische structuurvisie op te stellen. Dit voorkomt concurrentie tussen verschillende gemeenten en maakt het voor alle partijen klip en klaar waar de resterende ontwikkelmogelijkheden voor goede werklocaties liggen.

Tegelijkertijd: met een regionale visie moeten gemeenten gezamenlijk nadenken over mogelijkheden om de negatieve effecten (afboeken, contractschade) zoveel mogelijk te verkleinen. De regionale samenwerking is hiermee compleet; de keuzes over regionale plannen wordt gezamenlijk gemaakt zodat partijen ook echt op de beste locaties worden gehuisvest, en concurrentie wordt voorkomen door al afspraken te maken over de verdeling van de eventuele pijn. 

Rol van de provincie

Pakt de provincie haar rol voldoende? De provincie kan een stevige rol spelen bij het op orde krijgen van het aanbod. Zij kan dwingen tot regionale afstemming en afspraken maken over andere, lees langere, vormen van afboeken indien dit nodig is om niet als gemeente failliet te gaan.

In diverse regio’s wordt nu samen met de provincie bekeken hoe gemeenten met langere afwaarderingstermijnen een faillissement kunnen afwenden. Ook kan zij regio’s helpen met goede afspraken, zoals het verbinden van bestaand en nieuw en dus het afboeken van grondposities. We zien goede voorbeelden zoals het herstructureringsfonds in de West-Achterhoek en het afboeken van gronden in Twente.

Ook vanuit haar verordening heeft de provincie diverse mogelijkheden om gemeenten te dwingen haar planaanbod op orde te krijgen. Denk aan de verplichting tot actualiseren van harde bestemmingsplannen, het blokkeren van het gebruik van uitwerkingsplannen bij overprogrammering en het verplichten tot deprogrammeren, en eventueel via provinciale inpassingsplannen doorzettingskracht realiseren. 

Provinciale verordening

Veel provincies verbeteren hun verordening nu op dit vlak, dat is vooral belangrijk om goede nieuwe plekken, zoals plekken voor grotere logistiek maar ook bijvoorbeeld bijzondere concepten als Brainport Industries Campus en Techbase Twente, door te kunnen zetten.

De impact van het mogelijke beleid van de provincie beperkt zich niet alleen tot de gemeentelijke plannen, ook daar waar de gemeente in contracten verbonden is met marktpartijen kan een scherpe rol van de provincie de gemeente helpen in het voorkomen van contractschade. Om een goede marktspanning te creëren, met het oog op stimulering van goede plannen, kunnen gemeenten met provinciaal beleid worden gedwongen tot herzieningen of het beperken van bestemmingen. 

Strakke verordening

Bij contracten waarin een gemeentelijke inspanningsverplichting is opgenomen, heeft een strakke verordening een positief effect op het verminderen van de kansen op contractschade. Een zeer goed samenspel van het RO-instrumentarium, contractrecht en financiële aspecten is nodig met bestuurlijk handwerk van gemeenten en provincie, om deprogrammering echt goed te laten verlopen. Met als voornaamste doel: ruimte geven aan nieuwe plannen voor bedrijventerreinen waar wel behoefte aan is.

 

Overprogrammering schaadt de financiële positie van gemeenten (rentetikker), de planologische mogelijkheden (Ladder voor duurzame verstedelijking), de uitgifte van nieuwbouw (te veel concurrentie, slechte plannen) en de bestaande voorraad (snellere veroudering). In de komende weken leest u in een vijfluik op Stadszaken alle ins en outs van deprogrammeren zonder plan- of contractschade. Het complete artikel leest u half december in vakblad BT.

Eerder verschenen artikelen uit dit vijfluik leest u hier.