Begin 2016 wilde het Kabinet bouwen langs de kust op basis van nog steeds mistige redenen meer loslaten en vrijgeven. Ik geloof niet in complottheorieën, maar als je huidige vele bouwinitiatieven langs de kust ziet, grijpt de hand van de bouw- en ontwikkelsector blijkbaar best ver.
Eind 2016 ligt er opeens een Kustpact, dat strikt aangeeft waar je wel en vooral waar je niet mag bouwen. Provincies pakken terecht hun landschappelijke rol, maar is het genoeg? Meer dan 100.000 Nederlanders gaven een duidelijk signaal af. Laten we kust zo mooi en open houden als het nu is. Stop de verdere bouwwoede. Veelvuldig werd gewezen op Belgische toestanden en werkten kekke verkooptermen als playa…., Malibu aan de… en recreatieve hotspots eerder averechts. Steeds duidelijker werd dat er plannen waren voor kilometers strandhuislinten, alleen dan met veel hippere liefst Engelse namen, voorzien van een verhullend ecosausje. Mijn tot nu favoriete typering van deze bouwwoede is nog steeds die van Jan-Willem Wesselink: ‘een smurrie van goede bedoelingen’. Graag zou ik het woord ‘goede’ met de huidige inzichten willen vervangen door ‘kortzichtige’.
Goedkoop geld, leuke investering
Haast verongelijkt lijkt het weerwoord dat er immers toch veel vraag is, en we zitten met goedkoop geld, dus een strandhuisje leek een leuke investering. Zeker voor die arme krimpgemeenten. Sommige kustgemeenten zagen hun kans schoon om de lokale economie deze bestuursperiode nóg te versterken en wat eigen inkomsten te genereren. De economische en landschappelijke effecten op langere termijn en protesten van burgers deden er minder toe.
Het kustpact geldt alleen voor nieuwe projecten na juli 2016, en niet voor projecten die tijdens afsluiten Pact al in procedure zaten
Het is de grote verdienste van Natuurmonumenten en andere (burger)initiatieven rond het beschermen van de kust, dat Rijk en lagere overheden opeens een streng Kustpact voorstelden. Het feit dat de verenging van Recreatieondernemers (Recron) niet wilde tekenen, bewijst dat dit echt een goed streng pact is. Het is mooi geweest met dat gerommel langs de kust. De Recron zou toch moeten weten dat de huidige kwaliteit, openheid en ondernemerschap langs de kust een factor van belang is voor onze concurrentiepositie.
Nóg meer bouwinitiatieven
Alleen al de aankondiging van het Kustpact blijkt er echter opeens voor te zorgen dat er nog meer bouwinitiatieven boven water komen. Bij eb zie je vaak de ware omvang van vervuiling, en het Kustpact laat zien wat er allemaal al in de pijplijn zat. Het kustpact geldt alleen voor nieuwe projecten na juli 2016, en niet voor projecten die tijdens afsluiten Pact al in procedure zaten, hoe prematuur ook.
Nu de ware omvang duidelijk is, is het te hopen dat álle projecten een plek krijgen in Kustpact. Zo nee, dan hoop ik dat landelijke ophef in de Tweede Kamer (Groen Links, PvdA, D66, SP) mij part resulteert in een algemene maatregel van bestuur alleen verduurzaming en vernieuwing van huidige kustbebouwing toe te staan. De provinciale fracties van Noord- en Zuid-Holland en Zeeland kunnen GS ook gewoon vragen een voorbereidingsbesluit te nemen zolang er geen Omgevingsvisie of afgewogen Kustpact ligt. Persoonlijk wil ik vooral een oproep doen richting raadsleden op korte termijn alle bestemmingsplannen Kustpactproof te maken.
Wat is de moraal van dit verhaal?
- De verantwoordelijkheid voor de inrichting van ons landschap kun je niet aan de markt (gemeenten incluis) overlaten, omdat het niet hun verantwoordelijkheid is. Telkens weer oversstijgen individuele ambities het maatschappelijk belang, blijkt.
- De mondige burger verdient een pluim, die pal staat voor landschapswaarden en dat ook laat weten.
- Dat geldt ook voor Natuurmonumenten en de media, die het onderwerp agendeerden.
- Maar zeker ook de provincies verdienen een pluim omdat ze de onrust serieus nemen, en hun verantwoordelijkheid als hogere overheid wél (lijken) te nemen.
- Decentralisatie is een prachtig ideaal, en je moet zeker afgaan op de wijsheid van gemeenteraadsleden, maar decentralsatie ontslaat de nationale overheid niet van haar eindverantwoordelijkheid.