‘Sinds de aanscherping van de voorwaarden vergeleken met de oorspronkelijke SFTregeling uit 2022, blijven de aanvragen achter bij de verwachtingen’, schrijft de minister. Uit inventarisaties bleek dat ruim veertig gemeenten wel plannen hebben, maar nog geen aanvraag indienden. De minister suggereert dat dat te maken heeft met de aanpassingen.

Daarom wordt de bijdrage per woning verhoogd van 7.800 euro naar 14.000 euro. Dit bedrag is aangepast op basis van stijgende bouwkosten en eerdere succesvolle subsidieregelingen, aldus de minister. Gemeenten en woningcorporaties gaven aan dat de eerdere bijdrage onvoldoende was om projecten rendabel te maken.

Daarnaast wordt de realisatietermijn aangepast. ‘Gebleken is dat er een diversiteit aan projecten bestaat die qua complexiteit, omvang, businesscase en aantallen woonruimten erg kunnen verschillen. Een algemene eindtermijn voor realisatie is daarmee niet geschikt gebleken.’

De start van de bouw moet nu binnen achttien maanden plaatsvinden, met een mogelijke verlenging van zes maanden. Een algemene eindtermijn voor afronding vervalt. Wel moeten gemeenten een realisatiedatum opgeven en bij vertraging dit melden aan het ministerie. Bij langdurige vertraging kan subsidie worden teruggevorderd.

Toevoegen optopprojecten

Een belangrijke wijziging is de toevoeging van optopprojecten. Hiermee kunnen extra woningen worden gerealiseerd op bestaande gebouwen. Keijzer verwijst daarbij naar een onderzoek van adviesbureau Stec, waarin werd geschat dat optoppen ongeveer 100.000 nieuwe woningen zou kunnen opleveren. Later werd dat getal door WoningsbouwersNL overigens naar beneden bijgesteld.

Het aanvraagloket blijft doorlopend open, totdat het volledige budget van bijna 78 miljoen euro is toegekend. Het eerdere maximum van 5 miljoen euro per gemeente is geschrapt. Hierdoor kunnen gemeenten meerdere aanvragen doen, mits het om verschillende projectgebieden gaat.