Onderstaand artikel stond eerder in vakblad Groen. De volledige versie lezen? Klik hier voor meer informatie, een proefexemplaar of abonnement.

In de provincie Drenthe liggen 110 bedrijventerreinen. Voor werknemers en werkgevers valt het misschien minder op, maar gedeputeerde Egbert van Dijk ziet hen ook als hotspots voor droogte en wateroverlast, met veel potentie om natuurinclusief te worden. Op de laatste bijeenkomst van de Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette in 2024, gehouden in Emmen, wordt in het bijzonder één locatie uitgelicht. 

Op bedrijventerrein Bargermeer-Zuid ligt een groot terrein naast de fabriek van circulaire meubelmaker Vepa. In deze circulaire speeltuin van 30.000 vierkante meter is ruimte voor veel uiteenlopende activiteiten, als ze maar bijdragen aan een duurzame en gezonde wereld. Deze unieke groene zone op het bedrijventerrein is in enkele jaren uitgegroeid tot een enorme kennistuin. 

In GreenField 2.0, zoals de plek heet, lijkt het aan niets te ontbreken. Zo ligt er een moestuin, een voedselbos, een amfitheater en meerdere insectenhotels. Op het terrein kan men in de huisjes ook lunchen en vergaderen evenemententerrein, een uit kijkpunt en een vogelkijkhutje. Tussen al die onderdelen liggen bosschages, bloemenmengsels, wadi’s die een groot deel van de regenval op Vepa’s fabriek op vangen en velden met gekweekte hennep en vlas. 

Die twee gewassen worden door Vepa ook gebruikt als hernieuwbare grondstof voor de meubelproductie. Ook groeien er lisdodden, ruig natuurlijk gras, akkerbloemen en andere bloem mengsels. Her en der zijn huisjes en bruggen geplaatst, in elkaar gezet door sociale werkplaats WerkPro en vervaardigd met restmaterialen uit de fabriek van Vepa. GreenField doet daarmee de titel van circulaire speeltuin zeker eer aan. 

Al in 2015 werd het idee voor GreenField, toen nog een eerste versie, in de wieg gelegd. Eric Luisman, manager Sustainability & Business Development bij het eerdergenoemde Vepa en directeur Douwe Snoek van Snoek Puur Groen vonden elkaar naar eigen zeggen op een door de gemeente Emmen georganiseerde bijeenkomst over vergroening op bedrijventerreinen. 

Het project startte met een ambitie voor het circulair ondernemen, vertellen zij. Ze bevestigen het belang om niet de hele natuurinclusieve opgave boven ondernemers te houden. Gaandeweg ontdekten zij dat GreenField de “satéprikker” was om meerdere opgaven mee op te pakken. Daarbij is te denken aan klimaatadaptatie en biodiversiteit, die voor Vepa veel overlap hebben met het kweken van natuurlijk grond stoffen voor de productie. 

Groene, Gezonde Bedrijventerreinen Estafette (GGBE)

De estafette-bijeenkomsten van de GGBE worden georganiseerd door de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN) en Stichting Steenbreek, in samenwerking met een provincie en een gemeente. Het doel van de bijeenkomsten is om de noodzaak van het vergroenen van werklocaties op de agenda te krijgen en te delen op welke manieren dit mogelijk is.

Elke bijeenkomst wordt georganiseerd op een bedrijventerrein met een inspirerend voorbeeld van hoe een natuurinclusieve werklocaties vorm kan krijgen.

Overheden 

GreenField wordt door de gemeente Emmen en de provincie een parel genoemd onder de projecten die op Drentse bedrijventerreinen worden ondernomen. Voor de gemeente en de provincie blijft een grote rol weggelegd om dergelijke successen ook elders aan te jagen. Als het aan gedeputeerde Egbert van Dijk ligt, zijn lokale en regionale overheden daarin vooral verbinders en cofinanciers. Waar de provincie het bredere verhaal over het vestigingsklimaat goed moet weten te vertellen, moeten gemeenten volgens Van Dijk het verhaal weten te vertalen naar de lokale situatie van ondernemers. 

Op de bijeenkomst van de Groene, Gezonde Bedrijventerreinen Estafette is Snoek eerlijk richting de aanwezige ambtenaren. De coördinatie tussen overheden over hoe ondernemers ondersteund kunnen worden in de vergroeningsopgave, mag beter. Hij sluit zich aan bij Jan-Willem Vogels, business developer energietransitie bij de Rabobank, die op de bijeenkomst het belang bevestigt van gemeentelijke afdelingen en een provincie die eenzelfde taal spreekt. ‘Met uiteenlopend beleid jaag je ondernemers de verkeerde kant op. Zorg er dus eerst voor dat alle afdelingen weten wat de ambities zijn voor bedrijventerreinen. En uit welke potjes een investering kan worden gefinancierd.’ 

Gedeputeerde Van Dijk herkent die worsteling, zowel aan de kant van ondernemers als ambtenaren. ‘Ik ben zelf ook wethouder geweest, in Meppel en Zeewolde. Daar ging het ook vaak om de vraag: staan gemeenten ervoor open om bedrijventerreinen te vergroenen? En tot welk resultaat zijn ze in staat, waar hebben ze de mensen en kennis voor?’ 

Andersom lijkt in sommige gevallen ook consensus over de verantwoordelijkheid van ondernemers om van hun eigen terrein een klimaatadaptieve en aantrekkelijke werkomgeving te maken. Zo zegt Snoek: ‘De rol van de gemeente is eigenlijk ook gewoon op de achterbank, rechts achterin. Het is aan ondernemers om de verantwoordelijkheid te pakken. Zeker nu er bewijslast ligt voor wat het oplevert om je terrein te vergroenen.’ 

In de slotdiscussie gaat het net als op eerdere estafette-bijeenkomsten over het moeizame proces om de ondernemer te bereiken en te overtuigen. Ondernemers op Bargermeer zijn uitgenodigd voor de bijeenkomst, maar zijn niet aanwezig. Sommige ondernemers zullen pas met de transitie meebewegen als de stappen informeren en stimuleren al zijn doorlopen. Voor gemeenten blijft dan nog één instrument over: verplichten. Het liefst ziet Snoek dat veel ondernemers eerder aanhaken: ‘Sommige ondernemers vertrekken hierdoor juist. Mijn oproep aan gemeenten is dan toch: richt je programmering op ondernemers die juist wél willen vergroenen.’