‘De vaststelling van de wijziging laat zien dat we op de goede weg zijn’, meldt het gemeentebestuur in de brief aan de raad. De Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in werking trad, verving 26 bestaande wetten en introduceerde nieuwe instrumenten zoals het omgevingsplan. 

‘De invoering van de Omgevingswet heeft niet geleid voor problemen rond de vergunningverlening, maar we merken wel dat het veel van ons vraagt’, schrijft het college. Wel zijn extra financiële middelen nodig. ‘Uit landelijke onderzoeken blijkt steeds meer dat de Omgevingswet niet kostenbesparend werkt.’ 

Zoals verwacht bleek het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) ingewikkeld, vooral voor burgers. ‘Het doorlopen van vergunningchecks is complex door de juridische termen en de bundeling van vragen van meerdere instanties’, aldus de gemeente. ‘Hierdoor zijn de vergunningchecks erg uitgebreid en onoverzichtelijk.’ 

Daardoor zijn de doorlooptijden voor vergunningaanvragen toegenomen. Dit komt doordat de nieuwe wet uitgebreide onderbouwingen vereist. ‘Dit kost meer capaciteit bij initiatiefnemers en ook kost het meer ambtelijke capaciteit.’  

Groningen verwacht dat meer capaciteit nodig is, zodra nieuwe situaties zich aandienen. Als voorbeeld geeft het college de zogeheten parallelle wijzigingen van het omgevingsplan.  

Wanneer meerdere wijzigingsprocedures tegelijkertijd doorlopen worden, kan het besluit op één van deze wijzigingen vernietigd worden door een ingesteld beroep. 

‘Het is dan een enorme uitdaging voor gemeenten en softwareleveranciers om de juiste versies van de regels en werkingsgebieden in een laatste versie van het omgevingsplan gepubliceerd te hebben. 

Rol gemeenteraad 

Het college van B en W schrijft in de brief ook dat de rol van de gemeenteraad door de Omgevingswet is veranderd.  ‘Deze is meer opgeschoven naar een kaderstellende rol.’ De kaders worden door de raad in de omgevingsvisie vastgesteld en de uitwerking vindt dan plaats in het omgevingsplan. 

‘Er is echter wel de mogelijkheid om uitwerkingen van onderdelen van het omgevingsplan te mandateren aan het college.’ In Groningen is dat gebeurd bij de uitwerking van een deelproject binnen de gebiedsontwikkeling Stadshavens. 

Voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, ook wel BOPA’s genoemd, is een lijst vastgesteld waarvoor een bindend adviesrecht van de gemeenteraad geldt. Zo’n lijst is er ook voor BOPA’s waarvoor volgens de wet of de gemeenteraad participatie is vereist. 

De opbouw van een omgevingsplan voor het hele gemeentelijke grondgebied is een complexe en tijdsintensieve operatie. Groningen streeft naar afronding in 2032, de maximale termijn. ‘We weten inmiddels wel dat de opbouw van het omgevingsplan veel capaciteit kost.’