De stad kampt in sommige wijken met een tekort aan ruimte voor voldoende schoolgebouwen. In andere wijken is juist sprake van leegstand en overcapaciteit. Tegelijkertijd is de verwachting dat het aantal leerlingen in Utrecht met bijna 3000 leerlingen per jaar groeit.

Ook is er voor ambities, zoals inclusievere schoolgebouwen, klimaatadaptie, circulariteit en flexibele huisvesting op dit moment niet voldoende budget, zegt de gemeente.

Om de toekomst van schoolgebouwen te borgen, worden in het nieuwe Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHPO) een aantal keuzes gemaakt. De gemeente gaat zo efficiënt mogelijk inzetten op het gebruik van onderwijsruimte, multifunctionele faciliteiten, en het tegengaan van leegstand.

De gemeente gaat het aantal kleine schoollocaties, met minder dan 191 leerlingen in het gebouw, terugdringen. Dat moet bijdragen aan het efficiënter inzetten van de beschikbare ruimte in de stad, van beschikbare leraren en financiële middelen. 

‘Deze kleine scholen worden daarom extra gestimuleerd om samen te werken of te fuseren met andere scholen of schoolbesturen.’

Voor speciaal onderwijs wordt in de komende jaren alleen nog gebouwd in combinatie met een reguliere school. Dit betekent dat het speciaal onderwijs samen met een reguliere school gehuisvest wordt in één gebouw. ‘Zo kan onderling kennis uitgewisseld worden en komen kinderen in contact met elkaar’, aldus de gemeente. 

Buurtscholen

De gemeente wil beginnen met drie pilots voor buurtscholen. Dat zijn scholen waar kinderen niet alleen samen leren, maar ook samenleven. Organisaties zoals sportverenigingen, culturele instellingen, de bibliotheek of jongerenwerk zullen zich dan allemaal onder één dak bevinden. 

‘Buurtscholen vormen een laagdrempelige, vertrouwde plek in de wijk waar verschillende organisaties samenwerken met scholen, ouders en kinderen. Het is een plek waar kinderen niet alleen leren, maar ook hun sociale vaardigheden en persoonlijke groei verder ontwikkelen.’ 

‘Door gebouwen multifunctioneel en flexibel in te richten, kunnen we de ruimte ook voor andere activiteiten gebruiken, waarbij de drempel laag is om naar binnen te stappen.’

Scherpe keuzes nodig

‘Goede kwalitatieve schoolgebouwen zijn onmisbaar voor goed onderwijs’, zegt Wethouder Eelco Eerenberg (Onderwijshuisvesting). ‘Om beter met de uitdagingen van de huidige tijd om te gaan, zoals het lerarentekort en ruimtegebrek in de stad, maken we in het IHPO scherpe keuzes.’

‘Keuzes voor minder kleine scholen, buurtscholen waar kinderen niet alleen samen leren maar ook samenleven en multifunctioneel gebruik van de gebouwen. Maar we kijken ook welke buurten en locaties investeringen in schoolgebouwen het hardst nodig hebben en helpen die het eerst.’ 

De plannen uit de nieuwe nota richten zich op schoolgebouwen, tijdelijke locaties en gymzalen voor basisscholen, speciaal onderwijs en middelbare scholen. De nieuwe beleidsnota is naar de raad gestuurd. 

Momenteel minimale niveau

Het onderwijsniveau in Nederland staat onder druk en ook Utrecht blijft de komende jaren groeien. Veel schoolgebouwen in Utrecht voldoen nu al niet meer helemaal aan de eisen van deze tijd, zegt de gemeente. Ze benadrukken het belang om deze gebouwen te vernieuwen naar duurzame, toekomstbestendige en toegankelijke schoolgebouwen.

Het vinden van geschikte onderwijslocaties is volgens de gemeente lastig. ‘Ruimtegebrek, stijgende bouwkosten, aanvullende eisen en netcongestie vergroten daarnaast de financiële druk. En voor ambities als inclusievere schoolgebouwen, klimaatadaptie, circulariteit en flexibele huisvesting is op dit moment geen budget.’

De gemeente maakt met schoolbesturen afspraken om prioriteiten te stellen en keuzes te maken. Maar omdat de komende jaren de middelen ontbreken om de gedeelde hogere ambities (volledig) te kunnen realiseren, worden die keuzes nu gemaakt op basis van het minimaal noodzakelijke niveau. 

‘Dit kan in de toekomst gevolgen hebben voor de kwaliteit van de schoolgebouwen en het onderhoudsniveau. De komende jaren moet worden gekeken hoe er ruimte kan worden gevonden om wel invulling te gaan geven aan deze niet gedekte ambities.’