Woningcorporaties hebben de afgelopen jaren minder woningen gebouwd dan beoogd. In 2023 bedroeg de gezamenlijke bouw ongeveer 17.800 woningen, bleek eerder uit cijfers van het CBS. Hoewel dat het hoogste aantal is in tien jaar tijd, blijft het beduidend minder dan de gewenste aantallen.

In 2020 werd met de VNG en het Rijk in de Nationale Prestatieafspraken namelijk het doel gesteld om jaarlijks 33.000 corporatiewoningen te bouwen. 

Eind vorig jaar zijn de prestatieafspraken herijkt. Uiterlijk in 2029 willen woningcorporaties jaarlijks 30.000 sociale huurwoningen en 5.000 middeldure huurwoningen bijbouwen.

Beleid kost tijd

Toch zal het nog meerdere jaren duren voordat er een merkbare stijging van de woningbouwproductie door corporaties zichtbaar is, klinkt de analyse van de bank. ‘Of de sector de nieuwe woningbouwdoelstellingen kan halen, is onzeker.’

Er is namelijk tijd nodig voordat nieuwe beleidsmaatregelen in werking treden en effect hebben. 

Plannen zoals het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting zijn erop gericht om bestaande belemmeringen voor woningbouw weg te nemen. Maar of zulke maatregelen bijdragen aan een hogere nieuwbouwproductie door corporaties, zal pas over enkele jaren duidelijk worden.

Onder de naam Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving (STOER) onderzoekt het kabinet hoe ze de woningbouw kunnen versnellen, door regels en procedures voor de woningbouw te verminderen of aan te passen. 

Maar dat programma staat nog in de beginfase, waarbij ideeën en suggestie tot 17 januari welkom waren. In het huidige kwartaal komt minister Keijzer (Wonen) nog met concrete beleidsvoorstellen. 

Ook zijn er Europese wijzigingen in aantocht die nog op zich laten wachten. ‘Een voorwaarde voor de doelstelling voor het middenhuursegment is dat woningcorporaties voor de bouw van deze woningen via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw geborgd kunnen lenen.’ zegt Mirjam Bani, econoom bij de ING Bank.

Dat is onder de huidige Europese staatssteunregels nog niet mogelijk. Het kabinet pleit voor een aanpassing van deze regels. Of dit gaat lukken is nu nog onzeker, aldus Bani.

Financiering en solidariteit

Het Financieel Dagblad (FD) stelde dat de financiële haalbaarheid van de landelijke bouwdoelstelling van 100.000 woningen per jaar, waarvan twee derde betaalbaar, niet zeker is. ‘Het is onzeker of gemeenten een voldoende groot aandeel van de onrendabele top van woningbouw kunnen financieren’, aldus Bani.

‘Het helpt als corporaties realistischere begrotingen zouden maken.’ De Autoriteit Woningcorporaties constateerde eerder dat de afspraken die woningcorporaties maken met lokale overheden en het Rijk, nu onvoldoende concreet zijn en dat corporaties onrealistische begrotingen maken. 

‘De interne begroting verliest zo aan waarde als sturingsinstrument.’ Door meer realistisch te begroten zou de sector beter kunnen sturen op de bouwproductie. Wel is het volgens Bani de vraag hoe makkelijk de sector dit kan realiseren. 

Ook helpt het als corporaties onderling meer solidariteit creëren, adviseert de econoom. ‘Als meer vermogende corporaties de extra financiële ruimte die ze hebben, inzetten om corporaties met een tekort te steunen, kan dit helpen om de Nationale Prestatieafspraken te realiseren.’ Volgens de econoom is van deze solidariteit nu maar beperkt sprake.

Naast de doelstellingen rondom de bouw, staan er in de Nationale Prestatieafspraken ook afspraken over de verduurzaming van corporatiewoningen en het huurbeleid.

In de eerste helft van 2024 leverden woningcorporaties 8.200 woningen op, meer dan in dezelfde periode in 2023. Dat bleek eerder uit voorlopige cijfers van het CBS over nieuwbouwwoningen, een onderzoek uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VRO en Aedes.