‘Je kunt ons elektriciteitsnetwerk zien als één groot verlengsnoer door Rotterdam’, zegt RET-directeur Linda Boot tegen het AD. ‘Er is echter veel meer stroom beschikbaar dan onze trams en metro's nodig hebben. Zeker in daluren en 's nachts.’ 

Het elektriciteitsnetwerk van de stadsvervoerder is ongeveer tweehonderd kilometer lang en geleidt jaarlijks zo’n 90.000 megawattuur (MWh) aan elektriciteit. Die hoeveelheid stroom zou naar vergelijking zo’n 36.000 huishoudens van stroom kunnen voorzien.

Net zoals in de rest van Nederland zit het stroomnet in en rond Rotterdam vrijwel vol. Vanaf vandaag gaat RET daarom overtollige stroom leveren aan andere partijen. De eerste afnemers zijn natuurorganisatie Zuid-Hollands Landschap en de gemeente Rotterdam.

Rotterdam wil 2.000 megawattuur afnemen voor twee nieuwe laadpleinen, waarvan één bij Rotterdam Alexander. Daar kunnen elektrische auto’s – zoals bedrijfswagens, bestelbusjes en uiteindelijk ook bouwverkeer – straks opladen. Dit staat gelijk aan ongeveer 30.000 laadbeurten per jaar. 

Ook Zuid-Hollands Landschap profiteert: deze natuurorganisatie gaat de stroom gebruiken voor emissiearm natuurherstel in Natura 2000-gebieden, zoals verbouw-werkzaamheden of waterbeheer. De organisatie beheert circa 120 natuurgebieden in de provincie.

De herinrichting van het Vafamil-terrein in Hoek van Holland is daardoor het eerste project in Nederland dat door deze reststroom voor een groot deel emissieloos wordt uitgevoerd. Hier worden mobiele werktuigen op de bouwplaats geladen met elektriciteit van een bovenleiding van het RET-metronetwerk.

Vergunning en omvormer 

Op technisch vlak was de koppeling voor RET niet heel gecompliceerd. ‘Nodig zijn alleen een eigen stroomnet én een vergunning om elektriciteit te leveren’, zegt RET-directeur Boot over de koppeling in Rotterdam. Die vergunning ontving RET afgelopen juli al van de toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM)

Wel moest de Rotterdamse stadsvervoerder hiervoor een omvormer bouwen. De trams en metro’s rijden namelijk op 700 volt, een voltage dat ongeschikt is voor andere toepassingen.

De stadsvervoerder wordt vergoed voor de overgedragen stroom. Om hoeveel geld het gaat, is nog niet bekend. ‘Het levert iets extra's op, maar het is geen melkkoe voor de RET’, zei een woordvoerder eerder. 

Primeur 

De gemeente Rotterdam spreekt van een primeur voor heel Europa. Ook volgens RET-directeur Boot is dit voor zover bekend nog nergens anders gedaan. ‘Er is al interesse uit het buitenland; zo zijn collega’s uit België op bezoek geweest.’ 

De Nederlandse OV-sector is al langere tijd geïnteresseerd in het delen van stroom. Volgens Boot is de technische koppeling op veel meer plekken in Nederland toepasbaar. ‘Denk aan Den Haag, Amsterdam en Arnhem met hun metro-, tram- en trolleynetwerken. Ook ProRail kan dit rond het spoor toepassen.’

De gemeente Den Haag verkent sinds vorig jaar de mogelijkheid om overtollige stroom te verdelen. Samen met vervoerder HTM en Railinfra HTM vroeg de gemeente om toestemming bij de ACM.

Die concludeerde in ieder geval dat er geen leveringsvergunning nodig is, omdat hier één partij de infra aanlegt en exploiteert. De gemeente en HTM willen de oplaadpalen als proef plaatsen bij de parkeerplaatsen aan het Zwarte Pad-strand in Scheveningen.

Ook het trolleynetwerk van Arnhem loopt dwars door de stad en biedt kansen om ander elektrisch vervoer van stroom te voorzien. Maar volgens een woordvoerder van Transdev, het moederbedrijf waar het Arnhemse trolleyvervoer onder valt, ligt die bal bij de gemeente. 

‘Dat het technisch mogelijk is, bewezen we eerder met een autolaadpunt dat is aangesloten op het trolleynetwerk. Maar dat werd mogelijk met Europese middelen’, aldus de woordvoerder. ‘Meer kunnen we nog niet doen, omdat wij geen stroomleverancier zijn, geen vergunning hebben en bovendien geen eigenaar zijn van de infrastructuur. Dit is aan de gemeente Arnhem.’ 

Energiebank

De samenwerking tussen RET en Rotterdam breidt zich de komende jaren uit. Volgens de gemeente is het de ambitie om meer laadpleinen, voor zowel groot- als kleinverbruik, aan te sluiten.

RET onderzoekt mogelijkheden rondom batterijen en energieopslag. ‘Technicus Vliegenthart heeft ook een energiebank ontwikkeld voor het vervoersbedrijf. Dat is een batterij die ongebruikte stroom opslaat en op drukke momenten kan terugleveren’, aldus Boot aan het AD.

‘De energiebank is zo groot als een container, veel kleiner en goedkoper dan een onderstation, dat anders nodig zou zijn. Deze vinding kan helpen ons netwerk verder uit te breiden.'