‘Er is altijd druk op volkstuinen. Het gaat meestal om gemeentegrond’, vertelt Ruud Grondel, voorzitter van AVVN. Die grond is gewild voor onder andere woningbouw, waardoor volkstuinen in Nederland sinds 1996 zo’n 450 hectare aan grond hebben ingeleverd. 

Een bekend voorbeeld is in Amsterdam. Bij een onderzoek ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de volkstuinvereniging bleek dat de helft van de volkstuinen in de stad minstens één keer is verplaatst omdat de grond werd herbestemd voor bouwprojecten. 

‘Wij strijden er altijd voor dat er dan minimaal compensatie plaatsvindt. Dat lukt gelukkig bijna altijd wel’, aldus Grondel. ‘Compensatie in de vorm van grond’, verduidelijkt Ineke Ten Hoedt, secretaris van AVVN. ‘Het lukt echter niet altijd om nieuwe plekken te vinden.’ 

De AVVN pleit er daarom voor om bij nieuwe gebiedsontwikkelingen standaard een volkstuin mee te nemen. Grondel: ‘Dan ben je als gemeente gelijk verzekerd van gratis onderhoud. Het is prachtig groen wat openbaar is en meer biodivers dan wat je ooit als gemeente kunt betalen aan onderhoud.’ 

Een volkstuin vervult ook een sociale rol in de buurt, vertelt Ten Hoedt. ‘De meeste tuinparken zijn opengesteld en je ziet vaak dat buurtbewoners er komen wandelen. Het samen tuinieren kan ook allerlei vormen krijgen. Wat sociaal-maatschappelijk vaak als probleem wordt gezien, kun je oplossen op een volkstuincomplex.’ 

Grondel vult aan: ‘Ik vertel vaak tegen wethouders dat ze op een volkstuincomplex eigenlijk een gratis buurthuis hebben. Je bereikt vaak meer mensen dan met een klassiek buurthuis, zeker als er meer dan honderd tuinen op een complex zijn.’ 

Actievere lobby 

Een van de ambities van de AVVN is het aanhalen van contacten met de VNG en gemeenten. Ook wil AVVN vaker meepraten tijdens de totstandkoming van beleidsnota’s.  

De decentralisatie van het groenbeleid naar provincies bemoeilijkt volgens Grondel het onder de aandacht brengen van de voordelen van volkstuinen. Dit komt doordat provincies verder van gemeenten afstaan en niet overal een actief groenbeleid wordt gevoerd. 

De AVVN hoopt ook dat volkstuinen en natuurlijk tuinieren scherper in beeld komen in de opleiding van landschapsarchitecten om te laten zien wat de kansen van volkstuinen zijn voor versterking van de biodiversiteit.’ 

In veel gemeenten is sprake van een toegenomen populariteit van volkstuinen. In Amsterdam wachten bijvoorbeeld 7.000 inwoners op een volkstuin, de hoofdstad heeft momenteel 6.000 plekken, met een toename van aanvragen na de coronapandemie. De totale oppervlakte van volkstuinen is volgens CBS echter teruggelopen van 4062 hectare in 1996 naar 3608 hectare in 2017. 

AVVN is een vereniging van verenigingen: bijna de helft van de volkstuinverenigingen in Nederland is aangesloten bij de organisatie die over drie jaar het honderdjarig bestaan viert.