Onderzoekers van adviesbureau Stec vroegen 140 gemeenten in Nederland, dat in totaal 342 gemeenten telt, naar hun grondprijzen. Daarvan gaf 57 procent aan dat de grondprijzen voor woningbouw in 2024 zijn gestegen. De stijging was gemiddeld 3,3 procent. Zuid-Nederland liep voorop, met een gemiddelde stijging van 5,0 procent.

Volgens Stec zijn de stijgende grondprijzen nauw verbonden met de stijgende verkoopprijzen van woningen (vrij-op-naam). Deze zijn sterker gestegen dan de bouwkosten, waardoor ontwikkelaars meer kunnen betalen voor de grond.

Ook voor 2025 verwachten gemeenten een grondprijsstijging van gemiddeld 3,4 procent door te voeren voor woningbouwlocaties. De grootste stijgingen zullen plaatsvinden in Oost-Nederland, met een gemiddelde stijging van 4,3 procent.

‘Gemeenten geven aan dat deze stijging komt door de blijvende druk op de woningmarkt. Tegelijkertijd zijn de gemiddelde bouwkosten per nieuwbouwwoning licht gedaald, wat een verdere verhoging van de residuele grondwaarde als gevolg heeft.’

Regiewet nog weinig impact op grond 

De nog in te voeren Wet versterking regie volkshuisvesting (Wvrv) en de verwachte herprogrammering bij gemeenten hebben volgens Stec nog weinig impact gehad op de afdelingen grondzaken van gemeenten.

De wet stelt onder andere dat twee derde van alle nieuwbouw moet vallen in het betaalbare segment, waarvan dertig procent in sociale huur. In de benchmarkt geeft dertig procent van de gemeenten aan dat er sprake gaat zijn van herprogrammering. Stec verwacht dat dit nog toeneemt.

Krapte voor bedrijventerreinen 

Ook voor bedrijventerreinen zijn prijsstijgingen zichtbaar. In 2024 verhoogde 50 procent van de gemeenten de grondprijzen, gemiddeld met 3,3 procent. Gemeenten in Noord-Nederland voerden de sterkste stijging door, met 5,3 procent.

Ook deze trend zet zich door in 2025, met een prijsverhoging van gemiddeld 2,6 procent.

De belangrijkste oorzaak van deze prijsstijging is de krapte op de markt. De vraag naar bedrijfskavels blijft groot, vooral vanuit logistieke bedrijven en regionale ondernemingen. Tegelijkertijd blijft het grondaanbod beperkt door uitdagingen zoals een overbelast energienet, strikte regelgeving en beleidskeuzes rond het accommoderen van de vraag.

Opvallend is dat gemeenten binnen deze markt steeds vaker specifieke tarieven hanteren voor bepaalde sectoren. Zo is het percentage G40-gemeenten dat lagere prijzen vraagt voor stadsverzorgende en creatieve bedrijvigheid, verdubbeld naar 54 procent in gemengde stedelijke gebieden.

Dat wijst volgens Stec op een bredere beleidskoers gericht op het bevorderen van diversiteit en economische veerkracht.