'Het gaat niet alleen om werk of meer productie. Alles wat relevant is uit het oogpunt van behoeftebevrediging hoort in samenhang te worden afgewogen’ Groei staat voorop in het economisch beleid. De redenering is dat als het ons land voor de wind gaat, er geld beschikbaar komt om ook iets aan de leefomgeving te doen. ‘Dat is van de gekke’, vindt emeritus hoogleraar Arnold Heertje. ‘Als je dat denkpatroon niet doorbreekt, krijg je nooit een ander beleid. Dat is een volledige verwaarlozing van de betekenis van de leefomgeving voor de behoeftebevrediging van mensen.’
Bredere definitie
Voor zijn emeritaat was Heertje hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en daarnaast schreef hij tientallen boeken over economie, waaronder het talloze malen herdrukte ‘De kern van de economie’ (vertaald in het Duits, Frans en Italiaans). In woord en geschrift toont hij zich al decennialang een fervent pleitbezorger van een bredere invulling van het begrip economie. Hij voelt zich een roepende in de woestijn.
‘Ik krijg maar niet tussen de oren dat voor de samenleving wezenlijke zaken als schone lucht of natuur, die niet direct in geld zijn uit te drukken, alles met de economie te maken hebben. In plaats daarvan beschouwt het bedrijfsleven ze vaak als kostenposten. Ook veel hoogleraren beperken de definitie van economie tot louter de financiële sector. De kwaliteit van de leefomgeving ziet men op zijn best als een kostenpost of nog erger, als iets dat niets kost en dus gemakkelijk kan wijken voor nog meer woningen, wegen, fabrieken en kantoren.’
Heertje constateert dat veel mensen die zich inzetten voor een schone leefomgeving meedoen aan het gevecht van milieu tegen economie. Hij roept hen op daarmee te stoppen. ‘Dat heeft geen zin.’
Boter, kaas en eieren
Om zijn woorden toe te lichten, noemt Heertje zijn vergeefse pogingen om alle woningen in Nederland te renoveren uit het oogpunt van duurzaamheid. ‘Dit project zorgt voor een verbetering van de woon- kwaliteit en draagt bij aan de klimaat- doelstellingen. Tegelijkertijd geeft het een enorme stimulans aan de economie in enge zin.’ Geld is volgens de econoom niet de reden waarom een dergelijk omvangrijk initiatief niet van de grond komt.
‘Wel moet je de middelen die er zijn zodanig mobiliseren en kanaliseren dat je aan de slag kunt. Hiervoor is veel samenwerking nodig tussen publieke en private partijen, denk aan bouwondernemingen, archi- tecten, financiële instellingen en mensen die inhoud geven aan verduurzaming.
Het gebeurt echter niet omdat er sprake is van een intellectueel probleem, namelijk inzien dat je dan dingen doet die voorzien in behoeften van mensen.’ Heertje signaleert nog een andere hobbel van formaat. ‘In dit land worden ongelooflijk veel fouten gemaakt. Er heerst corruptie en fraude. De gemeenten functio- neren bovendien te slecht om de regie op te pakken. Kijk bijvoorbeeld wat er allemaal fout is gegaan in het transitieproces van de jeugdzorg. Die hebben een bureaucratie ontwikkeld van heb ik jou daar.’
Om het economieschip van koers te laten veranderen, pleit hij voor centrale regie. ‘Het gaat alleen lukken indien het kabinet dergelijke omvangrijke projecten agendeert. De uitvoering kan vervolgens plaatsvinden in nauw overleg met gemeenten. Voor hen is dat bovendien zinvoller dan bedrijfsterreinen opkopen of kantoren neerzetten die vervolgens leeg komen te staan. Daar verdienen alleen de ontwikkelaars aan, wat er verder mee gebeurt interesseert hen niet.’
Groeiende onvrede
Naast de schade aan milieu en gezondheid van het huidige economische beleid noemt Heertje de groeiende onvrede in ons land een extra reden om het roer om te gooien. ‘Het gemor neemt inmiddels dermate toe dat gevestigde partijen geen poot meer aan de grond krijgen. Ons land dreigt onregeer- baar te worden, omdat we de mensen waar het om gaat in de kou laten staan.’
Gezien het groeiende gemor in de samenleving is de urgentie volgens hem groter dan ooit om volgend jaar in het nieuwe regeer- akkoord het ruime welvaartsbegrip te operationaliseren. ‘Laat hierin zien dat het in de samenleving gaat om het voorzien in behoeften van mensen van nu en mensen van straks, waar ook ter wereld. In het alge- meen zijn die mensen zowel bij de overheid als het bedrijfsleven volledig uit beeld.
Neem het onderwijs en de gezondheidszorg, in beide gevallen worden de leerlingen en zieken waar het om gaat weggeduwd door de ambtenaren, managers en andere bureaucraten. Hetzelfde zie je met huurders van woningen, die zijn helemaal uit beeld. Een nieuw kabinet moet deze gang van zaken radicaal omgooien.’
Groen bnp
Sinds enige tijd roepen partijen op om te komen tot een groen bnp. Heertje noemt dit een nuttige poging om enigszins in beeld te brengen waar we het over hebben. ‘Maar het gaat uit van meetbaarheid en daar verzet ik me tegen. Er zijn immers zaken die niet in geld of in cijfers zijn uit te drukken, maar die mensen wel als schadeposten ervaren. Net zoals met boter, kaas en eieren, kortom goederen die worden verhandeld, voorzien schone lucht en een mooie leefomgeving in behoeften van mensen.
Dáár gaat het om en dat moet men leren inzien. Alles waar mensen belang aan hechten, materieel en imma- terieel, moet een volwassen rol krijgen bij beleidsafwegingen. Helaas zijn we daar nog lang niet aan toe.’ Niettemin noemt hij een groen bnp als tussenoplossing een stap in de goede richting. ‘Maar waar we naar toe moeten is het operationeel maken van het brede welvaartsbegrip. Pas als dat is gebeurd, hebben we een handvat om beter met dit soort dingen om te gaan.’
Afwegen in samenhang
Zijn ideaalbeeld is dat overheden en bedrijven op het niveau van de micro-economische besluitvorming alles op tafel leggen wat relevant is voor beslissingen. Hantering van het ruime welvaartsbegrip vormt de motor om te komen tot een radicale koerswijziging, benadrukt Heertje. ‘Milieugoederen voorzien net zo goed in behoeftes als auto’s en frisdrank.
Zo lang je dat inzicht niet hebt, kun je geen beleid maken, ook omdat je dan in de sfeer komt van concurrentie van allerlei uitgaven. Je moet eerst inzien dat meer asfalt ten koste gaat van de leefomgeving. Omdat we dat niet in geld kunnen uitdrukken, laten we het maar weg. Dat is de praktijk. Bij de afweging van dit soort zaken moeten zaken die wel en niet calculeerbaar zijn tegelijkertijd op tafel worden gelegd, waarbij ervoor gewaakt moet worden dat de laatste ervan afvallen. We moeten toe naar het in samenhang afwegen van alle zaken die uit het oogpunt van behoeftebevrediging meetellen. Alleen dán kun je komen tot goed afgewogen besluiten.'
Dit artikel verscheen eerder in Tijdschrift Milieu september 2016 (Jaargang 22, nr. 5).
Meer artikelen in de categorie Economie leest u hier.