Dit artikel verscheen eerder in een uitgebreide versie in vakblad Groen. Meer informatie over abonnementen of een proefexemplaar vind je op de site van uitgever ELBA\REC.

‘Het koele netwerk bestaat uit beschutte routes (routes met minimaal 50 procent schaduw) en koele plekken', schrijft de gemeente Arnhem op haar eigen site. Door dit netwerk kunnen kwetsbare groepen en mensen die door hun woonsituatie geen beschutte buitenruimte hebben, toch naar buiten en deelnemen aan de stedelijke samenleving.’

Voor de binnenstad gold een grotere opgave dan daarbuiten, omdat hier minder of te weinig ruimte is om effectief te vergroenen. Om binnensteden economisch vitaal te houden, moet echter ook hier veel meer gebeuren op het gebied van klimaatadaptatie. Arnhem zocht daarom contact met ontwerpbureau OMGEVING uit Antwerpen om een visie te ontwikkelen op een ‘koel netwerk’. 

Koeler én cooler

Luc Wallays, creatief directeur van ontwerpbureau OMGEVING vond al snel dat de opdracht veel breder getrokken kon worden: in het groener en klimaatadaptiever inrichten van de binnenstad kon Arnhem niet alleen voorkomen té heet te worden, het kon zichzelf juist nóg aantrekkelijker positioneren voor bezoekers en toeristen. 

‘Arnhem presenteert zichzelf als een groene stad, met prachtige plekken zoals het Sonsbeekpark om als koele stad in aanmerking te komen’, zegt Wallays. ‘En toch voel je, zodra je de binnenstad inloopt, dat groene kwaliteiten ontbreken. Zoals dat in veel binnensteden het geval is.’ 

Oudere bezoekers mijden de binnenstad uit vrees voor hun gezondheid. En sommige straten zijn nog geen 10 jaar geleden aangelegd, legt de creatief directeur uit, wat goed laat zien hoe jong de aandacht voor klimaatadaptatie eigenlijk nog is.

Het Koelte Netwerk van de Arnhemse binnenstad. Beeld: Bureau OMGEVING

Meer typologieën

De visie van bureau OMGEVING deelt Arnhem in nieuwe gradaties in. De openbare ruimte krijgt meer typologieën met elk eigen spelregels. Het ontwerpbureau heeft voor de hele binnenstad uitgetekend tot welke typologie een openbare ruimte idealiter behoort en welke indeling dus wenselijk is. Alle door het bureau ontwikkelde kaarten en spelregels zijn, gebundeld in een toolbox, aangeboden aan de gemeente.

Zo gaan sommige pleinen straks stadshoven heten. Ook moet worden ingezet op verborgen tuinen, die volgens Wallays ook deel kunnen uitmaken van de openbare ruimte. Straten worden ingedeeld in woon-, struin-, horeca- en winkelstraten. Ook zij hebben eigen spelregels en vergroeningsadviezen.

Het idee van de toolbox is om ambtenaren helderheid te bieden bij het omvormen van typen openbare ruimte in de komende jaren. ‘Als ambtenaren in de toekomst over een ruimte praten, dan is het de bedoeling dat zij helder hebben of iets een plein, stadshof of een verborgen tuin is’, vertelt de creatief directeur. 

‘Bij herinrichtingen van bepaalde openbare ruimtes weten ambtenaren zo direct aan welke groene ondergrens die ruimten moeten voldoen’. Met de nieuwe typologieën kunnen bepaalde plekken (die voorheen als te klein gezien konden worden voor de indeling van een parkje), alsnog ambitieus vergroend kunnen worden als een stadshof. 

Een impressie van hoe restruimte groen kan worden ingevuld. Beeld: Bureau OMGEVING

Meerjarenplan

‘We wilden in ieder geval dat mogelijk werd om binnen de gemeente een meerjarenplan te maken. Dat je per plek kan bepalen binnen hoeveel jaar je deze wil aanpakken, wat voor typologie en welke spelregels er gelden. Zo kan je plannen wat er nodig is en hoe je het wil gaan inrichten', aldus Wallays.

Er ligt in de Arnhemse binnenstad nog voldoende restruimte, zegt hij. Zo kunnen fietsen efficiënter worden weggezet, die nu nog veel lukraak overal tegen hekjes en bomen worden gezet. 

Ook straatmeubilair zou op meerdere plekken in de openbare ruimte verplaatst kunnen worden, met het behoud van zitplekken in dezelfde ruimtes, om extra meters groen te realiseren.

Anders werken

De visie voor het Koelte Netwerk vraagt van de gemeentelijke organisatie om anders te gaan werken, ook met elkaar. Wallays legt uit dat voor het uitrollen van de visie zowel groenambtenaren als ambtenaren van andere afdelingen met elkaar om tafel moeten om de spelregels te honoreren. 

‘Onze visie zal botsen met andere ruimtelijke belangen. Als de gemeente onze visie als uitgangspunt gebruikt, krijgt het vanzelf gesprekken over waar het schuurt. Wil je de visie laten werken, dan betekent dat iets voor het aantal parkeerplekken, de plaatsing van bankjes of fietsenrekken.’