Warmtepompen worden vaak gezien als een van de oorzaken van netcongestie, maar dat is volgens de uitkomsten van het onderzoek niet juist. Hoewel de apparaten ongetwijfeld bijdragen aan een overvol net, zou er vooral sprake zijn van een scheve congestie-berekening.
Het probleem ligt bij netbeheerders die bij het bepalen van netbelasting zich baseren op verouderde en conservatieve uitgangspunten. ‘Uit de studie komt juist naar voren dat individuele warmtepompen een aanzienlijk lagere netbelasting geven dan nu in de regel wordt aangehouden.’
Volgens Merosch is de dominante mantra bij diverse partijen, waaronder landelijke overheid, gemeenten, warmtebedrijven en netbeheerders, dat warmtenetten netcongestie voorkomen, terwijl warmtepompen juist netcongestie veroorzaken.
Het gevolg: gemeenten en provincies zetten vol in op complexe warmtenettrajecten, terwijl dat niet voor elk gebied de beste oplossing is tegen netcongestie. ‘Sommige typen warmtenetten zorgen zelfs voor dezelfde belasting als die van individuele warmtepompen.’
Ook maken netbeheerders zich zorgen over de inschakeling van de noodvoorziening van een warmtepomp, die in uitzonderlijke situaties voor hoge pieken op het elektriciteitsnet zou kunnen zorgen. ‘Deze angst is onterecht: in sommige gevallen verwerken warmtepompleveranciers geen noodvoorziening meer in warmtepompen.’
Warmtepompen zijn volgens de onderzoekers juist handiger voor gebieden met een lage bouwdichtheid. Warmtenetten zijn dat voor gebieden met een hoge bouwdichtheid.
Door deze onjuiste benadering loopt de warmtransitie volgens het adviesbureau onnodig vertraging op. ‘Dat beleidsmakers nauwelijks focus hebben op de individuele warmtepomp voor wijken met een lage bouwdichtheid is daarom een gemiste kans in de warmtetransitie,’ stelt Ronald Schilt, directeur van Merosch.