Overal zijn besturen van ondernemersverenigingen, of het nu gaat om winkelcentra, binnensteden, bedrijventerreinen of ‘buitengebieden’, bezig met het nadenken over en het oprichten van fondsen. Naar schatting zijn er nu een aantal honderden gebiedsgerichte fondsen en over enige tijd meer dan duizend. Want een fonds heeft een aantal voordelen voor ondernemers die steeds meer worden gezien, zoals beveiliging, locatiemanagement en promotie/marketing. En in de toekomst speelt energie een steeds prominentere rol.
Overal nemen ook gemeenten initiatief om met ondernemers te komen tot de oprichting van fondsen. Gemeenten hebben belang bij professionele ondernemersorganisaties voor hun doelstellingen als het gaat over werkgelegenheid en duurzaamheid.
Binnen die fondsen komen veel meer activiteiten tot stand dan we eerst voor mogelijk hielden en dat is zeer interessant. Want als ondernemers dat willen, dan kan dat. Naast de traditionele items beveiliging en gebiedsmanagement spelen ook energietransitie en de uitvoering van de Participatiewet een rol.
En in de toekomst zie ik dat uitgebreid worden met innovatie van bedrijven in samenwerking op het terrein zelf. Dit gebeurt eigenlijk al op campussen als Organon in Oss en Novio Tech Campus in Nijmegen, waar bedrijven laboratoria delen en samenwerken aan innovatie.
In deze niet-volledige opsomming nemen we een van die fondsen, de BIZ (Bedrijven Investeringszone), onder de loep. Wat is nou de kracht van de BIZ? Waarom lukt het om met een BIZ de lokale economie te versterken? Vijf redenen:
1. Van experiment naar wet
De wet is geen BIZ-experimentenwet meer, maar een ‘volwaardige’ wet. Dat geeft duidelijkheid. Maar het is vooral het gegeven dat door de wetgever gehoor is gegeven aan al die BIZ’en die hebben gepleit voor vrijheid op lokaal niveau voor het toelaten van meer activiteiten.
Nu het begrip economische ontwikkeling is opgenomen in de wet is feitelijk het hek van de dam. En terecht. De ondernemers op het terrein bepalen zelf wat zij in hun gebied willen regelen. De trend dat locatie en lokaal niveau belangrijker worden, zien we hierin bevestigd.
2. Succesvolle experimenten
Dat de meeste bedrijventerreinen de BIZ-limiet van vijf jaar halen, geeft aan dat ondernemers de meerwaarde van de BIZ ervaren. Ondernemers werken op gebiedsniveau graag met best practices en goed voorbeeld doet nu ook goed volgen.
3. Toegenomen kennis
De BIZ is geen uitzondering meer. De kennis over de BIZ onder zowel de bestuurders als de medewerkers (centrum- en parkmanagers) van ondernemers en gemeenten neemt toe. Ze weten waaraan ze beginnen en er is meer bekend over de vereiste documenten, procedures en besluitvorming. Dat maakt het laagdrempeliger en succesvoller.
4. Centrale afspraken
De ondernemers hebben met de overheid op centraal niveau afspraken gemaakt over de energietransitie, innovatie en werkgelegenheid. En juist op bedrijventerreinen met veel mkb-ondernemers zijn er hobbels om die doelstellingen te halen. Niet uit onwil, maar door gebrek aan specifieke kennis, tijd en geld. Een financieel instrument als een BIZ, waaraan iedereen op het bedrijventerrein meedoet, blijkt nu een goed middel om die doelen te halen.
5. Veranderende mindset
Ook op een bedrijvenlocatie is de vrijblijvendheid er wat af. Er komt een nieuwe generatie bestuurders van ondernemersverenigingen die zakelijker is, die zich best wil inspannen, maar op voorwaarde dat iedereen meedoet omdat iedereen er voordeel van heeft. Een generatie bestuurders die netwerkborrels niet als doel ziet, maar als middel om beter te ondernemen, om het gebied te verbeteren en om te innoveren.
Ondernemers spreken elkaar aan op maatschappelijke doelen, willen elkaar beter kennen op lokaal niveau. Het bedrijventerrein wint daardoor aan belang voor de ondernemers. En daarmee is de kwaliteit van het terrein van grotere waarde. Uiteraard is het nog niet gemeengoed, maar dat is wel de onderliggende trend.
Lastig
De BIZ is geen perfect model en het is duidelijk dat het zeker nog geen gelopen race is. Niet elk BIZ-initiatief eindigt immers in een BIZ-regeling, simpelweg omdat sommige initiatieven geen meerderheid halen bij de ondernemers. Een veronderstelling is dat het activiteitenplan onvoldoende de toegevoegde waarde duidelijk kan maken aan de ondernemers.
En zelfs na een succesvolle BIZ moet een nieuwe BIZ na vijf jaar weer worden verlengd, maar ook die verlenging is vaak nog geen gelopen race. In Vijfsluizen zijn goede resultaten behaald, maar zelfs daar sneuvelde de BIZ bijna omdat ze nog maar nét de meerderheid van de ondernemers achter zich kregen.
Reflectie
In deze opsomming beperk ik mij tot de BIZ, maar ook de OZB en de reclamebelasting zitten in de lift. De trend is dat het aantal fondsen toeneemt en dat in een fonds meer activiteiten worden opgenomen. Dat duidt op vertrouwen en op het feit dat ondernemers meer samenwerken op activiteiten. In de toekomst is het waarschijnlijk dat we twee typen ondernemersfondsen overhouden: een gedreven vanuit de overheid en de andere vanuit private partijen.
Herman Timmermans
Voorzitter Stichting CLOK