Ook in België kampen gemeenten met leegstand. Waar Nederlandse gemeenten grijpen naar de leegstandverordening, hebben onze zuiderburen een ander instrument in de strijd gegooid. In Vlaanderen moeten eigenaren belasting betalen voor hun lege pand. En dat werkt, zeggen Frank Wassenberg en Jeroen de Leede van Platform31.

Als Vlaamse gemeenten langdurige leegstand constateren, kunnen zij een belastingaanslag opleggen. Dit wordt jaarlijks herhaald, waarbij de aanslag in de eerste vijf jaar elk jaar hoger wordt. Gemeenten bepalen zelf de hoogte van de heffing. Dit kan zowel een vast bedrag als een tarief per vierkante meter zijn.

Vorig jaar hadden 282 van de 300 Vlaamse gemeenten een leegstandbelasting, waarbij voor een leegstaande eengezinswoning na het eerste jaar gemiddeld 1.467 euro belasting per jaar werd geheven. Ook kleinere gemeenten heffen belasting.

Mes snijdt aan twee kanten

‘Het blijkt een effectief instrument', zeggen de onderzoekers. ‘Het zet hen aan om iets aan het pand te gaan doen, zodat de leegstand voorbij is.’

Zo heft Antwerpen in het eerste jaar 2.800 euro voor een gehele woning of een gebouw tot 500 vierkante meter vloeroppervlakte. In het tweede jaar verdubbelt dit bedrag, het derde jaar is het verdrievoudigd, het vierde jaar verviervoudigd en het vijfde jaar vervijfvoudigd.

Mechelen gebruikt de regeling voor meer dan alleen leegstand. De gemeente heft belasting op gebouwen en woningen die leegstaan, maar ook onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd of bouwvallig zijn. Het basisbedrag bedraagt 4.562 euro, dit wordt de daaropvolgende vier jaren verdubbeld.

Het Vlaamse systeem kent twee voordelen, benadrukken de onderzoekers. De oplopende belasting stimuleert eigenaren om - vaak in overleg met gemeenten - iets met hun pand te doen. ‘In veel gevallen zorgt de eigenaar ervoor dat de ruimte opnieuw wordt gebruikt en de leegstand wordt beëindigd.’

Ook levert het voor de gemeente inkomsten op, die direct een deel van de gemeentelijke kosten dekken. Wel blijkt uit navraag dat gemeenten uiteindelijk nog steeds geld verliezen aan opsporing, bewijsvoering, belastinginning en overleg over oplossingen. De leegstand wordt snel opgelost, maar daardoor zijn de belastinginkomsten van korte duur.

De leegstandbelasting is niet altijd even effectief. Voor sommige panden kan de oplossing ingewikkeld of kostbaar zijn. ‘Denk aan leegstaande kerken of andere grote, vaak monumentale, panden.’ 

In Vlaanderen wordt dan ook niet in alle gevallen belasting geheven, of is een vrijstelling mogelijk als er meer tijd nodig is om een pand opnieuw in gebruik te nemen.

Rondom leegstand van bedrijfsruimten gaan sommige Vlaamse gemeenten nog verder. Hier gaan de geïnde leegstandsheffingen naar een Vernieuwingsfonds. Het geld in dit fonds gaat naar projecten die de verwaarloosde plekken tijdelijk nieuw leven inblazen.

Aanvulling op leegstandverordening 

Kan Nederland leegstandbelasting toepassen? Volgens Wassenberg en De Leede is het mogelijk om het samen met leegstandverordening te integreren in één aanpak.

Het huidige openbaar leegstandregister dient hiervoor als basis. Ook blijft een meldplicht gelden voor eigenaren van lege woningen, met een boete bij verzuim. ‘Vanaf de opname in het leegstandregister gaat de teller lopen voor de belastingplicht, die elk jaar hoger wordt.’

Pandeigenaren moeten daarop verplicht in overleg met de gemeente. Deze kan een leegstandbeschikking opleggen en, indien nodig, eisen dat de eigenaar een nieuwe gebruiker voordraagt. Als de eigenaar niet meewerkt, kan de gemeente bestuursdwang toepassen.

De onderzoekers adviseren dat de leegstandbelasting goed zou kunnen aansluiten op de heffing van de onroerendezaakbelastingen (ozb) voor eigenaren, gebaseerd op de WOZ-waarde. Bij het jaarlijks bepalen van de WOZ-waarde achterhaalt de gemeente de eigenaar van een leegstaande woning. Leegstandbelasting wordt uiteindelijk gebruikt bij feitelijke leegstand.

Deze koppeling vereist – beperkte – wijzigingen van de Gemeentewet. ‘Bij het koppelen van de leegstandbelasting aan de ozb zouden er verschillende tarieven moeten zijn. Dat mag nu niet. Volgens de Gemeentewet moeten de tarieven gelijk zijn per categorie.'

‘Een uitzondering kan worden gemaakt voor panden in het leegstandregister, met een hoger tarief bij voortdurende leegstand', aldus de onderzoekers.

Leegstandsverordening weinig gebruikt 

Het huidige Nederlandse instrumentarium vinden de onderzoekers ontoereikend. Gemeenten kunnen een leegstandverordening vaststellen, gepaard met boetes, overleg en dwang. Hoewel de verordening werkt, wordt deze maar sporadisch gebruikt, benadrukken de onderzoekers.

‘Slechts ongeveer 25 gemeenten hebben zo’n verordening. Dat is nog geen tien procent. Meestal geldt die verordening voor een deel van de gemeente en voor een deel van het leegstaand vastgoed. En soms leidt de verordening een ‘slapend’ bestaan.’

Het instrument kent beperkingen, zeggen de onderzoekers. Er is onvoldoende capaciteit om te handhaven en de kosten zijn hoog. ‘Gemeenten maken kosten voor handhaving waar, afgezien van eventuele boetes, geen inkomsten tegenover staan.’ Daardoor krijgt het instrument weinig prioriteit.