Afgelopen week was ik voor het EU-project REFORMERS in Berlijn om op bezoek te gaan bij STOFF2. Een hoogtechnologisch bedrijf dat nieuwe toepassingen ontwikkeld op het gebied van elektrolyse om duurzame waterstof mogelijk te maken. Deze innovatie is nog niet op de markt, maar wordt binnenkort uitgerold bij de Technische Universiteit Berlijn en bij de gemeente Alkmaar, een ‘Lighthouse city’ in Europa.
Dat dit soort innovaties wordt uitgerold in Nederlandse steden als voorbeeld voor de rest van Europa is natuurlijk geweldig nieuws en laat maar weer eens zien hoe we als klein land toch een behoorlijke impact maken op stedelijke ontwikkelingen.
Toch brengt het ook vragen met zich mee want hoe zit het met onze landelijke innovatiesporen voor stedelijke ontwikkeling en in hoeverre kunnen wij leren en profiteren van onze ‘Lighthouse cities’ in Nederland?
Om deze vragen te beantwoorden, ben ik aan de slag gegaan met de zoektermen ‘Stedelijke innovatie’ en ‘Innovatieve steden’. In beide gevallen viel het me op dat de pagina’s van de Rijksoverheid pas op pagina 2 (Innovatieve steden) en pagina 3 (Stedelijke innovatie) van Google te vinden waren met een link naar een artikel van het Planbureau voor de Leefomgeving uit 2016. De eerste pagina over innovatie van de VNG vond ik pas op pagina 4.
Dit betekent natuurlijk niet dat er landelijk niet over wordt gecommuniceerd, maar we raadplegen vaak eerder artikelen van grote kranten en universiteiten via het internet om op de hoogte te blijven van hoe steden innoveren, dan dat we naar officiële overheidsinstanties kijken.
Gestructureerd startpunt
Als ik dan even verder doorspeur op de website van de VNG dan valt me één ding meteen op: we praten graag over innovatie, maar een gestructureerd startpunt is soms lastig te vinden.
Als voorbeeld neem ik de pagina ‘Innovatie & trends’ van de VNG. Op het eerste oog hét startpunt voor innovaties, aangezien het de enige webpagina is met innovatie in de titel.
Al snel wordt het duidelijk dat het vooral over digitale innovatie gaat en dan met name over principes, grondrechten en ethiek, alle andere innovatiedomeinen en de uitleg hoe dit toe te passen zijn hier niet te vinden. Als je daadwerkelijk aan de slag wil met innovatie en dan vooral lokaal dan moet je op een hele andere pagina zijn genaamd ‘Gemeentedelers’. De zoekfunctie levert geen resultaten op voor 'Europese innovatiesubsidies' en is ook niets over te vinden bij de VNG.
Dan de Lighthouse cities, een term bedacht in Europa om innovatieve projecten (Horizon 2020 en Horizon Europe) te plaatsen bij steden die het initiatief nemen. Als ik kijk op de Europese pagina voor Lighthouse cities dan kom ik uit op zes steden in Nederland die de titel Lighthouse mogen dragen (Eindhoven, Rotterdam, Utrecht, Groningen, Amsterdam en Alkmaar).
Dit zijn allemaal steden met ervaring hoe je Europese projecten binnenhaalt en hoe je nieuwe innovaties volgens Europese standaarden integreert in je stedelijke ontwikkelplannen.
Als het gaat over lighthouse cities dan doen we het als Nederland bijzonder goed. Afgezien van Spanje zijn we namelijk het land met de meeste lighthouse cities.
Mogelijkheden inn
Dat brengt veel mogelijkheden met zich mee. Zo kunnen we efficiënter nieuwe subsidies aanvragen doordat deze steden zich al bewezen hebben en is de mogelijkheid voor nieuwe ‘fellow cities’ aanwezig om het kunstje van Europese administratie af te kijken bij al geslaagde EU-projecten in Nederland.
Ook hier is er ruimte voor verbetering. We hebben dan wel een netwerk van lighthouse cities in Nederland, de onderlinge communicatie tussen de steden en de mogelijkheid om onze kennis lokaal te delen ontbreekt.
Hier zou een organisatie als de VNG op in kunnen springen door geslaagde Horizonprojecten om te zetten in gestandaardiseerde innovatietrajecten voor de andere 336 gemeenten die hier ook van kunnen profiteren. We hebben namelijk al wel ervaringen met innovatiesamenwerkingen maar nog niet specifiek voor Europese projecten in Nederland.
Ook Europa ondersteunt hierin door via het programma ‘Scalable Cities’ de ‘Lighthouse cities’ de mogelijkheid te geven om internationaal andere steden te bezoeken. Dit zouden we breder moeten inzetten voor het versnellen van internationale innovatiesamenwerkingen op gemeentelijk niveau.
Kaarten slimmer spelen
Om weer even terug te grijpen op mijn twee vragen hoe het zit met de innovatiesporen voor stedelijke ontwikkelingen in Europese context. We zijn een heel innovatief land en we willen heel graag nieuwe ontwikkelingen toepassen in onze gemeente en de ervaringen met elkaar delen.
Als je kijkt op de website van gemeentedelers dan zie je allerlei slimme toepassingen die goed werken en waar je handig gebruik van kan maken. Toch zouden we ook Europees slimmer onze kaarten moeten spelen als het gaat over innovatiegelden en de verspreiding van innovatie in onze gemeenten.
Onderzoek is duur en geslaagde stedelijke EU-projecten in een ‘Gemeentedeler’ plaatsen kan misschien kostbare herhalingen voorkomen en ons stappen laten overslaan binnen onderzoeksprojecten. De Europese onderzoekbasis is er met zes Nederlandse gemeenten, maar nu is het zaak dat de andere 336 gemeenten hier ook van gaan profiteren.