Drones zijn op veel manieren denkbaar in steden. Hoe we dat efficiënt en gewaarborgd doen, en welke businessmodellen daarbij komen kijken, vraagt om meer onderzoek. Onder de noemer ‘Bredata’ onderzoekt de gemeente Breda verschillende nieuwe technieken en de maatschappelijke implicaties daarvan.

Dat gebeurt onder meer in proeftuin Hazeldonk, een logistiek bedrijventerrein op zo'n vijftien kilometer van Breda, grenzend aan België. Als testlocatie voor innovatieve toepassingen worden hier verschillende sensoren, camera's en digital twins uitgeprobeerd.

Sinds deze zomer zoeft er af en toe een drone over het terrein. De dronepiloot is zelf niet op het terrein aanwezig, en dat is uniek. Breda is de eerste gemeente die van het ministerie van I en W toestemming kreeg om een drone met piloot op afstand te laten vliegen over openbaar gebied, zowel ’s nachts als overdag, en voor meerdere gebruikers. Vooralsnog betreft het een technische test zonder acties.

Uitgerust met meerdere camera's levert de drone veel informatie. ‘We krijgen zo makkelijk inzicht in bijvoorbeeld wegslijtage en waar zwerfafval zich ophoopt', vertelden Hans Nouwens en Kees Kerstens van gemeente Breda tijdens het leiden van een sessie op het congres Ai in de Stad. ‘Ook zien we snel waar vrachtwagens verkeerd geparkeerd staan, gevolgd door kentekenherkenning.’

Dat is nog maar het topje van de ijsberg aan mogelijkheden. ‘Dankzij de warmtecamera kan de drone criminaliteit of verdachte situaties op ontoegankelijke plekken tijdig spotten.’ Buiten de pilot om zijn de stedelijke toepassingsmogelijkheden ook breed: van het inspecteren van gebouwen en infrastructuur tot het bezorgen van pakketjes in wijken.

Op donderdag 12 september vond het congres Ai in de Stad plaats in Breda, georganiseerd door de gemeente Breda, de Future City Foundation en namens de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’. Circa 300 partijen waaronder TNO, Heijmans, Microsoft, VDL en diverse gemeenten en ministeries waren aanwezig.

De meerwaarde van een drone lijkt groot. Toch mag er boven de meeste grote steden nu niet gevlogen worden. Dat komt door een combinatie van lokale, Nederlandse en Europese regels. Op overtreding ligt een hoge boete, ook voor gemeenten.

Desondanks zijn steeds meer gemeenten op toegestane locaties, of via uitzonderingen zoals in Breda, drones aan het testen die dienen voor het publieke belang.

In Enschede heeft zowel de politie als de brandweer een drone die na melding naar de locatie vliegt en de brand, verkeersongeluk of overval alvast in beeld brengt. Deze vliegt geautomatiseerd weg en is gemiddeld na twee minuten op de plek aanwezig.

Zowel gemeente Almere als gemeente Deventer hebben een drone ingezet voor de inspectie van gevels en daken. Ook de Almeerse drone werkt geautomatiseerd. In Deventer was een piloot op locatie aanwezig. Beide situaties verschillen dus met Breda, waar een piloot op afstand de drone bestuurt.

Regels, constructen en businesscase

Maar voordat gemeentelijke drones de lucht in mogen zijn er nieuwe aangescherpte regels nodig. Zowel op lokaal, nationaal als ook Europees niveau. Denk aan vernieuwde regels over vlieghoogte, toegestane gebieden, afwezigheid van piloot en gebruik van de data.

In 2022 werd het Drone Netwerk Gemeenten opgericht door de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Breda, Enschede, Apeldoorn, Heerlen en HLTsamen (Hillegom, Lisse en Teylingen). Dit netwerk heeft als doel om gemeenten beter samen te laten werken rondom de inzet van drones.

Deze vlieglogistiek vraagt tenslotte om de openstelling van een nieuw luchtruim boven de stad. Het betreden van deze publieke ruimte is niet alleen een juridische of beleidsmatige taak. Ook ontwerpers hebben een belangrijke rol bij deze sociaal-maatschappelijke vormgeving. 

Architectuurcentrum Arcam doet daar onderzoek naar en formuleerde samen met Amsterdam Drone Lab vijf rollen die bij de implementatie van drones in de ruimte belangrijk zijn:

1. De gebruiker, zoals een gemeente die drones inzet voor inspectie of levering.

2. De facilitator, die infrastructuur zoals landingsplatforms of software opzet en beheert. 

3. De ontwerper, die een driedimensionaal ruimtelijk ontwerp maakt voor dronemobiliteit, drones in de maatschappij en dronelogistiek.

4. De regelgever, voornamelijk overheden en instanties die regels opstellen.

5. De beschermer, die misbruik van het luchtruim en drones (wat nu al veel gebeurt) voorkomt.


‘Ook moeten gemeenten die drones willen inzetten een businesscase ontwikkelen', klonk tijdens de sessie in Breda. Onder het kostenplaatje van een drone vallen bijvoorbeeld gebruiks- en onderhoudskosten, opleiding van specialisten en dataverwerking.

Aan de andere kant neemt een drone kostbaar mensenwerk over. Zo kan de politie mogelijk efficiënter opereren, omdat het verkenningswerk straks door een drone wordt uitgevoerd. ‘En daarbij geldt: hoe meer gebruik van drones, hoe lager de kosten.’

Eén gebruiker, één opdracht 

Een volgende kwestie is: wie krijgt toegang tot de beelden? Terug naar Bredata. De gemeentelijke partij krijgt zelf namelijk geen toegang. ‘Alleen partijen die de opdracht uitzetten, zoals hulpdiensten, krijgen de beelden te zien', zei Hans Nouwens van Gemeente Breda.

Ook is vereist dat op voorhand vaststaat voor welk doel wordt gefilmd. Daardoor kunnen de beelden achteraf niet voor andere doeleinden worden gebruikt, zoals vastgelegd in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

‘In de opdracht noteren we bijvoorbeeld dat we zwerfafval in kaart willen brengen. Na verwerking worden de beelden verwijderd’, onderbouwde Nouwens.

De inzet van een drone voor meerdere doeleinden, of door meerdere gebruikers, is wettelijk nog lastig in Nederland. Toch lijken stedelijke gebieden daar behoefte aan te hebben. 'Zodra een drone de lucht in gaat, kloppen heel veel partijen aan', zei Nouwens. ‘De beelden kunnen voor veel doeleinden nieuw inzicht opleveren, bijvoorbeeld over rolstoeltoegankelijkheid van routes of groenbeheer.’

Om juridisch te borgen dat een drone voor meervoudig gebruik de lucht in gaat, is nog veel werk nodig, aldus Nouwens. Hij zoekt dit met Bredata momenteel uit. ‘Als de Bredase politie en brandweer de dronebeelden willen inzien, kan dat volgens de wet nog niet.’

Daarbij is het belangrijk om verschillende ethische vraagstukken te behandelen. ‘Wat als een drone verkeer wil inspecteren, maar onderweg een overval spot?’, vroeg een aanwezige tijdens de sessie in Breda. Ook dit onderzoekt Bredata momenteel.

Bekend en herkend 

Dan zijn er nog veel privacy-kwesties rondom drones. Dat is niet altijd in negatieve zin: een drone kan ook zorgen voor meer privacy. ‘Bij inspectie rondom gevels en daken hoeven we niet meer bij mensen naar binnen. Een drone op afstand in de lucht kan vrijwel hetzelfde werk verrichten', benadrukte Kerstens.

Toch staan tegenover de baten meer zorgen. Om privacy te blijven waarborgen, hanteert de AVG verschillende principes: een drone mag mensen niet in hun privé-omgeving vastleggen, gemeenten moeten inwoners informeren over de drone en transparantie bieden over het gebruik. Bewoners moeten ook bezwaar kunnen maken tegen het gebruik van drones in hun directe omgeving.

Bij een bedrijventerrein is dit allemaal iets makkelijker dan bij een woonwijk. ‘Alle bedrijven en omliggende huishoudens rondom Hazeldonk zijn vooraf ingelicht en bij alle ingangen van het terrein staat een informerend bord', vertelde Nouwens. ‘Eén van de bedrijven heeft geen akkoord gegeven. Boven hun grond wordt dan ook niet gefilmd.'

Een goede communicatie met de omgeving is essentieel om draagvlak te krijgen voor droneoperaties in de openbare ruimte, adviseerde Mark Nicolai van AeroScan in een VNG-whitepaper over drones uit 2020.

‘Informeer de omgeving via lokale media en flyers, en informeer de meldkamers. Zo heeft iedereen dezelfde informatie en kunnen vragen van omwonenden op een adequate manier worden beantwoord.’

Ook moet herkenbaar zijn wie eigenaar of opdrachtgever is van een vlucht met een drone. De AVG eist ten slotte transparantie bij het verwerken van persoonsgegevens. Een duidelijk zichtbaar logo op de drone, of kleuren die corresponderen met de politie of de gemeente helpen daarbij, mits de drone maar één opdrachtgever heeft.

De digitale basis voor drone-identifcatie is het droneregister. Deze bestaat sinds 2020 als onderdeel van Europese regelgeving. Zowel particulieren als gemeenten moeten hun drone aanmelden bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). ‘Uiteindelijk moet het mogelijk zijn om je telefoon op een drone te richten en te herkennen wie de eigenaar is', klonk een aanwezige tijdens de sessie in Breda.
 

De ideeënlijst over de meerwaarde van drones voor stedelijke gebieden lijkt eindeloos. In 2014 bedacht de TU Delft de ambulance-drone, die snel naar locatie van een hartstilstand vliegt en een defibrillator aan boord heeft. In Londen wordt getest met bloedvervoer tussen ziekenhuizen met een drone.

In Spanje worden drones structureel aan stranden ingezet om zwemvesten te droppen bij drenkelingen. Door ook grotere drones te ontwikkelen, ontstaan mogelijkheden voor goederen- en personenvervoer, benadrukte de VNG eerder.