Op 1 juli voldeed 78 procent van het vloeroppervlak aan kantoorruimte aan de verplichting om minimaal energielabel C te hebben. Een jaar eerder was dit nog 72 procent. Zo’n 10 procent heeft nog een label D t/m G en 12 procent heeft nog geen label, blijkt uit de RVO-cijfers.
Daarmee zijn veel kantoren in overtreding. Per 1 januari 2023 zijn alle kantoren in Nederland verplicht om minimaal energielabel C te hebben. Ook het Rijk maakt zich schuldig aan het niet voldoen aan de regels.
Van de 536 defensiegebouwen blijkt 94 procent geen label te hebben en ook de politie loopt ver achter. Niet bekend is hoeveel vastgoed valt onder de uitzonderingsregel voor monumenten.
‘Mede hierdoor heb ik mij de afgelopen tijd ingezet in overleg met de toezichthouders en de Rijksvastgoedhoudende partijen om de voorbeeldrol van het Rijk bij de verduurzaming van gebouwen beter invulling te geven’, aldus minister Keijzer in de Kamerbrief
Dwangsommen door gemeenten
De voorbeeldfunctie is een van de redenen om snel werk te maken van verduurzaming van Rijksvastgoed. De ander is dat gemeenten dwangsommen kunnen opleggen aan kantoren die niet aan de wettelijke eisen voldoen.
Uit de rapportage van RVO blijkt dat 197 gemeenten inmiddels zijn gestart met de handhaving op kantoren die niet aan label C voldoen. Het gaat meestal om waarschuwingsbrieven, maar last onder dwangsom komt inmiddels ook voor.
Uit onderzoek van Maastricht University blijkt dat de kantorenmarkt baat heeft bij energielabels. Die zijn couranter en waardevaster. Zo zijn kantoren met een label C of beter 20 procent meer waard dan die met een label D t/m G12.
Kwaliteit energielabel
De kwaliteit van het energielabel wordt jaarlijks gemonitord. Uit resultaten blijkt dat de kwaliteit van opgenomen energielabels stabiel is gebleven. Minister Keijzer schrijft aan de Tweede Kamer dat ze de kwaliteit verder wil verbeteren.
Enerzijds wordt de kwaliteit van de labels verbeterd met een publieke toezichthouder, een grotere controlesteekproef en extra controles bij geconstateerde fouten. Anderzijds kijkt ze, op verzoek van de Tweede Kamer, naar nieuwe technologieën om de kwaliteit te verbeteren.
Daarbij merkt de minister wel op dat veel nieuwe ontwikkelingen nog niet voldoende ver zijn of te duur voor energieadviseurs om te kunnen toepassen.