Deze opinie is ingezonden door beleidsadviseur Jesse Markus van INretail. Incidenteel plaatst Stadszaken ingezonden opinies die prikkelen of uitnodigen tot gesprek. Ook een opiniestuk insturen? Mail naar redactie@stadszaken.nl.
Winkelstraten door heel het land staan onder druk. Het is inmiddels een bekend beeld: permanente leegstand die leidt tot verloedering van de openbare ruimte en een negatieve invloed heeft op de leefbaarheid.
Een succesvolle regeling om dit tij te keren eindigt dit jaar, terwijl de behoefte nog zeer groot is. Hiermee dreigt stilstand. Het kabinet moet de regeling daarom intensiveren met een nieuwe financiële impuls.
In het eerste kwartaal van dit jaar is de leegstand van winkels wederom gestegen tot 8.3 procent. Binnenstedelijke winkelgebieden voldoen niet meer aan de eisen van de huidige tijd en zijn vaak ingericht volgens de wetten van de oude economie. Veel winkelmeters, langgerekte en versnipperde winkelgebieden en relatief weinig groen en woningen in de binnenstad.
Er moet wat gebeuren om deze gebieden toekomstbestendig te maken, zodat ze weer een stevige sociale en economische basis worden in de gemeente. Zeker in een tijd waar de woningbouw- en vergroeningsopgave gigantisch zijn. Daar zou iedereen in de politiek en overheid voor moeten zijn.
Kansrijk instrumentarium
Nu is er een kansrijk instrumentarium in het leven geroepen door de Rijksoverheid: de Impulsaanpak Winkelgebieden. Sinds de start van deze regeling konden in 29 dorpen en steden door het hele land – van Sittard tot Winschoten - al verbeterprojecten starten.
In deze pilotfase van de regeling zorgen de huidige plannen al voor een sanering van 87.000 m2 winkelruimte, 50 miljoen euro investeringen in de openbare ruimte en de realisatie van meer dan 4.000 woningen (waarvan 1.600 sociale huur).
De pilotfase is geslaagd en het instrumentarium dat in leven is geroepen werkt. Zo concludeerden de ministers van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken eerder dit jaar ook.
Met de regeling wordt 100 miljoen euro aan Rijksmiddelen verdeeld in vier rondes over goede lokale plannen waarin gemeenten en private partijen samenwerken. Op elke euro Rijksmiddelen wordt lokaal vier euro door gemeenten en private partijen vrijgemaakt. Dit samenwerkingsverband blijkt te werken en te zorgen voor binnenstedelijke investeringen voor de transformatie van de winkelstraat.
Dit zou anders niet van de grond komen vanwege de onrendabele top, de afwachtende houding van gemeenten (onder meer vanwege het Ravijnjaar) en doordat binnenstedelijk investeren lastig is vanwege versnipperd eigendom.
Dankzij de regeling gaan projecten van start die anders vanwege onvoldoende financiering op de plank blijven liggen. Met alle gevolgen voor de leefbaarheid van dien.
Vraag hoger dan het budget
De regeling is op stoom gekomen en nu dreigt het te stoppen. Bij de laatste ronde hebben 41 gemeenten – verspreid over het gehele land - voor 87 miljoen euro bij het impulsfonds een bijdrage aangevraagd. Daarmee is de vraag veel hoger dan het resterende budget van 22 miljoen euro.
De aanvragen variëren van een enkele winkelstraat tot het versterken, vergroenen en transformeren van het kernwinkelgebied. Laten we niet het kind met het badwater weggooien en de regeling laten stoppen.
Het is nu zaak om na de pilotfase de regeling tot wasdom te brengen zodat het in alle gemeenten kan werken. Dit kabinet moet een nieuwe financiële impuls doen.
Want minder lege winkelpanden, meer woningen en meer groen. Wie wil dat nou niet?