Regelmatig spreek ik beleidsmakers van kleinere gemeenten met zorgen over stadslogistiek. In die gemeenten is het vaak een van de vele dossiers voor een kleine team verkeersambtenaren.

Anders dan bij de grote gemeenten waar een team van experts over mobiliteit, openbare ruimte, stadslogistiek en zero-emissiezones klaar staat. Hoe pak je als kleinere gemeente dan toch de stadslogistiek de komende jaren aan?

De nieuwe Outlook Stadslogistiek kijkt naar de stadslogistieke uitdagingen in vijf verschillende typen wijken. Elk van die wijken kent een eigen karakteristiek bevoorradingsprofiel en eigen stadslogistieke uitdagingen. 

Daarom hoort bij elk van die wijken een andere aanpak. De Handreiking duurzame gebiedsontwikkeling en logistiek biedt vervolgens inspiratie om logistiek en gebiedsontwikkeling samen te brengen.

Dit zijn mijn vijf adviezen voor duurzame, leefbare en verkeersveilige stad.

  1. Verdiep je in de lokale situatie en stel prioriteiten vast

    Om de discussie goed geïnformeerd te kunnen voeren, is objectieve data nodig over de echte drukte in het centrum en de woonwijken. Dat vergt data-analyse (met CBS- en TNO-data aangevuld met onderzoek op straat). 

    De recente analyse in Zwolle is een mooi voorbeeld. Vraag eventueel advies over de aanpak bij de Topsector Logistiek 'Steden en ruimte'.

    Bepaal vervolgens met belanghebbenden in de gemeente wat je eerst wilt aanpakken; hoe zien jullie de toekomstige situatie? Vraag (nog) niet naar verbeteringen. Met een dagdeel brainstormen kom je echt niet verder. Dat leidt inspraak zonder inzicht tot uitspraak zonder uitzicht. Start vanuit wensbeelden. Start klein en gebiedsgericht.
     
  2. Pak doorgaand vrachtverkeer aan

    Sommige gemeenten hebben last van doorgaand vrachtverkeer door het centrum en woonwijken. Mogelijke oplossingen zijn: gedwongen voorkeurroutes of maak de binnenstad alleen nog toegankelijk voor bestemmingsverkeer (met ontheffing voor bijvoorbeeld maximaal gewicht). 

    Als die straten in het NDW staan, dan komen ze vanzelf in de routeplanners van de transporteurs. Reken wel goed aan de eventuele waterbedeffecten.
     
  3. Veiligere stadslogistiek

    Zorg erover dat wat er de gemeente in rijdt minder belastend is. Zorg voor voldoende (en goed gehandhaafde) laad- en losmogelijkheden of parkeerplekken die in de ochtend laad- en losplek zijn en in de middag parkeerplek; flexibel ruimtegebruik kan helpen. 

    Denk ook na over het lokale ontheffingenbeleid (waarom zou je iedere ondernemer gratis laten parkeren?) en privileges. Soms werkt opvoeding (met folders of bekeuringen) om het stoepparkeren te voorkomen. Ook hier geldt: start klein en gebiedsgericht.

    Zorg voor veilige kruisingen met verkeerslichten die goed zijn ingeregeld. Denk vervolgens na over venstertijden om op drukke momenten met veel verkeersconflicten de druk eraf te halen. Eventueel kun je voorrang (of ontheffing) geven voor licht elektrische voertuigen

    Dat is voor de meeste ondernemers geen haalbare oplossing. Vervoer over water vergt ook een lange adem. Intelligent toegangsbeheer is helaas nog ver weg in Nederland; zowel in beleid als in techniek.
     
  4. Minder en schoon vervoer

    Bij minder en schone stadslogistiek komen de lastige vraagstukken waar met name kleinere gemeenten weinig aan kunnen doen. Je wilt dat ondernemers 'bundelen'. Dat vergt samenwerking op straatniveau (horeca, winkels en servicelogistiek) en samenwerking tussen groothandels en transporteurs. Denk na hoe je de lokale ondernemers bij elkaar kunt brengen.

    Ondernemers gaan die bundeling eerst doen bij de grote gemeenten; dat levert snel resultaat op. Waarom zou je niet wachten op de geleerde lessen hier? 

    Als gemeente zelf een stadshub ontwikkelen? Niet aan beginnen! Dat is een zaak voor ondernemers. Je kunt hun wel faciliteren bij de ontwikkeling. Als je met de lokale ondernemers aan de slag gaat richt je dan op kansrijke stromen voor bundeling, zoals bouwlogistiek (waarbij de gemeente vaak opdrachtgever en vergunningverlener is), facilitaire leveringen en 'general cargo' (pallets en rolcontainers).

    Pakketkluizen zijn zeker nog geen aantoonbaar duurzame oplossing. Duurzame stadslogistiek begint ook bij de eigen gemeentelijke inkoop.

    Bij circulaire stromen zoals e-waste staan de logistieke oplossingen nog in de kinderschoenen. Wel zijn er bij afvalinzameling succesvolle voorbeelden van samenwerking met Open Waste.
     
  5. Zero-emissie-zones

    Zero-emissie-zones? In 29 gemeenten komen ze eraan. Dat is vooral een klimaatmaatregel die niet leidt tot minder verkeer. Het invoeren ervan vergt zo'n vier jaar en veel onderzoek.

     De zero-emissiezones bij andere gemeenten in de regio, en de verduurzaming van transport die er sowieso aankomt, gaan vanzelf leiden tot schonere voertuigen ook in gemeenten zonder zero-emissiezone. Mocht je toch een uitstootvrije overwegen. Lees dan de flankerende maatregelen die nodig zijn op de website Op Weg Naar Zes.

    De lokale laadinfrastructuur voor busjes en vrachtwagens kan wel een uitdaging zijn vanwege netcongestie op bedrijventerreinen en gebruik van de openbare ruimte voor elektrische bestelauto's die in de openbare ruimte (publiek) laden. Oplossingen hiervoor zijn te vinden bij de Nationale Agenda Laadinfrastructuur.

Waar leer je meer?

Er is veel kennis, heel veel zelfs. Maak daar gebruik van; sharing is caring. Onder meer hogescholen, universiteiten, CROW, adviesbureaus, collega-gemeenten en de Topsector Logistiek ondersteunen graag.