Deloitte schrijft in het onderzoeksrapport: ‘Het geïnvesteerd vermogen van gemeenten in grondposities is eind 2015 verder gedaald (met circa 8 procent). Ofschoon er in dit opzicht grote verschillen zijn over het land dalen in veel gemeenten ook de verliesvoorzieningen en nemen de reserves toe (met zo’n 9 procent). Enkele uitzonderingen daargelaten, lijken de afwaarderingen in grondposities achter de rug. Zowel tempo van afzet van bouwrijpe grond als grondprijzen nemen weer toe voor woningbouw.’
Klik hier om het hele rapport te lezen.
Voldoende opgeschoond
‘Er is voldoende opgeschoond. Grosso modo is de lucht uit de waarderingen’, meldt Frank ten Have, partner bij Deloitte, aan het FD. De maatregelen die lokale overheden hebben genomen om de verwachte verliezen op te vangen, zijn in het afgelopen jaar maar met 1,3 procent toegenomen. Dat komt door enkele uitschieters. Rotterdam moest nog 41,9 miljoen euro afboeken en ook Nijmegen boekte af voor 32 miljoen euro af. Daarnaast zijn er gemeenten die grond voor bedrijventerreinen hebben; een markt die nog nauwelijks aantrekt.
Te veel opgekocht
In de afgelopen vijf jaar is in totaal zo’n 3 miljard euro afgeboekt op grondposities, doordat gemeenten op het hoogtepunt van de markt grote lappen grond opkochten. Dat bleek in eerste instantie zeer lucratief, toen ontwikkelaars de gronden wilden kopen. Toen de crisis uitbrak, konden ze de grond echter niet meer kwijt.
Aantrekken economie
De lage rente en de terugkrabbelende economie heeft als resultaat dat de woningmarkt opnieuw aantrekt. In bijna alle provincies zijn het afgelopen jaar 10 procent meer woningen verkocht dan het jaar ervoor. Ook de prijzen zijn gestegen. Kortom, gemeenten kunnen hun grond weer verkopen, zonder al te veel verlies.