Defensie moet de komende jaren veel verouderde en slecht onderhouden gebouwen opknappen of verbouwen. In het visiedocument van Defensie uit juni is flexibiliteit een van de uitgangspunten.
‘De Defensiebasis van de toekomst is duurzaam, energieneutraal, bio-divers en bestand tegen extremer klimaat. De gebouwen hebben een herkenbare identiteit, zijn zoveel mogelijk gestandaardiseerd en eenvoudig aanpasbaar’, aldus het document.
Bovendien moeten de gebouwen gedeeld kunnen worden met de civiele maatschappij. Zo moeten sportfaciliteiten van Defensie ook door sportclubs van buiten gehuurd kunnen worden. En een gezondheidscentrum van Defensie kan ook de fysiotherapeut voor omwonenden huisvesten.
Dat vereist een nieuwe aanpak. Niet alleen moet Defensievastgoed bestaan uit flexibele gebouwen en schaalbaar terreingebruik, ook moeten gebouwen multifunctioneel te gebruiken zijn en is de bouwmethode anders.
‘Industrieel, Flexibel en Remontabel bouwen (IFR), met toepassing van hergebruikte en biobased materialen is een bouwmethodiek waarbinnen gebouwelementen eenvoudig demontabel en herbruikbaar zijn bij transformatie', staat in het document.
Breken met tradities
‘Bij Defensie was het traditie dat we voor elk nieuw of te renoveren gebouw een programma van eisen opstelden. Dat werd door architecten uitgewerkt en zo werd er dan uiteindelijk een maatwerkgebouw neergezet. Dat was een redelijk arbeidsintensief proces’, zegt Lambert Hovens van het RVB.
‘We verwachten dat fabrieksmatig bouwen daardoor 10 tot 15 procent goedkoper zal zijn dan traditionele bouw. En de realisatietijd op de bouwplaats zal ten minste halveren.’
Als eerste worden de legeringsgebouwen vernieuwd. In deze kazernes wonen de militairen. De lijst met eisen voor deze gebouwen is inmiddels gereed.
Die moeten aansluiten bij wat de markt al levert, bijvoorbeeld op het gebied van studentenhuisvesting. ‘Als je met bestaande standaardmaten werkt, kun je sneller en goedkoper bouwen’, zegt Hovens.
Defensiegebouwen verkopen
Doel is ook om de optie te hebben om de Defensiegebouwen op termijn te kunnen verkopen. ‘Maar een legeringsgebouw uit een fabriek kun je demonteren en ergens anders weer opbouwen. Op een universiteitsterrein bijvoorbeeld.’ Dat geeft Defensie de nodige flexibiliteit.
Daarbij zijn de gebouwen circulair. ‘Mocht het gebouw aan het einde van zijn levensduur zijn, dan kunnen alle materialen er weer uit. We weten precies wat erin zit omdat de fabrikant er een materialenpaspoort bij levert.’
De volgende stap is een aanbesteding, Eind 2025 moeten de contracten voor de woongebouwen getekend zijn. Daarna volgen de specificaties en aanbestedingen voor kantoren, magazijnen en werkplaatsen, aldus RVB.