De planbureaus waarschuwen dat de maatregelen en subsidies om makkelijker woningbouwlocaties aan te wijzen afhankelijk zijn van de uitvoering. Zo kan het plan om subsidie te verstrekken bij de oplevering van een woning, bij onvoldoende bouwlocaties kan zorgen voor hogere grondprijzen.
Ook loopt de woningbouwimpuls na vijf jaar af en is daarom onvoldoende om de 900.000 woningen voor 2030 te realiseren die het vorige kabinet als doelstelling had gekozen.
De planbureaus zien ook ambities voor betere bereikbaarheid, maar op 0,5 miljard euro per jaar voor infrastructuur voor nieuwe woningbouwlocaties na, is geen extra budget vrijgemaakt.
Door die focus op woningbouw, is er het risico dat andere waarden het onderspit moeten delven, stellen de planbureaus. Het gaat dan om groen in en rondom de stad, dat voordelen biedt voor de biodiversiteit, recreatie en het tegengaan van hittestress.
Ook waarschuwen de bureaus dat er ruimte moet blijven voor de energietransitie en dat groeiende verstedelijking ervoor kan zorgen dat kwetsbare waarden, waaronder overstromingsrisico's, biodiversiteit en milieugezondheidsrisico’s, onder druk komen.
De bureaus zijn positief over de regie die minister Keijzer wil nemen op het gebied van ruimtelijke inpassing.
Lange termijn
De Raad van State adviseert ook structurele hervormingen voor het toekomstbestendig houden van Nederland. Het is volgens de Afdeling advisering belangrijk dat er beleid wordt gemaakt voor de lange termijn.
Dit beleid moet effectief, stabiel, voorspelbaar en uitvoerbaar zijn. Door de huidige tekorten moeten er keuzes gemaakt worden. Die vragen om een brede kijk op de economie, ruimte en samenleving.
Daarbij moet aandacht zijn voor de samenhang tussen verschillende onderwerpen, zoals de arbeidsmarkt, sociale zekerheid, klimaat, innovatie, bedrijven, onderwijs, zorg, wonen en ruimtelijke ordening.
De Afdeling adviseert daarom om voor de begroting van 2026 een diepere analyse te maken van de verschillende punten uit de Miljoenennota en de nadrukken die dit kabinet daarin heeft gelegd.
Hier speelt ook het ruimtelijk beleid een belangrijke rol, aldus de Afdeling. De inzet op hoogrenderende technische bedrijvigheid vergt een andere infrastructuur voor wonen, vervoer en leefomgeving dan de inzet op bijvoorbeeld logistieke dienstverlening of productie van landbouwgoederen.
‘Schaarste aan ruimte, gecombineerd met grote opgaven op het gebied van klimaat, energie, wonen, leefomgeving, vervoer, water, etc. betekent dat keuzes gemaakt moeten worden over het gebruik van de ruimte op basis van een samenhangende, heldere en breed gedragen visie. Een dergelijke visie is vooralsnog niet beschikbaar.’