Arjen van Drunen gaat als wethouder over wonen, onderwijs, gezondheid en Verbeter Breda. Zijn collega-wethouder gaat over buitenruimte en regio. In hun werk trekken ze samen op voor een gezondere leefomgeving in Breda, zoals onder andere omschreven in de nieuwe Gezondheidsvisie Breda 2040.
Zij zien de verdeling van hun portefeuilles, de een over het sociale domein en de ander meer over de fysieke inrichting, dan ook eerder als een stippellijn. ‘Zeg jij het maar, is een pluktuin fysiek of ook sociaal?’
Hoe werken jullie als wethouders samen aan die gezonde leefomgeving?
Bruijns: ‘Je ziet op een groot aantal manieren hoe je gezondheid ruimtelijk kan invullen: een grondige wandel- en fietsinfrastructuur, een robuust netwerk van groenvoorzieningen of ontmoetingsplekken. Een fysieke ingreep kan veel doen voor het sociale weefsel van een buurt of wijk, daar begint het voor mij vaak al.’
Van Drunen: ‘Tegelijkertijd is er geen duurzaam ingerichte leefomgeving mogelijk zonder draagvlak voor de inrichting waar je voor kiest. Als bewoners of gebruikers niet begrijpen waarom een parkeerplek plaatsmaakt voor een wadi of waarom je in een park kiest voor een sporttoestel, dan maken ze er ook minder gebruik van.’
Bruijns: ‘In de afgelopen jaren is binnen de gemeente Breda ook beleidsmatig een koppeling gelegd tussen gezondheid zowel vanuit het sociale domein als de fysieke inrichting.’
‘In onze eerste gezondheidsvisie zie je die dualiteit. Deze komt ook terug in onze nieuwe visie openbare ruimte, die er snel aankomt. Het helpt ons als wethouders als dat ook op papier is vastgelegd, zo kunnen we er samen in op te trekken.’
Hoe doet Breda dat: die koppeling tussen het sociale en fysieke domein?
Bruijns: ‘Als je weet wie je bent, dan weet je met meer zekerheid waar je naartoe wil bewegen. Dan kun je toetsen of je daarnaartoe beweegt.
‘Daarom brengen we al onze visies en beleidsdocumenten in lijn met het grotere verhaal van Breda, met de slogan ”Breda brengt het samen”. Onze kernwaarden zijn groen, gastvrij en grenzeloos. Die lijnen zijn in onze organisatie uitgezet, daar kunnen we nu ook projecten en instrumenten aan koppelen.’
‘Bijvoorbeeld Breda Stad in een Park. Dat is een stadsbrede visie waarin we mensen door heel de gemeente willen meenemen, een visie waarin je overal in Breda wordt omgeven door groen dat uitnodigt tot bewegen, gelukkiger maakt en de stad klimaatadaptief.’
‘We willen dat alle inwoners zich opgeroepen voelen om daarin hun eigen bijdrage in te leveren. Het is een haakje voor heel veel losse vergroeningsprojecten.’
Van Drunen: ‘Ik ga na dit interview naar het startbouwmoment van en op het voormalige Hero-terrein, dat moet de gezondste wijk van Nederland worden. Ook daar zie je dat Jeroen en ik gebiedsgericht met dat vergezicht aan de slag zijn.’
‘We kijken naar hoe we dit soort wijken vanuit de gedachte van preventie gezonder kunnen maken voor tientallen jaren. Een voorbeeld van sociaal en fysiek: we willen er een buurthuis realiseren dat aantrekkelijk is voor alle typen bewoners, waar zij elkaar op een natuurlijke manier ontmoeten. Aandacht dus voor het sociale netwerk in die wijk.’
‘Wat je vaak ziet: als het niet gedragen wordt door de stad en kinderen of ouders, dan ontstaat er ook minder snel een gemeenschap die ook op andere vlakken betrokken raakt bij het vergroenen van de stad. Vandaar ook nogmaals Stad in een Park.’
‘We proberen als college te handelen uit wederkerigheid. Waar kunnen we 1 en 1 is 3 creëren? Ik hoop dat die leerlingen, ouders en scholen deel gaan worden van die gemeenschap. Bijvoorbeeld door het onderhouden van een groene straat of groenperk, tot aan het leren in moestuinen en voedselbossen. Daar zit goede energie. We stimuleren dat graag, op die manier is het niet alleen iets van de gemeente.’
Nu is Breda een sterk groeiende stad, hoe zorg je ervoor dat ‘het grotere verhaal van Breda’ overeind blijft staan, ondanks de extra druk op die leefomgeving?
Van Drunen: ‘Je moet die gezonde leefomgeving als het ware vastklikken. Dat houdt in dat je ervoor zorgt dat je er als stad verzekerd van bent dat de publieke ruimte gezond is ingericht.’
‘Wethouders met de hardste normen, zijn vaak ook in staat om in projecten het meeste af te dwingen. Instrumenten als het Groenkompas helpen ons om hetzelfde te doen voor de gezonde leefomgeving.’
Bruijns: ‘We komen in de nabije toekomst ook nog met extra referentienormen, daarmee toetsen we bij verdichting en nieuwe uitbreidingen of het voorzieningenniveau nog voldoet. Voor parkeren bestaan harde, afdwingbare normen, omdat men dit belangrijk vond. Nu zeggen Arjen en ik: groen, voorzieningen en ontmoetingsplekken zijn net zo goed belangrijk.’
In 2026 zitten gemeenten financieel niet bepaald ruim. Houdt dat grotere verhaal dan ook stand?
Van Drunen: ‘We werken nu toe naar een nieuwe begroting. Onze gemeente moet 30 miljoen euro bezuinigen. Je ziet ook dat het Rijk een streep zet door subsidieregelingen. Daar zit wel een spanningsveld. Het risico is dat wethouders zich daardoor weer verschansen achter hun eigen portefeuilles.’
Bruijns: ‘Het ingewikkelde is ook, de regelingen zijn tijdelijk, maar er is een structurele behoefte aan die gelden. De gezonde leefomgeving vraagt om permanente investeringen, zoals in het onderhoud van groenvoorzieningen.’
‘Met ons bredere verhaal voor Breda hopen we onze leefomgeving in te richten zodat die altijd gezond is. Of er nou veel of weinig geld is, in de basis blijft de inrichting gezond.’
Wat zijn lessen die jullie hebben opgedaan, die zich lenen voor een goed advies aan collega-wethouders en ambtenaren?
Van Drunen: ‘In de meeste gemeenten is de grootste winst te behalen met het aanhalen van de relatie tussen het sociale en fysieke domein. Het is niet uitzonderlijk dat afdelingen in gemeenten zelfs fysiek in een gebouw van elkaar gescheiden zijn.’
‘Mijn oproep aan beleidsmakers is: slecht dat verschil, breng sociaal en fysiek meer in lijn met elkaar. Laat daarbij de opgave leidend zijn, niet je eigen portefeuille.’
Bruijns: 'Je doet het nooit alleen als wethouder. Als je een eilandencultuur in stand houdt, dan ga je in ieder geval niet bereiken wat je voor ogen hebt. Zoek dus de energie in de wijk en binnen je eigen organisatie, bouw dat uit. Wij doen dat als Breda met “groen, grenzeloos en gastvrij”. Zo brengt Breda het samen.’