Onze woning is de basis waarop we ons leven bouwen’, schrijft het kabinet in het regeerprogramma. ‘Helaas is wonen voor steeds meer mensen juist een bron van zorgen en onzekerheid.’
Daarom wil het kabinet, zoals ook al stond in het hoofdlijnenkkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB, flink bijbouwen. En dat kan ook op grote uitleglocaties, schrijft het kabinet.
‘We sturen op voldoende locaties: zowel in de vorm van grootschalige woningbouw als een ‘straatje erbij’. Met de Wet Versterking regie volkshuisvesting maken we afspraken hierover afdwingbaar.’ Woondeals worden vanaf begin volgend jaar geactualiseerd, en er komt een vernieuwde Woningbouwimpuls.
Om meer locaties beschikbaar te krijgen, wil het kabinet vaker deelnemen in publiek-private samenwerkingen, bijvoorbeeld via een grondfaciliteit, die stimuleert dat gemeenten actief grondbeleid gaan voeren.
Waar grootschalig kan worden gebouwd, werkt het kabinet uit in de Nota Ruimte, een actualisatie van de Nationale Omgevingsvisie. Die nota wordt wel aangepast vergeleken met het voorontwerp dat oud-minister De Jonge vlak voor de zomer presenteerde.
Welke aanpassingen precies, daar rept het regeerakkoord niet over. Duidelijk is wel dat water en bodem sturende uitgangspunten blijven. Ook krijgt woningbouw voortaan altijd voorrang op windmolens en zonnevelden.
Regie ruimtelijke ordening
Duidelijk is dat minister Keijzer de regie op de ruimtelijke ordening houdt en daarbij de lijn voortzet die haar voorganger al had ingezet. Ruimtelijke kwaliteit blijft een belangrijk onderwerp en het kabinet zet de gebiedsgerichte aanpak voort.
Die regie uit zich ook in het voornemen van het kabinet om vaker deel te nemen in publiek-private samenwerkingen, bijvoorbeeld via een grondfaciliteit. Zo worden gemeenten gestimuleerd om een actief grondbeleid voeren.
Grond is sowieso een belangrijk aandachtspunt, schrijft het kabinet. ‘Via een planbatenheffing, of vergelijkbaar systeem, kan waardestijging die ontstaat als de functie van grond verandert, gebruikt worden voor plannen met een tekort.’
De opbrengsten moeten direct terugvloeien in het woonprogramma, onder meer voor benodigde infrastructuur en betaalbare huizen. De minimale eis van 30 procent sociale huur is overigens een gemiddelde en geldt niet op projectniveau, aldus het kabinet.
Daartoe wordt het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting aangepast. Hierin worden ook beroepsprocedures over woningbouw aangepast.
Bouwen voor doelgroepen
Over voor wie gebouwd moet worden, heeft het kabinet ook nagedacht. Het gaat dan voornamelijk om doelgroepen met minder inkomen, zoals jongeren, kleinere huishoudens en dak- en thuislozen. Gemeenten kunnen rekenen op geld als ze de afspraken over deze doelgroepen nakomen, de zogeheten realisatiestimulans.
Ook voor ouderen moet flink worden gebouwd, vindt het kabinet, en trekt daar extra geld voor uit. Voor voorrang voor statushouders is geen plaats meer, aldus het kabinet. Er wordt gewerkt aan een wettelijk verbod daartoe.
Voor woningcorporaties die middenhuur willen aanbieden, blijft het huidige kabinet lobbyen bij de Europese Commissie. Die houdt overheidssteun voor middenhuur nog tegen.
Omgevingswet leidend
Minister Keijzer omarmt de Omgevingswet voor de totstandkoming van haar opgaven. Die wet, waar haar partij BBB in de Eerste Kamer nog grote zorgen over had, wordt het uitgangspunt voor onder meer de woonopgaven.
‘De Omgevingswet is randvoorwaardelijk hiervoor en draagt als nieuw stelsel bij aan het bieden van oplossingen en het aanpakken van de opgaven in de fysieke leefomgeving waar ons land voor staat’, aldus het programma.
Het kabinet wil gebruikmaken van de experimenteerbepaling in de Omgevingswet om alvast aan de slag te gaan met toekomstige wijzigingen, zoals versimpelde besluitvorming bij VvE’s als het gaat om verduurzaming, en simpeler procedures voor optoppen.
Ook de Leegstandswet wordt onder de loep genomen en hospitaverhuur wordt makkelijker. Het kabinet onderzoekt welke effecten het loslaten van de kostendelersnorm heeft op woningdelen.
Woningbouw versnellen
Ondersteuning voor gemeenten moet woningbouw versnellen en parallel plannen, waarbij procedures in elkaar worden geschoven, wordt de ‘nieuwe norm’. ‘Het sturen op doorlooptijden wordt een standaardvoorwaarde bij gebiedsontwikkelingen en projecten waarbij het Rijk betrokken is.’
Het kabinet komt met een aanpak industrieel bouwen wil dat de helft van de nieuwbouwwoningen in 2030 vanuit de fabriek komt. Digitalisering vormt daarbij een belangrijke factor en het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) speelt een sleutelrol.
Het kabinet wil verder versnellen door bouwregels uniform te maken: extra lokale regels worden verboden. Ook schrapt het kabinet nieuwe duurzaamheidseisen, tenzij het de invulling van Europese richtlijnen betreft.
Voor de uitvoering van de woonplannen is deze regeerperiode 5 miljard euro beschikbaar, plus 2,5 miljard voor infrastructuur. Bij het regeerprogramma mist een financiële paragraaf. Die staat in de Miljoenennota, die al deels is uitgelekt via RTL.