Dit artikel staat in ROmagazine september 2024. ROm is het vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Meer informatie over abonnementen vind je op de site van ROmanazine.
Het begon bij Plan Einstein aan de Einsteindreef in de Utrechtse wijk Overvecht, vertellen de Utrechtse oud-wethouder Kees Diepeveen, Rutger Oolbekkink van Provincie Utrecht en Ruben Cales van adviesbureau TwynstraGudde. Met vijf anderen vormen ze het zogeheten Kansenmakersteam, dat gemeenten bijstaat in het opvangen van asielzoekers en statushouders en Oekraïense ontheemden.
Diepeveen kreeg eind 2015 als wethouder van gemeente Utrecht de verantwoordelijkheid om voornamelijk Syrische asielzoekers onder te brengen. In de stad was al een azc en de meest geschikte plek voor de nieuwe opvanglocatie werd gevonden in de wijk Overvecht. Bewoners kwamen in opstand tegen de nieuwe opvanglocatie, zegt hij.
‘We kregen te horen: “We hebben niets tegen het opvangen van vluchtelingen, maar mijn kinderen staan al tien jaar op de wachtlijst.” En: “Ikzelf voel me ook aan de kant staan, want ik ben al vele jaren werkloos.” Kortom, begrijpelijke reacties uit een wijk die zo zijn eigen problemen kent. Wij hebben geluisterd en gezegd: dan gaan we twee dingen anders doen dan een traditionele vluchtelingenopvang.’
Ruimte vrijspelen
Allereerst werd het beoogde aantal vluchtelingen teruggebracht van vierhonderd naar driehonderd. ‘Daarmee speelden we ruimte vrij die we konden benutten voor het tijdelijk huisvesten van jongeren die een binding hebben met de wijk’, zegt Diepeveen.
‘Vervolgens hebben we een bondje gesloten met de Universiteit Utrecht en de Volksuniversiteit voor gesubsidieerde trainingsprogramma's die zowel asielzoekers als buurtbewoners konden volgen, bijvoorbeeld over het opzetten van een bedrijf.’
‘Daar ligt de oorsprong van de Utrechtse aanpak en het Kansenmakersteam’, volgens Diepeveen. ‘Omdat de Utrechtse aanpak zegt: wij willen vluchtelingenopvang niet apart zetten in onze samenleving, maar onderdeel laten uitmaken van het leven in onze gemeenschappen, in onze wijken, buurten en gemeenten. Oftewel, wij willen de opvang normaliseren.’
Het Kansenmakersteam gebruikt daarom als uitgangspunt: samen wonen, samen leren, samen werken. De naam Kansenmakersteam komt daaruit voort: ‘We beschouwen de komst van vluchtelingen als een kans door dit te verbinden met andere maatschappelijke opgaven.’ Zoals in het geval van project Einstein de realisatie van woningen voor jongeren en cursussen voor de buurt.
Plan Einstein Pahud
De opvanglocatie aan de Einsteindreef was tijdelijk. De bewoners zijn herplaatst en de locatie is opgeheven. Inmiddels heeft de opvolger van het plan opnieuw een plek in Overvecht gekregen. Plan Einstein Pahud herbergt driehonderd asielzoekers en dertig starters.
Voor Ruben Cales, specialist woonruimte voor doelgroepen bij adviesbureau TwynstraGudde, was de eerste inloopavond over het Plan Einstein Pahud een vreemde gewaarwording. ‘Dit was anders dan elke andere voorlichtingsbijeenkomst die ik had bijgewoond over asielopvang in het land. Mensen waren hier oprecht blij en kwamen zelf al met initiatieven om ook iets aan de wijk toe te voegen.’
De verbaasde Cales kreeg een aanbod van buurtbewoners om taallessen op te zetten en mensen wilden kookclubjes starten voor en met de asielzoekers. ‘Er was een man die al vierhonderd handtekeningen had verzameld om een gemengde buitenschoolse opvang op het terrein te realiseren.’
Deze mensen hadden ervaring met Plan Einstein aan de Einsteindreef en zagen dat de buurt daarvan had meegeprofiteerd, vertelt Cales. ‘Ze hadden door dat we de buurt een beetje mooier kwamen maken.’
Opvang onderdeel wijk
De gemeenten Utrecht en Amersfoort, die zich inmiddels bij het initiatief had aangesloten, gunden deze aanpak en dit enthousiasme ook aan andere gemeenten in de provincie en financierden daarom het nieuwe Kansenmakersteam, waar Rutger Oolbekkink als eerste kansenmaker voor werd aangetrokken.
Gemeenten kunnen een beroep doen op de provincie waardoor het lokale ambtenarenapparaat wordt ondersteund bij vraagstukken in de opvangketen. ‘Het succes van Plan Einstein aan de Einsteindreef zit erin dat het van een opvangplek een voorziening van de wijk is geworden’, zegt Oolbekkink.
Alle andere plannen in de provincie, zoals in Bunnik en de locatie in het Utrechtse Overvecht, gaan daarvan uit. ‘Naast het sturen op aantallen, sturen we in de provincie ook op kwaliteit: hoe kun je de opvang onderdeel van de wijk maken?’
Houten Hub
Die vraag staat ook centraal in Houten. Of eigenlijk al sinds 2017, zegt de nieuwe Houtense wethouder Daan Vermeulen. ‘Toen heeft de gemeenteraad gezegd: we willen wat doen voor de vluchtelingen die naar Nederland komen. We willen één plek, één concept, waar we vluchtelingen kunnen opvangen en laten integreren.’
Toen was ook de gedachte dat er woningen zouden komen voor Houtenaren. Dat is uitgewerkt op een locatie die uiteindelijk niet bleek te voldoen, weet Vermeulen. In 2022 is er een nieuwe tijdelijke locatie voor vijftien jaar gevonden, die de Houten Hub is gaan heten. De aanpak is wel gebleven: integratie en ook voorzieningen voor Houtenaren.
Het is een doorontwikkeling van het Utrechtse model’, aldus Vermeulen. ‘We kijken naar wat gemeente Utrecht tot nu toe heeft gedaan en wat we daaruit kunnen leren.’
Eén van de lessen volgens Vermeulen is de verhouding Houtenaren-vluchtelingen. Die is in Plan Einstein Pahud 30-300. ‘Dat proberen we in Houten meer in balans te krijgen: 150 Houtenaren en 175 vluchtelingen.'
'Al zijn er nog steeds mensen die graag nog meer woningen voor Houtenaren zouden willen. Misschien dat we over een aantal jaren terugkijken en denken: de balans had toch net wat anders kunnen zijn. Het is een lerend proces natuurlijk.’
Daarnaast komt in het pand een locatie van de Voedselbank en een Doorgeefluik, een weggeefwinkel. ‘Handig voor mensen die met niets naar Nederland komen.’
Ook komt er een vestiging van de Krachtfabriek, een instelling voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Die organisatie moet naast Houtenaren ook vluchtelingen een opstap geven naar betaald werk. ‘Veel vluchtelingen hebben door hun geschiedenis problemen en vragen meer begeleiding voordat ze op de arbeidsmarkt aan de slag kunnen’, aldus Vermeulen.
Bevolkingsgroepen mengen
De wethouder is voor de ontwikkeling van de Houten Hub niet over één nacht ijs gegaan. De liberaal werkte lang als arts bij de GGD en erkent dat hij bij zijn aantreden nog weinig wist van asiellocaties. ‘Dus ik ben gaan kijken: welke hebben we allemaal, welke typen en hoe is de mix, in welke wijken staan ze. Maar ook: hoe kunnen bevolkingsgroepen goed met elkaar samenleven?’
Zijn conclusie: ‘Mix bevolkingsgroepen: maak geen postzegel waar je maar één groep onderbrengt.’
Als het aan Vermeulen ligt, krijgen de vluchtelingen in de Houten Hub meer ruimte dan gebruikelijk. ‘Dus geen kamertjes met zes vluchtelingen en stapelbedden.’ Meer rust en privacy zorgen ervoor dat mensen eerder kunnen deelnemen aan de maatschappij, betoogt hij.
Met alle ervaring en inzichten heb je nog geen Houten Hub. Daarbij helpt het Kansenmakersteam, zegt Vermeulen. ‘Dat team staat ons bij met raad en daad. Ruben, Kees en Rutger hebben ons in contact gebracht met mensen in de provincie, zowel de gedeputeerde als ambtenaren. Als we bepaalde expertise nodig hebben, dan kunnen ze daarbij helpen.’
Het gaat volgens de wethouder dan om juristen of specialisten in communicatie en participatie. Want daar is het wel eens misgelopen in Houten. En heel belangrijk: het Kansenmakersteam weet de weg binnen het COA, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
COA: ‘Bijzondere vorm die goed werkt en deuren opent’
Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) is tevreden met de Utrechtse aanpak en Plan Einstein en ziet graag landelijke navolging. Een woordvoerder wijst erop dat het twee verschillende dingen zijn. ‘De Utrechtse Aanpak gaat vooral over kleinschalige opvang, gemengde woonvormen, regionale doorstroming en maatschappelijke functies. Plan Einstein komt vanuit de gemeente Utrecht en is bedoeld om de buurt te betrekken bij de opvangcentra.’
Helemaal uniek is de Utrechtse aanpak niet, zegt het COA. ‘In diverse provincies wordt aan de provinciale regietafels op dezelfde manier gewerkt als in Utrecht. Het Utrechtse Kansenmakersteam is wel een bijzondere vorm die goed werkt en deuren voor ons opent voor het vinden van nieuwe opvanglocaties.’
Het COA hoopt vooral dat Plan Einstein landelijk navolging krijgt. ‘We hebben geleerd dat het loont om de buurt te betrekken bij de vestiging en de dagelijkse gang van zaken van een opvanglocatie. Het mes snijdt aan twee kanten: onze bewoners integreren makkelijker en de buurt is betrokken bij de opvanglocaties.’ Bovendien vergroot de samenwerking met de buurt het draagvlak, aldus het COA. ‘Dit geldt zeker op bestuurlijk vlak.’ Het orgaan kan evenwel niet beloven dat alle asielzoekers in de regio blijven zodra ze een status hebben gehad, iets dat bijvoorbeeld de gemeente Houten wel wil eisen.