In het tweede kwartaal van 2024 boden kopers volgens Huispedia gemiddeld 4,1 procent boven de vraagprijs. In het eerste kwartaal van dit jaar was dat nog 2,6 procent. In de provincie Utrecht werd gemiddeld het meest overboden (+6,9 procent) en in Zeeland het minst (+1,0 procent).  

Ook het aantal verkopen waarbij wordt overboden neemt toe, blijkt uit de analyse. In het tweede kwartaal werd in 66 procent van de woningverkopen overboden. In het eerste kwartaal was dat volgens Huispedia nog 57,9 procent. 

Gemiddeld wordt bij appartementen een stuk meer overboden dan bij woonhuizen, aldus de analyse. Voor een appartement moet gemiddeld 5,2 procent boven de vraagprijs worden betaald, voor een woonhuis is dit 3,5 procent. 

Ook nog onderboden 

Uit de analyse blijkt ook dat er nog steeds wordt onderboden. In ruim een kwart van de gevallen lag het winnende bod beneden de vraagprijs, al was dat minder dan in het eerste kwartaal. Toen ging 32,8 procent van de woningen onder de vraagprijs van de hand. 

Uitzondering op de trend zijn woningen die voor meer dan een miljoen euro te koop staan. In dat segment wordt 57,8 procent van de woningen onder de vraagprijs verkocht.  

 Terwijl in steden zoals Utrecht, Amsterdam, Apeldoorn en Groningen fors boven de vraagprijs wordt geboden, blijkt dat in Rotterdam, Delft en Enschede minder vaak wordt overboden dan het landelijke gemiddelde. De gemeente waar het minst wordt overboden ten opzichte van het eerste kwartaal is Terneuzen, volgens de analyse van Huispedia 

Makelaars zetten in op overbieden 

Volgens Huispedia is de vraagprijsstrategie van makelaars steeds vaker op overbieden gericht. Veel woningen worden laag in de markt gezet, in de hoop dat de lage vraagprijs meer geïnteresseerde kopers trekt. Het gevolg is drukke bezichtigingsmomenten en overbiedingen.  

Uit de analyse komt naar voren dat in het tweede kwartaal van 2024 ruim 56 procent van de verkochte woningen te laag in de markt was gezet. Ook worden woningen soms te hoog in de markt gezet. Volgens Huispedia had in het eerste kwartaal 38,5 procent nog een redelijke vraagprijs had, maar daalde dit in het tweede kwartaal tot 35,3 procent. 

Dit betekent dat steeds minder verkochte woningen te koop zijn gezet tegen een redelijke vraagprijs, aldus het woningplatform. Waar in het eerste kwartaal nog 38,5 procent van de verkochte woningen een redelijke vraagprijs had, daalde dit in het tweede kwartaal tot 35,3 procent. 

Huispedia maakte voor deze analyse gebruik van openbare bronnen als het Kadaster en met data van bij Huispedia aangesloten makelaars. Resultaten zijn voor een deel afhankelijk van het type woningen dat wordt verkocht gedurende een specifieke periode.