‘Uit onze analyse blijkt dat de warmtevisies tot dusver ontoereikend en niet ambitieus genoeg zijn om de nationale afspraken voor de warmtetransitie waar te maken’, zegt Natuur en Milieu.  

In het Klimaatakkoord is opgenomen dat in 2050 alle gebouwen aardgasvrij moeten zijn, en in 2030 49 procent CO2-reductie moet zijn gerealiseerd. Volgens Natuur en Milieu blijkt dat de 66 procent van de onderzochte plannen vaak een voorbereidende of onderzoekende status hebben.  

Vooral grotere gemeenten hebben al goed uitgewerkte programma’s, zegt de organisatie. ‘Uit de analyse blijkt dat kleine en middelgrote gemeenten zich in een uitdagende positie bevinden. De plannen van deze gemeenten scoren het laagst.‘

In een warmtevisie staat onder meer voor welke warmtetechnieken de gemeente kiest, waar aansluiting op een warmtenet plaatsvindt en wat de voornaamste energiebronnen worden. Het warmteprogramma is vanaf 2026 verplicht en is de juridische opvolger van de warmtevisie en legt de concrete plannen vast.

‘Daarnaast vallen zij vaak terug op verwarmingstechnieken die afhankelijk zijn van een onzeker aanbod van hernieuwbaar gas.’ Natuur en Milieu denkt dat gemeenten daarmee uiteindelijk veel duurder uit zijn.

Natuur en Milieu vermoedt dat deze gemeenten kampen met een gebrek aan capaciteit en onvoldoende structurele steun van het Rijk ontvangen waardoor ze nauwelijks expertise kunnen opbouwen.

Duidelijker doelstellingen

De organisatie zegt dat een duidelijkere landelijke en provinciale doelstelling voor 2030 nodig is, en dat het Rijk structureel zou moeten investeren in gemeenten en die moeten helpen bij het opstellen van de plannen.  

‘We zien dat er een forse verbeteringsslag mogelijk is voor de warmteprogramma’s en dat de landelijke overheid daarvoor nodig is. We roepen het Rijk op om de handschoen nu op te pakken en de gemeenten beter te ondersteunen’, zegt onderzoeker Atse van Pelt.

‘Tenslotte zijn gemeenten geholpen met concrete richtlijnen voor de warmteprogramma’s en meer data over het woningbestand.’

Wel ziet hij dat gemeenten veel aandacht besteden aan isolatie. ‘Al kunnen ook die plannen concreter zijn.’