Thermische energie uit afvalwater (TEA) kan een bron zijn voor warmtenetten. Tijdens het reinigingsproces in de rwzi’s wordt het water verwarmd. De warmte kan met behulp van een warmtewisselaar uit het effluentwater – gezuiverd rioolwater - worden gehaald.
Daarmee kunnen gebouwen worden verwarmd. Bijkomend voordeel is dat het warme water niet wordt geloosd op het oppervlaktewater. Dat is beter voor de natuur.
Onder meer in Utrecht, Harderwijk, Apeldoorn en Deventer worden warmtenetten al gevoed uit nabijgelegen rwzi’s, of zijn er vergevorderde plannen daartoe.
Daardoor kunnen bestaande woningen van het aardgasnet worden afgekoppeld en is voor nieuwbouwwoningen geen aansluiting nodig.
Meer warmtenetten
De waterschappen denken dat thermische energie uit gezuiverd rioolwater op veel meer plekken kan worden gehaald. Daarom kreeg netwerkorganisatie Syntraal de opdracht van de Unie van Waterschappen en EFGF om het potentieel te onderzoeken.
Syntraal onderzocht zowel de potentie van thermische energie uit afvalwater van alle 323 Nederlandse rwzi’s, als de kansen voor de inzet als energiebron in warmtenetten.
Hiertoe definieerde Syntraal voor elke rwzi een zoekgebied op basis van de warmtepotentie. Per zoekgebied brachten ze vervolgens de warmtevraag van de omliggende wijken en gebouwen in kaart.
Op basis daarvan is te zien welk deel van de warmtevraag een rwzi kan invullen. Hierbij is ook gekeken naar toekomstige warmtenetten, zegt de UvW. De analyse houdt rekening met de afstand tussen de woonwijk en de rwzi’s en obstakels zoals (snel)wegen, spoorwegen en rivieren die de geschiktheid van de warmtebron mogelijk beïnvloeden.
Interactieve kaart
Het resultaat van de studie is een interactieve kaart waarmee de waterschappen en gemeenten in gesprek kunnen gaan over de wensen en eisen voor warmtenetten, aldus de Unie van Waterschappen.
In Nederland kan aquathermie, zowel via oppervlaktewater (TEO), drinkwater (TED) als uit rwzi’s (TEA), in ruim 50 procent van de warmtevraag en ruim 50 procent van de koudevraag voorzien. Dit blijkt volgens de UvW uit rapporten van CE Delft/Deltares (2018) en IF Technology (2016).