Bij zoveel mogelijk publieke voorzieningen, zoals een gezondheidscentrum, bioscoop en theater, moeten minimaal twee gehandicaptenparkeerplaatsen komen.
Daarbij moet het aantal gehandicaptenparkeerplaatsen afgestemd zijn op de bezoekersaantallen van de voorziening. Het kan dus voorkomen dat er meer dan het minimale aantal van twee nodig zijn op sommige plekken.
Ook reserveert de stad twee tot vijf procent van het totale aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte voor algemene gehandicaptenparkeerplaatsen. Dit gaat gelden naast de bestaande mogelijkheid voor gehandicaptenkaarthouders om op alle gewone parkeerplaatsen gratis te parkeren.
Volgens wethouder Lot van Hooijdonk (Mobiliteit) zijn de aanscherpingen nodig omdat de ruimte voor auto's en parkeergelegenheid in de stad aan het afnemen is.
De gemeente richt zich naar eigen zeggen steeds meer op duurzame vervoersmiddelen als alternatief voor de auto. Dit doet de gemeente om de stad leefbaar te houden, maar ook om de schaarse ruimte voor andere zaken dan parkeren te gebruiken, zoals wandel- en fietspaden, groen en woningbouw.
‘Hierbij moeten we voorkomen dat het voor mensen met een beperking moeilijker wordt om hun bestemming te bereiken en gebruik te maken van de voorzieningen in onze stad', zegt de wethouder. ‘Daarom zijn de regels aangepast.’
Individuele gehandicaptenparkeerplaats
Verder zijn de voorwaarden om een individuele gehandicaptenparkeerplaats (op kenteken) te krijgen aangepast. ‘Door verruiming van die criteria komen er nu meer mensen in aanmerking voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats’, zegt Van Hooijdonk.
Uiteraard blijft de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken maatwerk. De gemeente geeft aan rekening te houden met de aard van de beperking en de behoeften van de aanvrager.
Het college van B en W heeft alle aanpassingen opgenomen in nieuwe richtlijnen die onlangs zijn vastgesteld.