Dit artikel maakt deel uit van onze zomerserie 2024. Lees ook over wonen in Wenen en hoogbouw in Frankfurt am Main.

‘Voor het onderhoud, de verzorging en bescherming van het groen op wooncomplexen zijn de bewoners uiteindelijk wettelijk verantwoordelijk’, zegt planoloog Jolanta Pawlak, voormalig hoofd van de afdeling ruimtelijke ordening in Warschau en trainer stedelijke klimaatadaptatiestrategieën voor 44 gemeenten in Polen.

In de praktijk handelen Poolse woningcorporaties of verenigingen van eigenaren (VvE’s) namens de bewoners, zegt Pawlak. Een woningcorporatie kan ook het beheer voeren over een pand dat niet van haar is, maar waarvoor een overeenkomst met de eigenaar is gesloten.

‘Dit gebeurt vaak bij wooncomplexen waar een groot deel van de grond tussen de gebouwen eigendom is van de stad of de staat.’ De overheid draagt het beheer dan formeel over aan de corporatie.  

Dan gaat het onder meer over de gronden tussen appartementencomplexen. In Polen krijgen nieuwbouwbuurtjes regelmatig een hek met een bewaker. Dan gaat het niet om villawijken, maar om appartementencomplexen voor de middenklasse. 

Onderhoud van tuinwerkzaamheden 

Namens de bewoners van het complex - leden van de woningcorporatie of eigenaren die een VvE vormen - handelt een beheerder. De bewoners beslissen over de tuinwerkzaamheden en de regels voor het onderhoud van het groen op het complex en de beheerder voert het uit, of laat het uitvoeren. 

De VvE beperkt zich niet tot een gebouw: ook het groen, speelplekken en paden worden uiteindelijk door de bewoners beheerd. Foto: Stadszaken

‘De bewoners stellen ook samen een onderhoudsplan vast en de daarvoor bestemde budgetten’, zegt Pawlak. De kosten voor het onderhoud van het groen, zoals verzorging, aanvulling en aanplant van nieuwe planten, bemesting en bewatering, worden gedragen door alle bewoners. 

Voor semi-openbare ruimten rondom een complex is daarbij niet alleen toestemming van het bestuur en de wijkraad nodig. Ook moeten de actieve bewoners een groenexpert raadplegen.  

Dat zijn niet de enige regels, zegt Pawlak. ‘Experts hebben normen vastgesteld waaraan het groen moet voldoen. Dan gaat het om esthetiek, netheid en duurzaamheid, maar ook om regenwaterretentie, klimaatadaptie en bescherming van de biodiversiteit.’

Biocenotische zones 

Een voorbeeld is biocenotische zones, ofwel kleine zones of delen van parken of andere groene gebieden die zijn afgebakend om de biodiversiteit en het wilde leven te beschermen. ‘Een ander voorbeeld is de “vierde natuur”, stedelijke braakliggende terreinen waar de mens niet ingrijpt en natuur haar gang kan gaan.’ 

Die normen – iedere stad heeft eigen regels - voorkomen conflicten binnen de VvE’s of huurdersorganisaties, zegt Pawlak. De groenbeheerder speelt bij het oplossen van geschillen dan ook vaak een grote rol, aldus de planologe.

Het nadeel van deze manier van werken is dat bewoners hoge kosten moeten dragen, zegt Pawlak. ‘Ook botsen wensen van bewoners regelmatig met de ligging van infrastructuur, zoals water- of rioolnetwerken en centrale verwarmingssystemen.’  

In de Poolse hoofdstad is Groenbeheer Warschau (ZZW) verantwoordelijk voor 32 parken, 31 plantsoenen en talloze groenstroken. Daarnaast beheert ZZW meer dan 1300 hectare groen langs provinciale, districts- en nationale wegen, boulevards en andere groene gebieden. 

Wat de situatie complexer maakt, zijn lokale bestemmingsplannen en bouwvoorschriften, en de eigendomssituatie. Ook zijn landelijke wetten soms onduidelijk, zegt Pawlak. ‘In de Poolse regelgeving zijn er verschillende definities van groene gebieden, wat problemen veroorzaakt bij hun planning en onderhoud.’ 

Volkstuinen en burgerbudgetten 

Groene participatie in Polen gaat verder dan gronden rondom gebouwen en in buurten, zegt Pawlak. ‘Steeds vaker helpen bewoners met het inrichten en onderhouden van groen op terreinen die eigendom zijn van de stad of de staat.’

‘Vierde Natuur’: een bosgebied midden in Warschau waar de natuur zijn gang kan zijn. Foto: Jolanta Pawlak

Groenbeheer Warschau (ZZW) is verantwoordelijk voor het beheer van openbare groene gebieden op gemeente- of staatsgrond en staat open voor bottom-up buurtinitiatieven van bewoners. ‘Zij ruimen op, leggen bloembedden, borders en moestuinen aan, zaaien bloemenweides op verwaarloosde gazons, planten bomen en struiken en dragen zorg voor deze terreinen.’ 

‘Bewoners kunnen een verzoek doen voor de aanleg van gemeenschappelijke tuinen’, zegt Pawlak. ‘De initiatiefnemers krijgen dan een kavel, waar ze tegen een kleine vergoeding groenten, bloemen en kruiden kunnen verbouwen.’ Gereedschappen worden gedeeld en een beheerder zorgt voor de dagelijkse gang van zaken. Dit soort volkstuinen worden steeds populairder in de grote steden, weet Pawlak. 

Het stadsbestuur van Warschau helpt initiatiefnemers via "Programma Weelderig Warschau" met kennis en praktische zaken voor het werk in hun ‘groene ruimte’. Zo publiceerde de stad de gids ‘Hoe maak je een gemeenschappelijke tuin’ en koppelen de autoriteiten initiatiefnemers aan experts.

Bewonersorganisatie "ADaSie" uit Krakau vergroent verwaarloosde plekken in steden, onder meer door de oprichting van Krakau Parks, waar ouders een boom planten ter herinnering aan de geboorte van hun kinderen.  

Een andere manier waarop Poolse steden burgers invloed geven is het burgerbudget. Daarin beslissen bewoners mee over de openbare uitgaven in de stad voor het volgende begrotingsjaar. ‘Stedelijk groen is een van de populairste onderwerpen.’ 

Volgens Pawlak zijn de participatiewetten bedoeld om buurten te revitaliseren. ‘Een belangrijk voordeel is ook de verantwoordelijkheid die bewoners nemen voor hun omgeving en de kwaliteit van de stedelijke ruimte’, zegt Pawlak.  

Dat is in veel nieuwbouwbuurten in Polen te zien: groen ligt er prachtig bij en speeltuintjes zijn schoon en onderhouden. Bijkomend voordeel zijn de financiën, zegt Pawlak: ‘Deze burgerinitiatieven zijn vaak veel goedkoper dan traditionele oplossingen voor groenbeheer.’