Het gaat om de gemeenten Almere, Boxtel, De Bilt, Diemen, Dordrecht, Heemskerk, Hulst, Maasdriel, Medemblik, Meierijstad, Middelburg, Nijkerk, Nijmegen, Oude IJsselstreek, Ouder-Amstel, Rhenen, Schouwen-Duiveland, Sint-Michielsgestel, Uitgeest, Vijfheerenlanden.
Bij elkaar is 14,5 miljoen euro toegekend. Daarbij gelden de voorwaarden dat de gemeenten sociale woonruimten realiseren en dat de flexwoningen binnen 12 maanden klaar zijn. Twee andere gemeenten die een aanvraag indienden hebben geen akkoord gekregen.
In totaal was er 74 miljoen euro beschikbaar voor deze tranche. Gemeenten konden van 2 april tot 15 mei dit jaar hiervoor een aanvraag indienen.
Daarmee is niet de hele pot benut. Dat was ook het geval bij de eerste tranche. Toen ontvingen 22 gemeenten (één gemeente viel af) een bedrag van 20,6 miljoen voor 2643 woningen. In totaal was toen 55 miljoen euro beschikbaar. Het overgebleven bedrag schoof door naar de volgende tranche. Dat gebeurt nu opnieuw.
Keijzer bevestigt in de brief dat er minder aanvragen binnenkomen dan verwacht, ondanks dat veel gemeenten plannen hebben voor flexwoningen. ‘Mijn ministerie onderzoekt momenteel de redenen waarom gemeenten (nog) niet aanvragen. Mogelijk leidt dit tot aanpassing van de subsidieregeling.’
Het rondkrijgen van financiën is één van de obstakels die vaak wordt genoemd voor gemeenten bij het realiseren van flexwoningen. Andere veelvoorkomende drempels zijn: beschikbare grond, weerstand van omwonenden, het ambtenarentekort, de businesscase of het regelen van infrastructuur.
Wel neemt het aantal flexwoningen in Nederland gestaag toe. Ook zijn alle flexwoningen vanuit het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) verkocht. De verwachting is dat er in 2024 ongeveer 8.300 flexwoningen worden gebouwd. In 2023 waren dit er ruim 5.000 en in 2022 circa 3.400.
Dit najaar kunnen gemeenten naar verwachting opnieuw een aanvraag doen voor de Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen. Dan opent de volgende tranche, schrijft de minister. In totaal is 282 miljoen euro beschikbaar voor de periode 2023-2026.