De minister benadrukt dat het noodzakelijk is om de bouwopgave op te schroeven tot 100.000 per jaar, en geeft aan dat dit mogelijk is. Daarvoor verwijst ze naar meerdere recente onderzoeken.
Om afspraken hierover te maken wil de nieuwe minister snel een Woontop organiseren met pensioenfondsen, woningcorporaties, sociale partners, marktpartijen, gemeenten en provincies. Deze wens was al benoemd in het hoofdlijnenakkoord.
Het wordt dan de tweede Woontop. Afgelopen februari was er al een Woontop die mede werd georganiseerd door Aedes. Toen liet Barry Madlener (inmiddels PVV-minister) weten niet meer geld in woningbouw te willen stoppen.
In haar brief reageert Keijzer nu onder meer op de Primos-prognose van ABF Research die vandaag verscheen. Daaruit blijkt dat het woningbouwtekort is opgelopen naar 400.500 woningen. Vorig jaar was dit 390.000. Dit is voor het derde jaar op rij gestegen.
Een belangrijke oorzaak is het stijgende aantal huishoudens. Dit groeit naar verwachting van ABF Research zelfs harder dan bij de vorige prognose, en ligt hoger dan de toename van de woningvoorraad.
De nodige 401.000 woningen staat gelijk aan 4,9 procent van het huidige aantal woningen in Nederland. Dit percentage, het statistische tekort, was vorig jaar 4,8 procent.
Lichte terugval
In zowel 2022 als 2023 was de woningbouw ongeveer 90.000 woningen per jaar. ABF Research verwacht dat de woningbouwproductie wat terugloopt in 2024 en 2025 als gevolg van slechtere marktomstandigheden in voorgaande jaren. Overheidsmaatregelen zoals de Startbouwimpuls hebben de terugval mogelijk beperkt.
Vanaf 2026 verwacht het bureau dat de productie weer toeneemt dankzij stimulerende maatregelen van de overheid en doordat de marktomstandigheden inmiddels gunstiger lijken, bijvoorbeeld door de lagere hypotheekrente en loonstijgingen.
Naar verwachting bedraagt de woningbouwproductie in 2027 (iets meer dan) 100.000 per jaar.
Bouwvergunningen en plancapaciteit
Een hoopgevende factor volgens Keijzer is het gegeven dat het aantal verleende bouwvergunningen volgens het CBS nu al hoger is dan ABF Research heeft kunnen meenemen in haar prognose.
Ook is er volgens de minister voor de middellange termijn voldoende plancapaciteit beschikbaar: de geraamde bruto plancapaciteit bedraagt 1.058.600 woningen voor de periode 2024 tot en met 2030.
Het Rijk heeft met lokale overheden afgesproken 30 procent meer plancapaciteit beschikbaar te maken dan nodig. In 22 van de 35 woondealregio’s is dit al het geval. Vanaf 2030 (looptijd woondeals) daalt de beschikbare plancapaciteit wel flink.
Keijzer laat zich in de brief kritisch uit over migratie als medeoorzaak van het woningtekort. Volgens haar wordt bevolkingsgroei steeds minder bepaald door natuurlijke aanwas en steeds meer door migratie. Dat maakt de woonopgave minder voorspelbaar. Ze pleit voor meer stabiliteit en continuïteit.
Naast het recente onderzoek baseert de minister haar brief ook op twee andere onderzoeken van ABF Research: Inventarisatie Plancapaciteit voorjaar 2024, en het rapport Evaluatie Woningtekort.