In een raadsbrief van 19 juni schrijven de burgemeester en wethouders: ‘Minder afwijking van de drie kwaliteitsniveaus beperkt de ruimte voor verscheidenheid bij het inrichten van de openbare ruimte, maar verlaagt ook de kosten omdat er minder ruimte is voor (duurdere) uitzonderingen.’
Het afgelopen jaar is een verkenning uitgevoerd naar de standaardisatie van de openbare ruimte, zoals toegezegd in de raadsbrief versoberingsopgave van juni 2023. Hierbij is gekeken naar zowel materiaalgebruik als het ontwerp- en participatieproces.
Uit deze verkenning blijkt dat de gemeente sterker wil inzetten op de drie bestaande kwaliteitsniveaus: Utrecht Domstad, Domstad Bijzonder en Utrechtse Allure. De standaardisering betreft alle fysieke objecten in de openbare ruimte, zoals bestrating, verlichting, groenkeuze en meubilair (lichtmasten, bankjes, prullenbakken).
Bij nieuwe gebiedsontwikkelingen of herinrichtingen kijkt de gemeente nog wel naar een bijpassend kwaliteitsniveau; er kan nog steeds worden afgeweken van de standaard om specifieke locaties een unieke uitstraling te geven, zegt de gemeente.
Kwaliteitsniveaus
In Utrecht worden drie kwaliteitsniveaus gehanteerd. In de Kadernota Kwaliteit Openbare Ruimte (2016) staat dat de Utrechtse buitenruimte voor 85 procent bestaat uit Utrecht Domstad, 10 procent uit Domstad Bijzonder en de overige 5 procent uit Utrechtse Allure. De niveaus variëren in uniciteit en intensief gebruik.
Het is nog niet duidelijk in hoeverre de gemeente vanaf 2025 kan afwijken van de drie kwaliteitsniveaus, aldus de woordvoerder van wethouder Susanne Schilderman (Openbare Ruimte). Verdere invulling van de standaardisatie volgt nog.
Standaardisatie van materiaalgebruik leidt volgens de verkenning niet tot besparingen bij de inkoop van nieuwe materialen. Daarnaast levert standaardisatie geen besparing op beheerskosten op.
B en W volgt ook het advies op om niet te besparen op de kwaliteit van materialen. Hoewel dit bij aankoop kosten zou besparen, zou het hogere onderhoudskosten en snellere vervanging met zich meebrengen, waardoor de besparing teniet wordt gedaan.
Wettelijke zorgplicht
Naast standaardisatie hoopt Utrecht ook op andere manieren te besparen op de openbare ruimte. Schakeltijden voor openbare verlichting worden aangepast naar minder branduren, constructies worden minder vaak gereinigd en groot onderhoud van klinkers en tegels wordt uitgesteld.
‘De technische kwaliteit blijft gewaarborgd, conform de wettelijke zorgplicht voor gemeenten om de openbare ruimte veilig en toegankelijk te houden’, belooft het college.
Verder stopt de gemeente met de begrazing van het Maximapark, kiest bij 30 procent van de jaarlijks te planten bomen voor kleinere bomen en bespaart op “stedelijke voorzieningen binnenstad”.
Vanaf 2025 geldt een structurele bezuiniging van 1.085.000 euro per jaar. Hoeveel de standaardisatie jaarlijks zal besparen, is nog niet bekend.
Veel gemeenten en Tweede Kamerleden waarschuwen voor het financiële ravijnjaar 2026, waarin een landelijk tekort van rond de drie miljard euro wordt verwacht bij gemeenten.