Volgens de experts zijn er vier kernproblemen bij de nieuwbouw: schaarse bouwgrond, langslepende processen, projecten die financieel niet haalbaar zijn en het grillige karakter van de woningbouw, met terugkerende ups en downs.
Er zijn volgens de Rabobank zestien kansrijke beleidsopties om de problemen aan te pakken. ‘Samen kunnen de voorgestelde maatregelen bijdragen aan een structureel hogere en stabielere woningbouwproductie.’
Dan gaat het om:
Van schaarse grond naar ruimte voor woningbouw
- Meer financiële prikkels voor gemeenten om woningbouw toe te staan;
- Geef gemeenten meer mogelijkheden om een actief grondbeleid te voeren;
- Meer rijksregie op aanwijzen van grote woningbouwlocaties;
- Geef welwillende gemeenten meer vrijheid in aantallen en locatiekeuze.
Van langslepende naar snellere bouwprocessen
- Betrek omwonenden sneller om weerstand te voorkomen;
- Standaardiseer bouwkundige eisen;
- Benut de potentie van fabrieksmatig bouwen;
- Onderzoek of eerder kan worden gestart met bestemmingsplanprocedures.
Van onrendabele toppen naar een positieve business case
- Verminder de stapeling van eisen en laat 2/3 betaalbaar los;
- Verruim mogelijkheden en aantrekkelijkheid om te investeren in huurwoningen;
- Onderzoek of het kostenverhaal bij publieke investeringen uitgebreid kan worden;
- Meer rijksmiddelen voor de gebiedsontwikkelaar;
- Zet in op binnen- en buitenstedelijke bouw.
Van een schommelende naar een stabielere woningbouw
- Bouw belastingvoordelen voor huiseigenaren af en verlaag belastingen op pensioen en werk;
- Onderzoek de mogelijkheid van een permanent anticyclisch stabilisatie-instrument;
- Vergroot de anticyclische rol van woningcorporaties.
Veel oplossingsrichtingen die de experts van de Rabobank aandragen, waren ook al door de voormalig woonminister geopperd. Hij droeg nog meer mogelijkheden aan om woningbouw te versnellen, bijvoorbeeld door de rechtsgang te beperken bij bezwaren.
De experts van de Rabobank erkennen dat de voorgestelde oplossingen tijd kosten. ‘Het zijn langetermijnoplossingen die gepaard gaan met uitruilen en dilemma’s. Deze moeten explicieter worden meegewogen in het besluitvormingsproces.’
Ze vragen om politieke keuzes over de richting die Nederland, alles afwegende, op wil. Daarbij is het volgens hen belangrijk dat de komende kabinetten een vaste koers blijven varen.