Onderstaand artikel is ingezonden door de provincie Zuid-Holland. De andere twee artikelen uit deze zomerserie gaan over Leiderdorp en Dordrecht.

De GGD’s in Zuid-Holland hebben vorig jaar 34 Omgevingsvisies van gemeenten en die van de provincie Zuid-Holland onderzocht. Deze visies werden geanalyseerd op 12 kernwaarden, door de GGD’s opgesteld. De gezonde voedselomgeving scoort gemiddeld op niveau twee: genoemd en expliciet omschreven. 

Maar dat geldt lang niet voor alle gemeenten. ‘Als het gaat om een gezonde voedselomgeving, blijken maar liefst 20 gemeenten in Zuid-Holland helemaal niets hierover opgenomen te hebben in hun Omgevingsvisie’, vertelt Diana Filipov, medisch milieukundig adviseur bij de GGD Rotterdam-Rijnmond. ‘Terwijl de Omgevingsvisies belangrijke instrumenten zijn om ambities te stellen voor de lange termijn.’ 

Positieve uitschieter is de gemeente Rotterdam. ‘In de Omgevingsvisie van Rotterdam wordt de voedselomgeving benoemd en op punten zelfs expliciet beschreven.’ 

Afbeelding met tekst, diagram, schermopname, cirkel

Automatisch gegenereerde beschrijving
De volledige analyse is te bekijken op de website van de Provincie Zuid-Holland. Gemeenten die hun eigen score willen inzien, kunnen contact opnemen met de regionale GGD. 

Wat is een gezonde voedselomgeving?

‘De voedselomgeving is een heel breed begrip’, legt Karin De Jager uit, senior beleidsadviseur Gezondheidsbevordering bij de gemeente Rotterdam. ‘Zo is er de sociaal-culturele voedselomgeving, waarin het gaat om voedselculturen, normen, waarden, routines en groepsdruk. Daarnaast is er de beleidsmatige voedselomgeving: welke wetten en regels zijn er? 

Tot slot is er de fysieke voedselomgeving: tot welk voedsel hebben mensen in een bepaalde wijk toegang (beschikbaarheid, bereikbaarheid), tegen welke prijs (betaalbaarheid) en in welke samenstelling en portiegroottes? Het kan dan gaan om het aantal snackbars in een wijk, maar ook om het aanbod in een supermarkt. 80% van het aanbod in supermarkten staat niet in de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum en dat geldt voor maar liefst 90% van het horeca-aanbod.’

Onderzoek wijst uit dat sinds 2004 het ongezonde voedselaanbod in Rotterdam met maar liefst 47% is toegenomen. ‘Ook blijkt dat het aanbod scheef verdeeld is over de wijken’, aldus De Jager. ‘En dat wordt alleen maar erger. In minder welvarende wijken is het ongezonde aanbod met 67% gestegen, in welvarende wijken met maar 4%.’ 

Een oorzakelijk verband is volgens haar moeilijk aan te tonen, maar een correlatie tussen de twee is er wel: ‘Kijk bijvoorbeeld naar de welvarende Rotterdamse wijk Kralingen waar het percentage mensen met overgewicht 35% bedraagt, tegenover 59% in de wijk Feyenoord.’

‘Een gezonde voedselomgeving raakt veel portefeuilles’

City Deal Voedsel 

Gemeenten die aan de slag willen gaan met de gezonde voedselomgeving, doen er goed aan verbinding te leggen tussen de verschillende domeinen. Filipov: ‘Het sociale en fysieke domein moeten met elkaar om tafel omdat er sociale en fysieke aspecten aan de gezonde leef- en voedselomgeving zitten. 

Het sociale domein kan aangeven waar de gezondheidsproblemen liggen, waarop het fysieke domein die informatie kan gebruiken voor hun ruimtelijke plannen. Vanuit die gezamenlijkheid kunnen zij ambities opnemen in de Omgevingsvisie, om op basis daarvan vervolgstappen uit te zetten.’ 

Rotterdam is al een paar stappen verder. De Jager: ‘Wij zijn sinds 2017 betrokken bij de City Deal ‘Voedsel op de stedelijke agenda’, inmiddels afgerond en overgegaan in de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving. Ook werken we al jaren met voedselaanbieders aan een gezonder aanbod. Ook hebben we een gezond aanbod in de Huizen van de Wijk vastgelegd in de welzijnsopdracht en stellen we voorwaarden aan het voedselaanbod bij bijvoorbeeld sportevenementen die we subsidiëren of evenementen waarbij veel kinderen aanwezig zijn. 

Toch kunnen gemeenten nog steeds niet genoeg, vindt De Jager. ‘We liepen tegen beperkte mogelijkheden aan om bijvoorbeeld nieuw ongezond aanbod te weren op plekken waar dat al in overvloed aanwezig is. We hebben met Amsterdam, Utrecht en Ede laten onderzoeken welke mogelijkheden het gemeentelijk juridisch instrumentarium biedt. 

Wetgeving en Internationale verdragen verplichten de overheid om zorg te dragen voor een gezonde voedselomgeving. Als je daarnaar kijkt, zijn er veel te weinig instrumenten voor gemeenten om er echt werk van te kunnen maken, is de conclusie van dat onderzoek. 

Daarom streven we vanuit de nieuwe City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving, naar nieuwe wetgeving die meer mogelijk maakt. Binnen de City Deal wordt bovendien gewerkt aan een instrument om de (on)gezondheid van de voedselomgeving te meten. 

Groot voordeel van een nieuwe wet, zeker wanneer deze wordt gecombineerd met een referentiewaarde of norm zoals die voor geluid of luchtkwaliteit, is dat daarmee meer rechtsgelijkheid en duidelijkheid ontstaat voor gemeenten. Zij kunnen dan gemakkelijker met een gezonde voedselomgeving aan de slag gaan.’ 

Eetbaar groen: niet vergeten!

‘Wat nog wel eens vergeten wordt als het gaat om een gezonde voedselomgeving, is eetbaar groen. Stadslandbouw, daktuinen, gezamenlijke moestuinen. Daarmee maak je gezond voedsel zichtbaarder in de buitenruimte. Je kunt er als gemeente vrij gemakkelijk mee aan de slag.’ Karin de Jager, gemeente Rotterdam.

De weg van de verleiding

Wat voor ongezond voedsel werkt, werkt ook voor voedselondernemers, merken ze in Rotterdam. ‘Wij proberen voedselaanbieders te ‘verleiden’ hun aanbod gezonder te maken’, vertelt De Jager. ‘We bieden professionele begeleiding hierbij en stimuleren en enthousiasmeren om het eigen aanbod onder de loep te nemen. We richten ons op sporthallen, zwembaden, kinderboerderijen, huizen van de wijk, scholen en horecaondernemers.’ 

Die laatste groep verenigt zich in ‘Het Nieuwe Nassen’. Een lokale beweging van Rotterdamse restaurants, voedselondernemers, natuurinclusieve boeren en brancheorganisaties die samen de voedseltransitie op de kaart willen zetten.

‘Vanuit de gemeente ondersteunen we Het Nieuwe Nassen, we financieren challenges en zijn er vanuit meerdere portefeuilles - circulair, economie en gezondheid – bij betrokken’, aldus De Jager. ‘We hopen dat steeds meer ondernemers zien dat zij ook tevreden gasten en een verdienmodel kunnen hebben met een gezonder en duurzamer aanbod. We hopen er ‘zaadjes mee te planten’ die in de horeca gaan groeien, want de horeca is ontzettend belangrijk als uitdrager van een nieuwe eetcultuur.’

Filipov: ‘In de Omgevingsvisie staan niet zulke concrete plannen zoals Het Nieuwe Nassen, maar je zet daar wel de haakjes in waar je dat soort projecten aan kunt ophangen. Als GGD denken we daar graag over mee. Wij gaan graag met gemeenten aan tafel, maar dan wel met meerdere domeinen tegelijk. Dan is er veel meer haalbaar.’

Haal kennis in huis

De Jager: ‘Als je draagvlak binnen je gemeente wilt creëren, helpt het om de urgentie inzichtelijk te maken met data. Zodat je kunt aantonen – bijvoorbeeld met cijfers over overgewicht of de ontwikkeling van de voedselomgeving in de afgelopen jaren – dat het noodzakelijk is om aan de slag te gaan met de voedselomgeving. Daarbij helpt een betrokken bestuurder ook. Probeer die dus mee te krijgen.'

'En kijk daarbij zo breed mogelijk: lukt het niet vanuit gezondheidsbeleid, kijk dan naar andere collegedoelstellingen. Dat kan ook armoedebeleid zijn of duurzaamheid. Voedsel raakt veel portefeuilles. En maak gebruik van de – vaak gratis – mogelijkheden die er zijn om expertise in huis te halen. Dat kan JOGG Teamfit zijn, het Voedingscentrum of de GGD. Je kunt als gemeente eisen verbinden aan subsidies die je verstrekt. Je kunt je aansluiten bij de City Deal. Er zijn mogelijkheden genoeg.’

Toolkit Positieve Gezondheid
Een van de instrumenten die de provincie Zuid-Holland biedt om aan de slag te gaan met een gezonde leefomgeving, is de Toolkit ‘Positieve Gezondheid op de Tekentafel’. Deze biedt handvatten om met partners uit het sociale en fysieke domein én met bewoners in gesprek te gaan in werkateliers. 

In vijf stappen wordt samen gekeken naar belangen, behoeften en mogelijkheden aan de hand van de zes dimensies van Positieve Gezondheid. Het resultaat is een ruimtelijke visie die gedragen wordt door verschillende partijen en vanuit het perspectief van bewoners tot stand is gekomen en daardoor: een woon- en leefomgeving die de gezondheid van bewoners bevordert.