Onder begeleiding van een optimistische verbinder werden de flip-overs neergezet met cirkels, lijnen en golfbewegingen. Stapels Post-It's en veel dikke stiften. Vijf ronde tafels. In een zaal met koffie, sprits en vegan kokosballen. En een 0.0%-biertje om de geslaagde dag mee af te sluiten. 

De genodigden? Mensen met vooral voldoende vrije tijd en steevast uit dezelfde bubbel. Het is zo'n dag waarbij elke zin begint met 'wij'. Het is zo'n dag waarbij de verbinder iedereen aan het woord laat. Met een rijtje positieve grondregels voor een productieve dag. 

De grote Gouden Cirkel als vast startpunt van de dag; wat, hoe en waarom? 

Zo'n dag die eindigt met een flip-over met wat we allemaal, samen, gaan doen... Zo'n dag die bij mij steevast eindigt met dat buikgevoel van 'zijn we nu echt een stap verder gekomen?'. Wisten we dit niet al lang? Vinden we nu het wiel opnieuw uit? En wie zijn die ‘wij’ nu echt wat gaan doen? 

Het voelt als de Amerikaanse filmkomedie Groundhog Day. De film gaat over een chagrijnige weerman die met veel tegenzin in een klein plaatsje een reportage moet maken en daar vervolgens elke morgen op diezelfde dag opnieuw wakker wordt en alles verloopt precies hetzelfde als de dag ervoor. 

Het wordt Phil al snel duidelijk dat hij in zijn eentje gevangen zit in een tijdlus waardoor de dag telkens opnieuw begint, en dat hij de enige is die dit beseft; de andere mensen weten van niets. 

Wat is het probleem?

Mobiliteit is complex. Er zijn veel belanghebbenden en beleidsterreinen bij betrokken met zeker niet altijd gelijke doelstellingen. Wat is nu het probleem dat je met elkaar deelt? Hoe maak je dan die belangenafweging? Hoe voorkom je NIMBY-gedrag? Wie bepaalt straks wie er wel of niet in mag? En mag je de schaarse openbare ruimte zomaar afsluiten voor bepaalde gebruikers? 

Na vele tientallen brainstormsessie over stadslogistiek, autoluwe wijken, meer ruimte voor voetgangers en verdeling van de openbare ruimte weet ik het zeker. We zitten net als Phil gevangen in een tijdlus. 

Met een dagdeel brainstormen kom je echt niet verder. Dan leidt inspraak zonder inzicht tot uitspraak zonder uitzicht. Of zoals mijn goede vader zei: 'Ze dronken een glas, ze deden een plas en alles bleef zoals het was'.

Maak de probleemstelling klein en concreet, kies een beperkt gebied (de buurt), zorg voor een gedegen probleemanalyse en een concrete vraag die oplosbaar. Maak gebruik van alle kennis die er al is over uitvoerbare oplossingen die in praktijk echt werken. 

Wie is de probleemeigenaar die straks aan de slag gaat met die oplossingen? Anders gaat zo'n gesprek alle kanten op. 

Denk goed na over wie je uitnodigt; niet weer de 'usual suspects'. En laat de echte experts aangeven waarbinnen de uitwerking moet passen; wat zijn de kaders voor experimenteren?

Ga vooral op de schouders staan van wat er al bekend is over wat wel en niet werkt. Anders is alle energie na zo'n dag 'samen werken' snel weer weg en gaat de wekker weer, en weer en weer.