Voor enkele gemeenten met zowel een milieuzone personenauto en een uitstootvrije zone voor stadslogistiek van dezelfde omvang, ontstaat er een onduidelijke situatie bij het gebruik van de voorgeschreven borden.
Het onderbord voor de milieuzone laat een personenauto én een bedrijfsauto zien, en voor de uitstootvrije zone staat de bedrijfsauto in de geslotenverklaring.
‘We vinden het onwenselijk om een onduidelijke verkeerssituatie te creëren. Amsterdam heeft een mogelijkheid om een kleinere uitstootvrije zone binnen de bestaande milieuzone in te voeren’, schrijft wethouder Melanie van der Horst van verkeer, vervoer en luchtkwaliteit in een raadsbrief.
De gemeente Amsterdam past nu op eigen initiatief de omvang van de uitstootvrije zone voor bedrijfs- en vrachtauto’s aan, van binnen de Ring A10 naar een zone binnen de S100, de centrumring.
Hierdoor geldt er voor bedrijfs- en vrachtauto's per 1 januari 2025 zowel een uitstootvrije zone binnen de S100 als een milieuzone binnen de Ring A10.
Gegeven de huidige bebording die het RVV voorschrijft, wordt de milieuzone aangescherpt tot dieselpersonenauto’s én dieselbedrijfsauto’s vanaf emissieklasse 5 en hoger.
Wachten op 2028
De wethouder schrijft dat de zone over vier jaar kan worden uitgebreid: ‘We gaan uit van een tijdelijke situatie rondom de bebording en breiden de uitstootvrije zone vanaf 2028 uit naar de Ring A10’
Ook de milieuzone voor taxi’s staat ‘on hold’ door de controversieelverklaring. De milieuzone voor taxi's heeft op basis van het RVV 1990 een landelijke einddatum van 31 december 2024.
Per 1 januari 2025 vallen taxi's daarom onder de milieuzone voor personenauto's.
Luchtkwaliteit
Het invoeren van de uitstootvrij zones heeft als doel om de luchtkwaliteit te verbeteren en de CO2-uitstoot omlaag te brengen. In beide gevallen is nu volgens de gemeente sprake van een uitstralingseffect naar gebieden daarbuiten.
Het grootste effect van de aanscherping van de milieuzone is de reductie van 21,4 procent van de totale roetuitstoot ten opzichte van alle personenauto's in Amsterdam.
Daarnaast leidt het tot tussen de 0 en 2 procent reducties van stikstofdioxide- (NO2), fijnstof- (PM10 en PM2.5) en CO2 -emissies.